De eenvoud van beuken
Liep ik vijftien meter boven de grond door de kroon van een beukenwoud en tastte tussen de twijgen rond dan denk ik dat ik meer verstond waarom ik van ze houd. En kroop ik vijf voet de aarde in zo traag als hun wortels gaan dan dronk ik de ware waarde in van hun aaise groei en staarde in de poriën van mijn bestaan. Maar ik zit met mijn gebroekte stramme hoewel goed bedoelde hammen op het schijnbaar vriendelijk mos tussen de schijnbaar gladde stammen van het schijnbaar simpele bos. De aarde wordt het best genoten met onze ogen half gesloten.
Leo Vroman
|