Soms, dan heb ik flink de pest in.
Zit het me opeens tot hier.
Loop ik heel de dag te balen,
vind ik iedereen een klier.
Op mijn kamer: uren mokken,
de volumeknop op luid.
Dat er niemand vraag: wat scheelt er,
maakt geen ene donder uit.
Want dan ga ik gillen, hoor je?
Gillen.
Als er iemand vraagt: waarom?
Blijf maar uit mijn buurt, want anders
moet ik janken, denk ik. Stom