
Zoals beloofd gaan we verder met de kindertijd herinneringen.3 jaar: Ik kan vroeger fietsen dan stappen lijkt wel. De driewieler wordt al gauw ingeruild voor een heuse kinderfiets, weliswaar met twee extra wieltjes. Ik wiebel lustig door het park, dat ik bijna beter ken als onze tuin, tot een fotograaf mij in de mot krijgt en een kiekje wil nemen. De man wil dat ik mijn armpjes naar boven steek als een heuse wielrenner die de koers gewonnen heeft. Gehoorzaam als ik ben doe ik dat en val pardoes van de fiets af, recht in een plas. Dat uitstapje was vlug over want ik hang van onder tot boven onder het slijk. 3 jaar: Pleegma zet steeds de pantoffels van pa in één van de vele oventjes die de Leuvense Stoof rijk is om ze op te warmen tegen dat hij thuis komt. Ik heb het haar al zo dikwijls zien doen dat ik het ook kan. Alleen kan ik nog geen klok lezen. Resultaat is een huis vol rook en stank van verbrandde gummi. Pa moet die avond op zijn sokken lopen. 4 jaar: Het is winter en dan krijgt pleegzus voor ze naar het werk gaat een groot glas Stout met een geklutst ei en een schep bruine suiker. Dit om haar warm te houden onderweg. Voor mij maakt pleegma een heel klein glaasje, kwestie van dat ik ook wat heb. Op een onbewaakt ogenblik zie ik kans om zowel het groot als het kleine glas op te drinken. Ik moet die dag niet naar school, ik mag mijn allereerste roes uitslapen. 4 jaar: Mijn pleegzus huwt en daar horen volgens haar geen kleine kinderen bij. Ik ga dus uit logeren bij een vriendin van pleegma. Die vriendin vindt er niet beter op dan mij een toom (leidsel) aan te doen omdat ze vreest dat ik anders te ver zou weglopen. Ik gil de ganse weg alle duivels uit de hel want ik wil los! Vriendin zweet jaren nadien nog peentjes als ze aan die dag terug denkt. Ik ga het hier bij laten want ik herinner mij nog zoveel meer uit mijn prille kinderjaren dat ik nog uren zou kunnen doorgaan. Zoals het heksenhuisje in het Rivierenhof dat op een bergje stond en waar ik doodsbang voor werd gemaakt als ik stout was. Of Zwarte Piet die met zijn zak als dreiging boven mijn hoofd hing en waardoor men mij met geen stokken tot bij de Sint kreeg om een foto te laten maken. Het was in die tijd allemaal pedagogisch verantwoordt, net als de tik op onze handjes of billen als we niet wilden luisteren. Het heeft ons in elk geval geen kwaad gedaan. Toen ik gisteren aan Wim vroeg hoe ver zijn herinneringen aan zijn kindertijd terug gingen, antwoordde hij dat hij het niet zo meteen zou weten, maar zeker niet verder dan zijn zes jaar. Hierbij is dus bewezen dat meisjes veel beter onthouden dan jongetjes. En om mijn bewering te ontkrachten, en met een belofte dat hij dit keer niets uit zijn duim gaat zuigen, geef ik het stokje graag door aan LUDOVIKUS.
|