Vergeten groenten Tuinboon.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Geprezen en gemeden
Tuinbonen, labbonen, Roomse bonen, paardebonen, wollewantjes
Deze éénjarige peulgewassen luisteren naar vele namen en hebben een lange geschiedenis achter de rug. Je zou ze zelfs de pioniers onder de geteelde groenten kunnen noemen. De oorspronkelijke Latijnse naam is Vicia faba, wat vrij vertaald betekent dat het een boon van de soort Wikke betreft. De naam Wikke is afgeleid van wikkelen: deze planten houden zich namelijk met hun ranken vast aan naburige planten.
Aanbeden en veracht. Wanneer deze bonen voor het eerst uit de grond sproten is een groot vraagteken, maar hun wortels zouden tot in de prehistorie verankerd zitten. In het Oude Egypte offerde het gewone volk de bonen aan de goden. Op deze manier zou men immers contact kunnen maken met de onzichtbare wereld. De Egyptische priesters waren dan weer niet zo happig op de boon en beschouwden ze als onrein en taboe. Volgens hen probeerden de zielen van overledenen naar de aardse wereld terug te keren door zich te huisvesten in de tuinboon. Ook de Griekse wiskundige Pythagoras liep niet hoog op met deze peulvruchten. Nadat hij minstens twaalf jaar bij Egyptische priesters had gestudeerd, nam hij hun afkeer voor labbonen over. Er zijn enkele mogelijke verklaringen. Mensen die lijden aan een erfelijke aandoening die favisme heet, zijn extra gevoelig voor bonen en mogen ze niet eten. Misschien was Pythagoras zo iemand. Een tweede, nogal vergezochte verklaring is de volgende: bonen zijn erom bekend dat ze winderigheid veroorzaken en in het Grieks zijn wind en ziel één en hetzelfde woord (aremos)
Bij de Romeinen genoten de Vicia faba en andere Vlinderbloemigen wel heel wat aanzien. Vele welstellende lieden lieten zelfs hun achternaam veranderen in Fabius (tuinboon) of Cicero (kikkererwt). In de Middeleeuwen was de boon de hoofdprijs in de driekoningentaart, destijds een wijdverspreid gebruik in onze streken. Men bakte een cake met bloem, eieren, rozijnen en honing, op smaak gebracht met gember en peper. Wie de boon in zijn stuk van de ronde, platte cake aantrof, werd koning of koningin voor één dag - binnen het gezin welteverstaan.
In alle kleuren Niemand is er totnogtoe in geslaagd te achterhalen van welke wilde plant tuinbonen afstammen. Ofwel is ze nog niet ontdekt, ofwel heeft ze reeds het loodje gelegd. Hoewel het nog steeds een wijdverspreide en makkelijk te bereiden groente is, dreigt onze boon in het vergeethoekje te belanden. Toen de bonen dertig- tot veertigduizend jaar geleden geplukt werden in Centraal-Azië, waren ze niet groter dan een vingernagel. Tegenwoordig kunnen ze 60 tot 100 cm hoog groeien. De klassieke lange labbonen (cultivar Aquadulce) komen bij ons het meest voor en hebben zes tot acht blanke boontjes. De klassieke soort heeft nog enkele broertjes en zusjes, namelijk Violetta, Red Epicure en Sevilla - varianten met prachtige paars- of roodgekleurde bloemen en rode of beige bonen. In sommige landen zijn de bonen korter of zelfs bruin, zoals in Egypte. Eén van de bekendste varianten is de Green Windsor, genoemd naar de Engelse streek waar Nederlandse tuiniers ze voor het eerst kweekten.
Stoere binken Labbonen hebben een streepje voor op andere boonsoorten doordat ze tegen een stootje kunnen: van een beetje vorst zijn ze niet bang. Aangezien ze best in een koel klimaat groeien, kan je ze al vanaf eind september tot begin maart planten. Het best plant je ze op verschillende tijdstippen van het jaar: zelfs als er dan toch enkele sneuvelen door de vorst, blijven andere gespaard van dit lot. Als je de bonen in potaarde laat overwinteren, bescherm je ze best tegen muizen. Die weten zich immers een weg te graven naar de voedselvoorraad.. Tuinbonen moet je jong oogsten, anders krijg je een bitter velletje rond de bonen. Dan moet je ze zowel pellen als doppen. Als ze niet langer zijn dan 11cm, kan je ze in hun peul koken. Ze zijn een delicatesse als je ze beetgaar kookt en nastooft in wat margarine met peterselie. Voeg tijdens het koken bonenkruid toe - zo worden de bonen beter verteerbaar. De fragiele blaadjes zijn eveneens eetbaar. Een goede manier om ze te bereiden is ze stoven als spinazie. Labbonen zijn trouwens erg voedzaam; ze bevatten massas eiwitten en zijn een rijke bron van mineralen zoals kalium, ijzer, vitamine A, B1, B2, C en E. Niets dan goeds!
|