Aan de ene kant staat het ding. Aan de andere kant staat het mysterie. Meer van het ding en het mysterie weet ik niet.
Hoe in naam van wat dan ook, Hoe kan ik er meer van weten? En dit weten is een klein weten, voeg ik er aan toe, Een klein idee hoogstens, klein In zijn gevolgen Voor de tijd.
Als aan de ene kant staat het ding En aan de andere kant het mysterie, Is de wereld duidelijk.
De straat is de straat waar ik vrienden tegenkom, De bomen bloeien zoals zij moeten bloeien, met bloesems, De wind waait wanneer zij wil, En het gebrek aan meer weten Dat aan de ene kant staat het ding En aan de andere kan het mysterie Is mij een onuitputtelijke bron van vreugde.
Categorie:Gedichten
|