De
Egyptenaren schreven niet met behulp van letters, maar tekens. Het schrift dat
zij ontwikkelden heet het hiërogliefenschrift. Hiëroglief betekent heilig
teken.
Het
is een heilig teken, omdat dit schrift alleen werkt gebruikt door de priesters
als ze over hun goden schreven. Het was erg ingewikkeld. Daarom werd later dit
schrift iets gemakkelijker gemaakt, zodat iedereen kon leren lezen en
schrijven.
Ons
alfabet kent 26 lettertekens, maar het schrift van de Egyptenaren meer dan 700
verschillende tekens. En die moest je allemaal uit je hoofd kennen. De tekens
doen meer aan kleine tekeningetjes dan aan letters denken. Zie afbeelding 2-13.
Zon tekeningetje stelt ook niet een letter, maar een woord of een begrip voor.
Ze geven een bepaalde klank aan en die klank verwijst weer naar het begrip of
woord dat staat geschreven. Best ingewikkeld. Ook de manier van lezen is
anders dan bij ons. Wij schrijven van links naar rechts, maar de Egyptenaren
schreven oorspronkelijk van boven naar beneden. Later werd er èn van links naar
rechts èn van rechts naar links geschreven.
Steen van Rosetta
De
Egyptenaren schreven op steen of op papyrus. Papyrus is gedroogd riet, dat
langs de Nijl groeit. Pas in 1822 heeft men het schrift kunnen ontcijferen. De
Fransen vonden namelijk de steen van Rosetta of Rosette. Dat is een steen waar
in 2 talen (maar in 3 soorten schrift) dezelfde boodschap op geschreven stond.
Dat was namelijk in een ander Egyptisch schrift, in het Griekse schrift en met
behulp van hiërogliefen. Nu konden ze het verhaal van de hiërogliefen
ontcijferen met behulp van de Griekse en Egyptische tekst. We weten precies
wanneer deze steen is beschreven. Er staat namelijk een datum op: 27 maart 196
(voor Christus). Het origineel bevindt zich in the British Museum in Londen,
maar een kopie kun je ook in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden
bewonderen.
Dodenboek van Hunefer
De
Egyptenaren gaven de doden zogenaamde dodenboeken mee het graf in. Hierin
stonden afbeeldingen en spreuken die de dode moesten beschermen in het
hiernamaals. Op afbeelding 2-12 zie je een tafereel uit het dodenboek van
Hunefer. Het laat zien hoe het hart van Hunefer op de weegschaal wordt gewogen.
Als het hart minder weegt dan de veer, mag hij naar het hiernamaals.
handjevol peterselie, 1-2 el verse dille of 1 tl gedroogde,
1 el verse munt of 1 tl gedroogde,
3 el olijfolie, sap van ½ citroen,
100 g gehakte walnoten,
peper en zout naar smaak.
Bereidingswijze:
Breng ruim 1½ kop water aan de kook en voeg de couscous toe, samen met wat olijfolie.
Haal de pan meteen van het vuur en laat de couscous in 5 minuten gaar worden.
Snij de artisjokharten in vieren en de bosuitjes in ringen.
Doe de artisjokstukjes, de bosuitjes, de uitgeperste knoflook, de walnoten, de peterselie, de dille en de munt in een grote saladeschaal en voeg de gare couscous toe.
Maak een dressing van olijfolie, citroensap, peper en zout en giet die over de salade.
Serveer de salade lauwwarm op een bedje van ijsbergsla.
Vis ontdekt met gekleurde anus en weerhaken op penis.
Vis
ontdekt met gekleurde anus en weerhaken op penis
In
het oosten van Mexico is een zoetwatervis ontdekt met bijzondere eigenschappen.
De mannetjes van deze vis hebben vier weerhaken op hun penis, terwijl de
vrouwtjes een felgekleurde anus hebben. Biologen van de North Carolina State
University presenteren deze vis in Journal of Fish Biology.
Officieel
heet het visje Gambusie quadruncus. Het valt onder de muskietvissen, kleine
visjes die veel weg hebben van guppy's en voornamelijk leven van muskietenlarven.
De nieuw ontdekte soort wordt hooguit zes centimeter lang. De soort komt voor
in de meren, rivieren en poelen van Oost-Centraal Mexico, even ten westen van
de Golf van Mexio.
Levendbarend
Mannetjes van deze muskietvis hebben ten doel zoveel mogelijk seks te hebben,
vrouwtjes zijn juist selectief omdat ze liefst bevrucht worden door de beste
mannetjes. Muskietvissen zijn net als guppy's levendbarend. Ze leggen dus geen
eitjes, maar brengen levende babyvisjes ter wereld.
