Liefhebben
Liefhebben is in droefheid zich vermeren, en voller worder van een vreemd erbarmen, en langzaam tot de bodem weer te keren als men ‘t geluk drinkt in elkanders armen.
Want wie bemint neemt ook de droefheid over die zich in ‘t andre, zo geliefde leven genesteld heeft als schaduw in het lover nevens het zonlicht en daarmee verweven.
Liefhebben is opgroeien in verdriet en dan, in de berusting van het zwijgen, de toppen van het leven te bestijgen, tot waar men in het dal der tranen ziet, dat zacht en blauw is en schier onbewogen, als somtijds droefheid is in kinderogen.
.
|