Last
Ik kan vandaag
niks hebben,
niks hebben om me heen.
Ik scheld en schop en schieten
kan ik op iedereen.
Vandaag kom ik uit bed,
maar met mijn verkeerde been.
De fiets van
onze buren
beneden in de hal,
die stoort me nu al weken.
Vandaag krijgt hij een knal.
Vandaag ben ik geprikkeld,
een netelig geval.
Dat hondje in de
Hoogstraat
doet er verstandig aan
vandaag zijn bek te houden,
wil het nog voortbestaan.
Vandaag ben ik een nare
en laat me lekker gaan.
En kom ik jou
soms tegen,
maak dan je borst maar nat.
Let heel goed op je, woorden.
Ik ben op oorlogspad.
(En morgen vraag je maar, waar
ik gisteren last van had.)
|