De onderzoekers ontdekten dat sommige vrouwtjes dikke ballen weefsel ontwikkeld
hadden die de ingang van hun vrouwelijk geslachtsorgaan grotendeels blokkeren.
Hierdoor is paring alleen mogelijk als ze meewerken.
Functioneel
Volgens de onderzoekers dienen de weerhaakjes op de penis van de mannetjes om
de weigerachtige vrouwtjes alsnog tot overgave te dwingen. Het zou volgens hen
ook kunnen zijn dat de weerhaakjes het vrouwtje stimuleren om een soepel
transport van het sperma naar de eicel te bewerkstelligen.
Met hun vrolijk gekleurde anus zouden de vrouwtjes signalen afgeven over hun
bereidheid tot seks en hints over de plek van hun geslachtsingang. De anus kan
enigszins van kleur veranderen. Ook zouden de vrouwtjes door deze kleur
voorkomen dat mannetjes van een andere soort hen belagen.
Voor
de uitvinding van de fotografie, lieten alleen rijke mensen een portret van
zichzelf maken door een schilder of beeldhouwer. Toen vanaf 1850 de fotografie
in zwang kwam, verhuisde de portretkunst naar het domein van de fotograaf.
Eigenlijk
waren de benodigde ingrediënten om de fotografie uit te vinden al langere tijd
beschikbaar: wetenschappelijk, optisch en chemisch bestond er voldoende kennis.
Camera
obscura
In de renaissance (16e eeuw) gebruikten schilders de camera obscura. Hiermee
projecteerden ze beelden van voorwerpen op een wand van een donkere kamer door
licht via een heel kleine opening binnen te laten vallen. Schilders gebruikten
dit apparaat, een doos met lens, spiegel en matglazen scherm, als hulpmiddel
voor het schilderen van stadsgezichten.
Negentiende eeuw
De uitwerking van deze fotografietechniek zou tot in de negentiende eeuw op
zich laten wachten. Op meerdere plekken in Europa waren uitvinders en kunstenaars
er tegelijkertijd mee bezig. Kennelijk was de tijd er toen rijp voor. De
Fransman Nièpce, die zich met lithografie en andere druktechnieken bezighield,
slaagde erin om de beelden van een camera obscura op platen van metaal en glas
vast te leggen. De Franse kunstenaar Daguerre ontwikkelde de mogelijkheden van
dit procédé verder. In 1837 legde hij een straattafereel in Parijs vast op een
verzilverde koperen plaat.
Lichtgevoelig papier
Ook de Engelsen experimenteerden met het vastleggen van geprojecteerde beelden.
Talbot kwam via een andere procédé, met lichtgevoelig papier, uit bij een
eerste vorm van fotografie. Het procédé van Daguerre werd technisch verbeterd.
Na ongeveer twintig jaar werd die techniek vooral toegepast in Amerika, maar
ook soms in Europa. In Amerika ontstond een snel groeiende vraag naar
gefotografeerde portretten. De eerste studio opende in 1853. Binnen dat jaar
openden er vervolgens alleen in New York al 86! Opeens was het portret
bereikbaar geworden voor een veel groter deel van de bevolking. Een foto kostte
een fractie van het bedrag voor een geschilderd of gebeeldhouwd portret.
Bovendien: een foto liegt niet.
Onthullend
Dit onthullende aspect was echter niet altijd een voordeel. Mensen waren eraan
gewend geraakt, dat schilders het onderwerp dikwijls idealiseerden of
verfraaiden. Aanvankelijk probeerden fotografen dit schoonheidsideaal in hun
werk te handhaven. De eerste gefotografeerde taferelen met kunstzinnige
bedoelingen lijken nog braver dan de braafste stillevens van de braafste
schilder.Toen in 1822 Niépce de eerste foto maakte, werd dit zeker niet
beschouwd als kunstwerk. De fotografen van het eerste uur legden 'gewoon' een
uitsnede uit de zichtbare werkelijkheid vast. Het idee dat fotografie een
artistiek expressiemiddel was of zou kunnen worden, riep op zijn minst
weerstand op.
Bedreiging
schilders
Hoe vaardig en virtuoos schilders ook in staat waren om een mens te
portretteren, toen de uitvinding van de fotografie een feit was, voelden vele
schilders zich enorm bedreigd. Aanvankelijk gebruikten schilders de techniek
van de fotografie om de tijdrovende fase van voorstudies te bekorten. Zij
fotografeerden taferelen uit het dagelijks leven en mensen die ze op
groepsportretten moesten schilderen. Behalve als voorstudiemateriaal gebruikten
schilders foto's ook als letterlijk vertrekpunt, hetgeen soms direct is af te
lezen aan toevallige elementen in de compositie. Zo sijpelde de invloed van de
fotografie de schilderkunst binnen.
