hoe kan het dat de wolken blijven hangen kun je ze niet vangen met een hengel of een touw zijn ze van watten of van pluizen zijn ze net zo hoog als huizen hoe kan het dat de wolken steeds weer komen en weer gaan hoe kan het dat ze altijd verder zweven dat er nooit eens één een tijdje stil blijft staan
Zachtjes rijpen de vruchten. Bladeren vallen in stilte. Stom bedekt sneeuw ze, kalm vriest het meer dicht - dood komt als slaap.
Bevruchting is zwijgend. Zonnelicht schreeuwt niet. Niemand hoort het, als de sneeuw verdwijnt. Al het gras komt uit de arde - stom. Als bloesems opengaan, davert het niet.
Alles wat waar is kan zachtjes zijn. Voor ons oor.
Soms overweldigt mij de vreugde, lacht de hemel diep in mij, ik loop van levenslust te schreeuwen, loop te zingen door de wei, ik proef de wijn, ik smaak het eten, dans door de regen zonder jas, ben opeens totaal vergeten, hoe in en in bedroefd ik was
Aan de ene kant staat het ding. Aan de andere kant staat het mysterie. Meer van het ding en het mysterie weet ik niet.
Hoe in naam van wat dan ook, Hoe kan ik er meer van weten? En dit weten is een klein weten, voeg ik er aan toe, Een klein idee hoogstens, klein In zijn gevolgen Voor de tijd.
Als aan de ene kant staat het ding En aan de andere kant het mysterie, Is de wereld duidelijk.
De straat is de straat waar ik vrienden tegenkom, De bomen bloeien zoals zij moeten bloeien, met bloesems, De wind waait wanneer zij wil, En het gebrek aan meer weten Dat aan de ene kant staat het ding En aan de andere kan het mysterie Is mij een onuitputtelijke bron van vreugde.