Gas is een belangrijke energiebron. Maar de voorraad is niet onbeperkt. Ons gas komt uit Groningen waar een grote gasbel is. Maar eigenlijk is gas niet meer dan het resultaat van rottende plantenresten, bedekt met allerlei aardlagen.
Zon 310 miljoen jaar geleden leven er nog geen mensen op aarde. Wel veel reptielen en zeedieren. In Nederland is het tropisch warm. Ons land bestaat voor een groot deel uit drassig oerwoud. Op de moerassige bodem groeien veel exotische bomen en planten. Bladeren en dode bomen komen in de drassige bodem terecht en vormen een dikke laag van rottende plantenresten.
Nederland, een zandwoestijn
30 Miljoen jaar later is het klimaat veranderd. Het moeras is verdwenen. Nederland is veranderd in een zandwoestijn. De laag rottende plantenresten die op de bodem ligt, wordt bedekt met een dikke laag woestijnzand.
Nederland wordt overspoeld met zeewater
Weer 20 miljoen jaar later overstroomt ons land met zeewater. In het warme klimaat verdampt het water en blijft het zout achter. Een enorm pak zout stapelt zich op het zand uit het verleden. De druk op het zand en de dode plantenresten daaronder neemt toe.
Verandering van aardlagen
In de miljoenen jaren daarna komen er steeds meer lagen bovenop de oude
grondlagen. De druk neemt verder toe. Het water en de gassen wordt uit de
vochtige, rottende plantenresten geperst. De laag verandert in steenkool. De laag
daarboven verandert in zandsteen en de laag daarboven in een harde
ondoorlatende laag steenzout. Het aardgas uit de steenkool kan niet doordringen
in het steenzout en blijft in het zandsteen achter.
Gas tussen zandkorrels
Het zandsteen bestaat uit samengeperst zand met daartussen kleine
gaatjes. Dit zijn de poriën. Het aardgas blijft in de poriën achter, omdat het
niet kan doordringen in de harde steenzoutlaag daarboven. De zandsteenlaag is
een aardgasveld geworden.
Ons aardgas
Om het aardgas te bereiken, moeten we dus de bodem van de aarde in. Met
een lange boor boren we een gat in de grond. 3 Kilometer diep tot aan de oude
zandsteenlaag. Door het boorgat stroomt het aardgas nu vanzelf naar boven.
Boven de grond vangen we het aardgas op en na een kleine bewerking kunnen we
het gebruiken als brandstof voor onze verwarming en gasfornuis.
Wat zijn de
Samba en Tango eigenlijk voor dansen? En waar komen de Slow Foxtrot en Pasa
Doble vandaan?
Dankzij diverse
tv-programma's is stijldansen weer terug van weggeweest.
De Samba
Aan de muziek
hoor je al dat de Samba geen Europese dans is. Je danst op tropische muziek met
veel slagwerk en een vrolijke melodie. De Samba is te herkennen aan het ritme
en de bounce-beweging tijdens de dans. De dans komt oorspronkelijk uit
Afrika, maar is in Brazilië verder ontwikkeld. Daar is het een echte carnavalsdans.
In 1924 kwam de Samba ook in Nederland.
De Tango
Net als de
Quickstep en de Engelse wals, is de Tango een ballroomdans. Dat wil zeggen dat
de dans door de hele zaal gedanst wordt en niet op één plek zoals de Rumba. Net
als de Samba is de Tango een Zuid-Amerikaanse dans. Dat is te merken aan de
danshouding en in het sensuele karakter van de dans. De heer en de dame staan
erg dicht op elkaar. Ze bewegen erg staccato (kort en krachtig) met hun hoofd.
De Tango is ook heel sensueel vanwege de gewaagde poses. De Tango ontstond aan
het eind van de 19e eeuw in Buenos Aires.