Realisme
Tussen 1850 en 1860 kwam in Frankrijk in de schilderkunst een realistische
school op, die een extreme schilderkunstige objectiviteit nastreefde. De
schilder Courbet gaf zijn beweegreden voor zijn naturalistische aanpak als
volgt weer: "Ik kan geen engel schilderen, want ik heb nog nooit een engel
gezien." Tegenstanders van dit realisme in de schilderkunst wijzen op het
gevaar van vervlakking en geven fotografie de schuld. De Franse schilder
Delécluze stelde in een artikel in 1851, dat kunstenaars die net zo
registrerend als fotografen te werk gaan 'zichzelf zonder wil, zonder smaak,
zonder het te weten, aan de verschijningsvorm van dingen onderwerpen'.
Rechter
In 1861 werd er zelfs een rechtszaak gewijd aan de kwestie of fotografie nu
slechts een wetenschappelijk procédé was om zaken visueel te documenteren of
een vorm van kunst. De rechter bepaalde dat 'foto's de vrucht zouden kunnen
zijn van menselijke denken en geest van kunstzinnige smaak of intelligentie,
het stempel van een persoonlijkheid zou kunnen dragen en daarmee tot
kunstwerken worden.' Ondanks deze beloftevolle uitspraak duurde het nog tot ver
in de 20e eeuw voor fotografie als volwaardige kunstvorm op tentoonstellingen
werd toegelaten.
Stromingen
In de ontwikkeling van de fototechniek ontstonden, net als bij de film, twee
verschillende stromingen:
·De documentaire of reportagefotografie:
daarbij ligt de nadruk op het registreren van de werkelijkheid. Ook
journalistieke fotografen registreren. Ze maken portretten, terwijl mensen zich
niet bewust zijn van het feit, dat ze gefotografeerd worden. (Ook in de film,
zijn de documenterende mogelijkheden van begin af aan onderzocht.)
·De geënsceneerde fotografie:
de fotograaf construeert datgene wat hij wil fotograferen zorgvuldig. Hij laat
niets over aan het toeval.
Uiteraard
ontstonden er allerlei mengvormen uit deze twee stromingen, maar de basis van
de fotografie wordt nog steeds bepaald door deze twee principes.
Mogelijkheden
Sinds de uitvinding van de fotografie zijn er kunstenaars geweest, die de
mogelijkheden van de fotografie omarmden. De dichter Alphonse de Lamartine zei
zelfs: "Fotografie is meer dan een kunst, het is een solair fenomeen,
waarin de kunstenaar samenwerkt met de zon." Hoe dan ook, het was zoeken
naar de eigenlijke toepassing van een nieuwe techniek, ook voor enthousiaste
kunstenaars. Het is duidelijk dat mensen fotografie inmiddels tenminste even
interessant vinden als schilderkunst.
Sommige kunstcritici menen dat de schilderkunst van zijn troon is gestoten door
de fotografie. Grote musea organiseren regelmatig prestigieuze
fototentoonstellingen. Portretfotografie is een veel gebruikt genre.
Tegenwoordig
In hedendaagse exposities lijkt de fotografie af te willen rekenen met het
verleden, waarin een foto vooral als 'kiekje' werd aangeduid. Misschien dat
daarom ook de meeste tentoongestelde foto's worden afgedrukt op monumentaal
formaat en in een beperkte oplage. Het is alsof de toeschouwer definitief moet
vergeten, dat de eerste fotografische producten in een heel klein albumpje
konden worden geplakt.
Bij het maken van een beeld kun je
voor verschillende materialen kiezen. Het gekozen materiaal bepaalt de
werkwijze: opbouwen of weghalen.
Een beeldhouwer werkt volgens het
laatste principe. Het beeld zit als het ware al in de het materiaal verborgen,
en door steeds kleine stukjes weg te hakken ontstaat de uiteindelijke vorm.
Luisteren
Beeldhouwen is een ingewikkelde vorm van beelden maken, omdat je een stuk dat
je hebt weggehakt niet meer kunt aanplakken. Ook moet je goed begrijpen hoe het
materiaal in elkaar zit. Daarbij gebruiken steenhouwers hun oren: geeft de
beitel een helder geluid dan is het veilig om steen weg te hakken, klinkt het
dof dan loopt op die plek een ader, en is het risico aanwezig dat de steen
splijt.
