xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zes op de tien voedingsmiddelen
bevatten benzeen.
Bijna zes op de tien
voedingsmiddelen bevatten benzeen, hoewel de hoeveelheid meestal zo klein is
dat geen gevaar dreigt voor de gezondheid. Toch is waakzaamheid nodig, want 6
procent bevat meer benzeen dan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) goed acht.
Dat blijkt uit een onderzoek van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid
(WIV) en de Universiteit Gent naar benzeen in de voeding.
De WIV en de UGent onderzochten 455
verschillende voedingsmiddelen. In 58 procent daarvan vonden de onderzoekers
benzeen, meestal in erg kleine hoeveelheden. Toch lag in 6 procent de
concentratie boven de 10 µg/kilo (microgram per kilo), de limiet van de WHO
voor drinkwater. De hoogste concentraties zaten in verwerkte levensmiddelen van
dierlijke oorsprong, zoals gerookte vis of vlees, in salades en in hermetisch
verpakte voedingsproducten.
Onder de dosis
Volgens de onderzoekers is waakzaamheid nodig, maar is er geen gevaar voor de
gezondheid. Een volwassene krijgt namelijk dagelijks maximaal 7,3 µg benzeen
via voeding binnen, en dat is ruimschoots onder de toxische en
kankerverwekkende dosis, en veel minder dan we dagelijks inademen. Een
gemiddelde stadsbewoner bijvoorbeeld ademt dagelijks meer dan 90 µg benzeen in.
Wie dagelijks 20 sigaretten rookt, inhaleert 400 µg benzeen.
Natuurfenomenen
Benzeen is een vluchtige, organische stof die kankerverwekkend is. Het wordt
gebruikt bij de productie van chemische producten als verf, detergenten en
kunststoffen. Bovendien komt het vrij bij natuurfenomenen als
vulkaanuitbarstingen, en bij de verbranding van fossiele brandstoffen of hout.
Benzeen zit ten slotte ook in sigarettenrook en uitlaatgassen
|