De Slow Foxtrot
De Slow Foxtrot
is een ballroomdans waarbij heel elegant wordt gedanst. Het tempo van de muziek
ligt niet zo hoog, maar de passen gaan wel snel. Je kunt de dans herkennen aan het
ritme: slow-quick-quick. De dans is elegant omdat de dansers met hun lichaam
omhoog en naar beneden gaan. Zo ontstaat er een soort glooiende beweging. De
Slow Foxtrot ontstond in het begin van de twintigste eeuw in Amerika. Sommige
mensen noemen hem gewoon Foxtrot, maar dat is een andere dans.
De Paso Doble
Deze dans doet
denken aan Spanje en stierenvechten. De man symboliseert de stierenvechter
(matador) en de vrouw het rode doek (el capa). De Paso Doble is een
temperamentvolle en dramatische dans. De houding is hierbij erg belangrijk. Op
sommige momenten houden de dansers hun arm horizontaal voor hun borst en
klakken ze met hun hakken en tenen op de vloer. Deze dans werd bekend rond
1910.
Ze zijn er bijna niet
zoals heel slanke vrouwen
na heel licht verdriet.
Met hun poten als met een dun pincet
pikken ze preuts hun tenen
uit het water op, o, ze
zijn zo roze
als de gedachten van een maniërist.
Ze zijn vraagtekens achter al ons weten
en zo fraai dat we even
niet meer om een antwoord geven.
Planten hebben
mest nodig om te groeien. Schimmels en bacteriën zetten uitwerpselen en
plantenresten om in voedingsstoffen. Een plant haalt met de wortel
voedingsstoffen uit de grond.
Al sinds het
jaar nul weten mensen dat mest goed is voor planten. Boeren verzamelden poep
en plas van dieren en plantenresten. Ze gooiden dit op het land waar ze
gewassen gingen verbouwen. Dat mest de groei van planten bevordert was wel
duidelijk. Men wist alleen niet waarom en welke stoffen dan zo belangrijk zijn.
Al sinds het
jaar nul weten mensen dat mest goed is voor planten. Boeren verzamelden poep
en plas van dieren en plantenresten. Ze gooiden dit op het land waar ze
gewassen gingen verbouwen. Dat mest de groei van planten bevordert was wel
duidelijk. Men wist alleen niet waarom en welke stoffen dan zo belangrijk zijn.
Mineralen
De Duitse
wetenschapper Justus von Liebig vroeg zich dit ook af en onderzocht het rond
1845 in een laboratorium. Hij deed allerlei experimenten en ontdekte dat met
name de mineralen stikstof, fosfor en kalium belangrijk zijn. Maar planten
hebben ook ijzer, zink en koper nodig. Hij ontdekte dat het belangrijk is dat
planten niet te weinig, maar ook niet te veel van deze mineralen moeten
krijgen. Von Liebig maakte de mineralen en metalen in een laboratorium na.
Kunstmest
Mest die door
mensen gemaakt is, wordt kunstmest genoemd. Er zijn korrels en er is vloeibare
kunstmest. Op de verpakking kun je lezen hoeveel stoffen zoals stikstof,
fosfor, kalium, ijzer, zink en koper er in zitten. Mest die rechtstreeks
afkomstig is van dieren en dode planten wordt ook wel organische mest genoemd.
Voorbeelden zijn: stalmest, gier en tuincompost.
Voordelen van kunstmest
Een voordeel van
kunstmest is dat de fabrikant kan precies aangeven hoeveel stikstof (N), fosfor
(P), kalium (K) en andere mineralen en metalen de mest bevat. De boer kan de
planten precies de juiste hoeveelheid geven.
Nadelen van kunstmest
Een nadeel van
kunstmest is dat het gemakkelijk in water oplost waardoor het weg kan spoelen.
De mineralen komen dan via het grondwater in sloten en rivieren, in plaats van
bij de planten. De gewassen hebben er dan niets aan, maar door overbemesting
gaan algen in de sloten sneller groeien. Het water wordt troebel. Waterplanten,
die licht nodig hebben, sterven. Tijdens de vertering van deze dode planten
wordt vrijwel alle zuurstof uit het water verbruikt. Hierdoor sterven veel
vissen. Dit proces wordt eutrofiëring genoemd.
