Moeten vleesvervangers vlees vervangen?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Bijna elke soort vlees kan je tegenwoordig krijgen in vegetarische variant. Vegetarische paté, salami of gehaktballen, allemaal smaken en ruiken ze naar hun origineel. Bovendien zijn ze snel klaar te maken. Maar moet vlees wel vervangen worden? Welke soorten vleesvervangers zijn er tegenwoordig al? En zijn ze wel gezonder dan vlees?
De term 'vleesvervanger' impliceert dat vlees moet worden vervangen door iets anders. Dat is niet zo. Mits een evenwichtige en gevarieerde voeding kan iedereen zonder problemen vlees bannen uit het dieet.
De meeste vleesvervangers bestaan voor het grootste deel uit eiwitten, iets wat we volgens studies al meer dan genoeg binnenkrijgen. Wie toch extra eiwitten wil, kan die halen uit peulvruchten, noten, zaden en veel groenten. Ook alle andere voedingsstoffen uit vlees kan je elders halen.
In het hoofd Iemand die gewoon is om een traditioneel voedingspatroon te volgen waarbij een bord altijd gevuld wordt met vlees, aardappelen en groenten, kan in het begin het gevoel hebben iets te missen. Het kan zelfs zijn dat hij zich na de maaltijd niet voldaan voelt. Dat gevoel zit vaak in het hoofd, maar is toch van een niet te onderschatten belang. Vleesvervangers die sterk naar vlees smaken en er ook zo uitzien en die bovendien ook gemakkelijk en snel klaar te maken zijn, kunnen de overstap naar een vleesloze dag gemakkelijker maken.
Tegenwoordig is het aanbod vleesvervangers erg uitgebreid, hoewel er in de VS en in Azië nog veel meer op de markt is dan in België. In onze supermarkten kan je meestal quorn, tofu, tempeh, seitan en andere plantaardige producten, al dan niet verwerkt in bereidingen, vinden.
Zout Over het algemeen bevatten die producten eiwitten en ijzer, maar vaak wordt er nog eens extra ijzer en vitamines (zoals B12) aan toegevoegd. Vleesvervangers bevatten vaak evenveel of zelfs meer vet dan vlees, maar het aantal verzadigde vetten is wel beduidend minder. Teveel verzadigde vetten zorgen ervoor dat onze cholesterol stijgt.
De vier meest courante vleesvervangers zijn: Quorn: Gemaakt van een schimmeleiwit. Het is een deegachtige substantie (45 procent eiwitten, 13 procent vet) dat gebonden wordt met het eiwit van kippeneieren. Het schimmeldeeg wordt op smaak gebracht met plantaardige smaakstoffen en soms worden ook plantaardige kleurstoffen toegevoegd.
Seitan: Gemaakt van tarwegluten en water (daarom soms ook tarwevlees genoemd). Het heeft een sponzige op vlees gelijkende vleesstructuur en smaakt kruidig.
Tofu: Gemaakt van sojabonen. Tofu smaakt neutraal, maar neemt zeer gemakkelijk andere smaken over. Meestal wordt het water eruit gedrukt en dan wordt het gemarineerd. Het is calorie-arm en bevat alle essentiële aminozuren, mineralen (natrium, kalium, calcium, fosfor, magnesium, ijzer, zink) en vitamines (B1, B2 en B3). Het bevat geen vitamine B12.
Tempeh: Gemaakt van sojabonen. Het is een soort witte schimmelkoek die ietwat zurig smaakt. Net zoals tofu neemt het goed de smaak op van kruiden. Omdat tempeh -in tegenstelling met tofu- gemaakt wordt van de hele sojaboon, zit het product vol vezels.
Kant-en klare vleesvervangers zijn verkrijgbaar in alle mogelijke vormen: kebab, gehakt, balletjes, hamburhers, nuggets, cordon bleu,... De meeste producten bestaan uit een mix van smaakmakers met een eiwithoudende plantaardige grondstof (bijvoorbeeld soja). Kant-en-klare producten zijn wel niet altijd optimaal. Vaak zijn ze gepaneerd en slorpen dus veel vet op. Bovendien bevatten ze vaak redelijk veel zout.
|