Ondertussen staan er weer wat koersen op mijn actief.
Enkele weken geleden stond ik aan de start van de Beneladies tour. Voor mij een hele uitdaging waarbij ik eindelijk nog eens kon meten hoever mijn niveau afligt van dat van de wereldtop.
Ik startte enigsinds nerveus aan de wedstrijd. Goed wetende dat ik geen kasseifretter ben, zou het niet evident worden.
De eerste rit bevatte 4 kasseistroken die voor de koers als veel lastiger bestempeld werden dan dat ze uiteindelijk waren. Ik kwam de eerste twee stroken perfect over en voelde mij écht heel goed in het peloton. Na de tweede kassei reed ik echter plat en wisselde een wiel bij de neutrale wagen. Hoewel ik snel weer op de fiets zat, was aansluiting maken bij het peloton niet meer mogelijk. Achter de grote groep werd onmiddellijk barrage gemaakt voor rensters die achterop geraakt waren en ik kon dus geen beroep doen op de volgwagen om mij te asisteren.
Ik belande in een groep met een renster op 30 à 40 en reed zo naar de finish.
Na afloop was ik teleur gesteld omdat ik mezelf heel goed voelde in de koers. Ik reed gemakkelijk en zou naar mijn mening toch wel ver geraakt kunnen zijn in de eerste rit.
De tweede rit was een tijdrit. Ik heb het nooit gekunnen, ik kan het niet en ik zal het ook nooit kunnen. Ik heb er mijn pijlen niet op gericht en ging gewoon van start met mijn wegfiets.
Ik reed door maar niet 100% a bloc. Of ik nu 80 ste word of 110de dat maakt naar mijn mening niets uit. Met in het achterhoofd de namiddagrit kwam ik over de finish met een gemiddelde van ruim 37km per uur. A Bloc of niet, ik zou toch nooit in de buurt van de 47 km per uur van Johansson gekomen zijn. Of wat had je gedacht? Er is nog een groot verschil met de wereldtop!
De middagrit sprak me dus duidelijk meer aan. Meer kasseien dan de eerste dag. Op voorhand werd er voorspeld dat het peloton al na 36 km uit elkaar zou liggen. Vooraan starten en blijven was de boodschap die waarschijnlijk elke ploeg meegaf aan zijn rensters. Het was drummen en trekken tot aan de eerste kasseistrook. De valpartijenen volgden elkaar in snel tempo op. Er was veel blablabla maar op de kasseien weinig boem boem boem. Het peloton reed er in masse over en bleef compact. Uiteindelijk bereikten we ook met een compacte groep het plaatselijke parcours. Te weinig wind om de koers hard te maken luidde het achteraf.
Bij het ingaan van de laatste plaatselijke rond was de groep eigenlijk te groot. Ik voelde het al aankomen dat er ongelukken zouden gaan gebeuren. Op de kasseien was het dan zover. 4 km van de finish lag er een vleeshoop op de "cobbles". Uiteraard, ik stond er achter! Maar lag er deze keer gelukkig niet bij! :D
Toen ik mij door de massa had getrappeld en ik weer op gang was, waren de eersten al kort bij de finish vermoed ik. Ik strandde op plaats 38 geloof ik, maar dat is dan een uitslag die er niets toe doet.
Ik deed niet meer mee op het einde omdat ik was opgehouden door de massacrash. Ook dat is koers.
Al bij al een teleurstellend weekend met veel incidenten. De benen en het gevoel waren super.
Je hebt het als renster alleen niet altijd zelf in de hand.
Volgende keer beter!
Eveline,