Voordelen van organische mest
Een voordeel van
stalmest en compost is dat de mineralen geleidelijk vrijkomen, en dat de mest
minder snel uitspoelt. Het is daardoor langer voor planten beschikbaar.
Nadelen van organische mest
Een nadeel van
organische mest is dat er meer van nodig is dan van kunstmest. En omdat de
hoeveelheid N, P, K en andere mineralen niet bekend is, kunnen planten te veel
of te weinig voedingsstoffen krijgen. Een nadeel van gier (vloeibare organische
mest) is dat het veel ammoniak (NH3) bevat. Dit is een stikstofverbinding die
gemakkelijk verdampt. Het kan zure regen veroorzaken.
Alternatieven
Sommige boeren
gebruiken geen kunstmest. Zij vinden kunstmest slecht voor het milieu. Dat komt
omdat alle stoffen uit de kunstmest die planten niet opnemen, in het grondwater
terecht komen. Ecologische boeren gebruiken organische mestsoorten die zover
gecomposteerd zijn dat ze goed en geleidelijk opgenomen kunnen worden. Dit is
bijvoorbeeld een mengsel van stalmest en plantenresten dat op een composthoop
voorverteerd is. Op deze manier is de mest milieuvriendelijker. Nadeel is wel
dat een boer niet heel nauwkeurig kan bepalen welke stoffen de planten krijgen.
En dat kunnen boeren die kunstmest gebruiken weer wel.
Er gaat bijna
geen dag voorbij zonder dat er in de krant een artikel staat over de Chinese
economie. Met een economische groei van meer dan 9% per jaar is China hard op
weg om een economische grootmacht te worden.
China werd in
1949 een centraal geleide economie onder leiding van Mao tse Tung. Een ander
woord voor centraal geleide economie is planeconomie. In de eerste
regeringsperiode van Mao 1949-1957 werd de centraal geleide economie ingevoerd.
Vijfjarenplannen
Mao baseerde zijn idee op de ontwikkelingen, die hadden plaatsgevonden in
Rusland. Vijfjarenplannen werden ingevoerd, die waren gericht op de zware
industrie. In 1958 begon de tweede fase. Toen werd de agrarische sector
aangepakt. Dit project wordt de 'Grote Sprong Voorwaarts' genoemd. Mensen
moesten voortaan leven in communes, die geheel zelfvoorzienend waren op allerlei
terreinen. Dit project mislukte geheel. In plaats van meer productie werd er
minder geproduceerd.
Van plan- naar vrijemarkteconomie
Toen het ombouwen van een planeconomie naar een vrijemarkteconomie begon, ging
dit niet zonder problemen. De vrije markt werd hersteld en privé-bezit was weer
toegestaan. Buitenlandse investeringen werden toegestaan en er werd gewerkt aan
'Speciale Economische Zones': vrijhandelszones. In China is door het ombouwen
van een planeconomie naar een westerse economie een enorme kloof ontstaan
tussen de steden en het platteland.
Concurrentiepositie
De geschiedenis tussen Nederland en China gaat al heel lang terug. Misschien
mede daardoor hebben grote Nederlandse ondernemingen al vestigingen in China.
China heeft een relatief gunstige concurrentiepositie. Dit is het gevolg van:
·China
heeft een enorm arsenaal aan goedkope arbeidskrachten.
·China
is een kei in het kopiëren van ideeën en producten.
·China
heeft een goedkope munt.
·China
heeft een enorme interne afzetmarkt.
Nadelen
Naast een aantal voordelen heeft China ook een aantal nadelen.
·China
heeft geen democratie.
·Er
wordt roofbouw gepleegd op het ecologische systeem van China.
·China
is corrupt.
·Het
omvormen van de staatssector verloopt moeizaam.
·China
heeft een zwakke infrastructuur.
·China
heeft moeite met het ontwikkelen van eigen producten van een hoge kwaliteit.
Er zijn plekken
waar ik zonder glimlach
niet meer langs kan.
Ooit is daar een grap
verteld, een kus geroofd,
iets voor het eerst gedacht.