Uitdagingen
Beelden opbouwen gebeurt met allerlei soorten materiaal, van heel grote
staalconstructies tot beelden van klei. Deze materialen hebben hun eigen
uitdaging. Aan een beeld van natte klei kan je nog heel gemakkelijk iets
veranderen, maar als er per ongeluk een luchtbel in de klei zit zal het beeld
bij het bakken uit elkaar knallen, warme lucht zet immers uit en zoekt zijn weg
naar buiten.
Materiaal
Bij het kiezen van materiaal gaat een kunstenaar niet alleen van zijn/haar
persoonlijke voorkeur uit. Soms bepaalt het ontwerp het materiaal. Dit is het
geval bij een heel groot beeld dat verplaatst moet kunnen worden, of bij een
beeld dat in weer en wind mooi moet blijven.
Ik wilde je heus
niet haten
maar het kwam vanzelf bij mij
'k voelde me nooit uitgelaten
geen seconde een beetje blij
of het jou fout was ?
vast en zeker, daar bestaan geen twijfel aan
ook al won je nooit een beker
'k stuur je morgen naar de maan.
Onze reporter volgde een workshop eten zoeken in de vuilbak'uit de krant Het Nieuwsblad
Onze
reporter volgde een workshop eten zoeken in de vuilbak'uit dekrant Het Nieuwsblad
ANTWERPEN
- Jaarlijks gooit Vlaanderen 500.000 ton voedsel weg. Een verspilcultuur die
niet goed te praten valt, vinden dumpster divers'. Hopend op een lekkere
maaltijd, riskeerde onze reporter lijf en leden tijdens een workshop
containerduiken.
Uit
economische noodzaak of uit protest: het snuffelen in vuilnisbakken is
duidelijk aan een opmars bezig. Het dumpster diven' of skippen' is vooral
populair bij Amerikanen en Britten, maar ook bij ons duiken mensen in
containers. Op de website Trashwiki staat zelfs een heuse dumpster diving
guide, met de beste adresjes. In het spoor van onze cursist Jimmy waagden
wij onze kans.
Uit
één container haal je soms een maaltijd voor tien personen, maar net zo goed
een fonkelnieuw koffiezetapparaat', verzekert onze instructeur vanachter zijn
blitse zonnebril. Stevige stapschoenen, een hoofdlampje en zwarte kledij maken
zijn outfit compleet. Containerduiken is nog steeds niet helemaal toegelaten.
Daarom ga je het best bij nacht en ontij.'
Dat
ik niet aan zijn vestimentaire voorwaarden voldoe, heeft hij dan al in de
smiezen. Toch wil hij dat zijn cursisten zelf hun boodschappen' doen. Niet in
kraaknette gangen met rustgevende achtergrondmuziek, maar in een vervaarlijk
uitziende container. Normaal zijn die vergrendeld en staan ze achter hoge
muren. Jullie hebben dus nog geluk', verzekert hij.
Muren
of geen muren, de rand van de container zorgt voor de nodige drempelvrees.
Iedereen heeft zijn eigen stijl om erin te klauteren. Het hoeft niet elegant
te zijn', sust Jimmy, die wel aanraadt om nooit alleen op pad te gaan. Als je
in je eentje op een verlaten terrein in een container valt, dan heb je een
probleem', klinkt het droog. Voor we aan boord gaan, peilt een vrouwelijke
medecursiste nog snel naar het ongedierte. Ratten? Hooguit een paar
fruitvliegjes en een verdwaalde mier', knipoogt de leraar.
Enkele
acrobatische toeren later zit ik eindelijk waar ik moet zitten: op een berg van
broccoli, melk en conserven. Sommigen al over datum, anderen nog net op het
randje.
Blauw-groene
vlekken
Een
containerduiker eet altijd op eigen risico. Maar met gezond verstand kom je al
een heel eind. Een pizzabodem met blauw-groene vlekken kan je het best laten
liggen', adviseert Jimmy. Dan al staat vast dat het vanavond geen
biefstuk-friet wordt. Vlees is bedrieglijk en bederft heel snel', waarschuwt
de ervaringsdeskundige, met wat geluk vind je een groenteburger.'
Een
halfuurtje later zit onze rugzak afgeladen vol en wordt de buit eerlijk
verdeeld. Met de ingrediënten voor een aparte maaltijd trek ik huiswaarts: een
blikje tonijn, een bloemkool en een pak spaghetti. Maar heb ik nu zonet een
supermarkt beroofd? De winkels moeten betalen om hun afval kwijt te raken. Wij
bewijzen hen dus een dienst', stelt Jimmy me gerust.