Ter hoogte van mijn oor,
bijvoorbeeld,
heb jij me op een nacht
beloofd dat eeuwigheid
een leugen is, maar dat het
daarom tussen ons niet
minder lang gaat duren.
Meer woorden waren er
niet nodig een mond
spreekt van zichzelf al mooi
en huid heeft een geheugen.
Jij blijft mijn hals, mijn navel,
mijn holte van mijn knie
voor altijd bij.
Zonder glimlach kan ik
aan geen plek voorbij.
Peperdure artiesten
Waarschijnlijk ken je Japan alleen van het Kyoto-verdrag. Maar het is ook het land van de geisha's. De vrouwen met mooie kimono's, witte gezichten, rode lippen en parasols.
Geisha's zijn heel hoog gerespecteerde en opgeleide artiesten (geisha betekent artiest). De opleiding van de geisha begint al als ze heel jong zijn, soms vanaf vijf jaar. Ze dansen, zingen of spelen instrumenten.
Vooral privé-bijeenkomsten
De geisha´s treden vooral op tijdens privé-bijeenkomsten. Maar een geisha inhuren is duur. Erg duur. Eigenlijk zijn ze daarom alleen maar beschikbaar voor de rijkste mensen. Natuurlijk zorgt de geisha tijdens het optreden ervoor dat het de gasten aan niets ontbreekt. Iedereen moet het naar zijn zin hebben.
Wit, witter, witst
De geisha's moeten er perfect uitzien. De kimono moet bijvoorbeeld bij het jaargetijde passen en de accessoires moeten matchen. Maar ook is de make-up belangrijk. Geisha's maken hun gezichten helemaal wit, hebben rode lippen en doen rode oogschaduw bij hun ogen.
Die witte make-up is een overblijfsel uit de tijd dat er nog geen lampen in het paleis van de Japanse keizer waren. De artiesten die optraden voor de keizer droegen de witte make-up zodat de keizer hun gezichten goed kon zien in het kaarslicht. Die traditie is gebleven. Maar geisha's maken zich ook wit omdat een witte huid een statussymbool is: hoe witter, hoe rijker.
Door een gebrek aan voedingsstoffen
Mensen hebben allerlei verschillende voedingsstoffen nodig. Wanneer wij niet voldoende vitaminen of mineralen eten, kunnen we ziek worden. Deze ziektes worden gebreksziekten genoemd. Ook bij planten treden gebreksziekten wanneer ze te weinig van een bepaalde voedingsstof binnen krijgen.
Vogels eten rupsen. Rupsen eten blaadjes van bomen. Maar wat eten bomen? Planten, zoals bomen, gewassen en onkruiden hebben ook voedingsstoffen nodig. Deze zitten in de grond, opgelost in water. Via de wortels worden de voedingsstoffen opgenomen in de plant. Enkele gebreksziekten bij planten zijn:
Stikstofgebrek (N)
Een plant heeft stikstof nodig voor de groei van de groene delen. Bij gebrek aan stikstof krijgen de groene delen van de plant een lichtgroene tot vale kleur. En de groei wordt vertraagd. Maar te veel stikstof maakt het blad slap. Het vormt dan een lekkernij voor slakken. Om dit tegen te gaan, wordt kalium (K) toegevoegd, dat de vorming van stevig blad bevordert.
Fosforgebrek (P)
Een plant heeft fosfor nodig voor gezonde wortels. Fosfor bevordert de bloemgroei, de zaadvorming en de rijping van de vruchten. Door een fosfortekort worden de bladeren diepgroen of blauw/paars van kleur en blijven ze klein. Ook hier komt het vergelen en afsterven van de onderste bladeren bij voor.
Kaliumgebrek (K)
Kalium heeft een plant nodig voor de stevigheid. Door kalium is de plant beter beschermd tegen droogte en minder vatbaar voor ziektes. Bij een kaliumtekort wordt de plant slap. Eerst vergelen de bladpunten, waarna de hele bladeren geel en bruin worden en afsterven.
IJzergebrek (Fe)
Bij ijzergebrek wordt het blad geel. Dit betekent echter niet altijd dat er ijzer moet worden toegevoegd. De zuurgraad (pH) is ook heel belangrijk. Als de zuurgraad van de grond niet goed is, kan een plant geen ijzer opnemen. Vaak is het voldoende de zuurgraad iets aan te passen. IJzergebrek ontstaat bij een te hoog kalkgehalte in de grond.
Magnesiumgebrek (Mg)
Een plant heeft magnesium nodig voor de vorming van voldoende bladgroen. Bij gebrek aan magnesium ontstaat er een geelverkleuring tussen de nerven van een blad.
Leden van de jury, vandaag staan de vrouwen terecht.
Leden van de
jury, vandaag staan de vrouwen terecht.
Hun schaamteloos
spel heeft lang genoeg geduurd. Zij belazeren ons. Zij willen ons namelijk
laten geloven dat zij niets van computers snappen. Zij faken, heren van de
jury! In werkelijkheid zijn vrouwen genieën. En ik zal het bewijzen!
Bewijsstuk één: De wasmachine. Die gaat niet vanzelf. O nee. Je moet dat ding
programmeren. Zomaar een draai aan de knop geven, zoals wij mannen doen, leidt
tot catastrofes. Gekrompen onderbroeken. Uitgerafelde sokken. Donker witgoed.
Ik was alles op programma twee. Andere mannen geven de voorkeur aan drie. Kleur
of geen kleur. Wol of geen wol. Kortom: voor mannen is wassen een gokspel. Wie
kan er immers die twaalf programma's uit elkaar houden? Wie weet welk poeder in
welk van die drie bakjes moet komen? Wij niet, heren van de jury. En waarom
niet? Omdat wij maar gewone mensen zijn en geen vrouwen. En toch beweren zij
dat zij niets van computers snappen. Fraude, zeg ik u!
Bewijsstuk twee: de broodmachine. Als ik een brood bak, dan komt het eruit als
een fossiel. Te weinig water of bloem, er gaat altijd wel iets mis. Moet je de
broden van mijn buurvrouw zien. Flink gerezen, glanzende kanjers van bollen,
heren! Om je vingers bij af te likken. En die geur! Om wild van te worden. Maar
ze weet het! Ze weet het! Het kreng laat altijd haar deur openstaan zodat ik
naar haar bollen kan gluren. En als ik mezelf niet langer in de hand heb en op
haar heerlijkheden wil aanvallen, dan sluit ze de deur! Heren van de jury, de
andere sekse speelt een vals spel met ons!
Bewijsstuk drie: de droogkast. Iets te enthousiast aan de knop draaien en er
komen kleertjes voor minimensjes uit. Alleen bij mannen. Vindt u dat niet
vreemd?
Bewijsstuk vier: de microwave. Een handleiding zo dik als een telefoonboek. Zij
pluggen het ding in en gaan ermee aan de slag.
Bewijsstuk vijf: De mixer. Drie standen, twintig hulpstukken. Hebt u al eens
geprobeerd om op stand drie tomatensoep te mixen? Geen probleem als je een
vrouw bent. Maar mijn keuken, leden van de jury, ziet er nu uit als een
tafereel uit een Quentin Tarantino- film. Het zal mij niet meer gebeuren! Met
een druppeltje krachtlijm heb ik stand drie, die toch nergens goed voor is,
voor eeuwig geblokkeerd!
Leden van de jury, op grond van de u voorgelegde bewijzen moet u wel besluiten
dat de verdachten schuldig zijn. Niks van computers snappen? Ammehoela! Dan
geloof ik nog liever dat Pavarotti de hoge do niet haalt. Ik laat het aan u
over om een oordeel te vellen. Wees streng maar rechtvaardig. Wij, de openbare
aanklager, eisen genoegdoening voor de geleden schade aan onze ego's en onze
onderbroeken. Ik heb gezegd. Laat het recht nu zegevieren! PS.Met toelating van de auteur als zijn naam
vermeld is.