Terug tijd voor een beetje geschiedenis. Dat Vlaanderen en Portugal historische banden hebben, weten wij al vanuit onze geschiedenisboeken. Maar af en toe duiken onbekende namen op van Vlaamse mannen die een belangrijke rol gespeeld hebben tijdens hun leven. Zo ook Nicolaes Cleynaerts, ook terug te vinden onder de naam Nicolau Clenardo of Nicolaus Clenardus.
Nicolaes Cleynearts. Vandaag een onbekende naam, in het Europa van de 16de en 17de eeuw een begrip. Deze Diestse humanist (1493-1542) schreef enkele Griekse handboeken die zijn naam in Europa vestigden: meer dan 500.000 exemplaren werden ervan gedrukt. Maar vanaf 1525 ging zijn belangstelling vooral uit naar het Arabisch. Op zoek naar een moorse meester vergezelde hij Hernando Colón, zoon van Christoffel Columbus, naar het zuiden, waar hij grote roem oogstte als lesgever van de latere Portugese koning Henrique.
Lees het volledig artikel via volgende link: KLIK HIER!
Het openbare en zeker het theologische leven was begin 16de eeuw geheel en al een mannenzaak. Cleynaerts' faam verspreidde zich en zo kreeg hij een uitnodiging om aan het Portugese hof de opleiding te gaan verzorgen van de jonge prins Henrique (*). Évora én de aartsluie Portugezen De tocht naar het Portugese hof werd geen makkie. Maar Cleynaerts kon snel aarden in Évora. Hij gaf de toekomstige vorst les én hij kon zich verdiepen in zijn studie van het Arabisch. Tussendoor observeerde hij de leefwijze van de Portugezen. "Geen volk ter wereld is zo werkschuw als het Portugese. (...) Als hier niet zoveel vreemdelingen verbleven om het handwerk te verrichten, geloof ik niet dat ik ooit een barbier of een kleermaker had kunnen vinden." Het waren zwarten die al het werk deden. In elk huishouding minstens één. De rijken doen daar nog een schepje bovenop. Die hebben zwarten van beide seksen in dienst en die kweken met ze, zoals wij met duiven doen."Daarbij spreidden de Portugezen ook nog een merkwaardige ruimdenkendheid op het gebied van de liefde ten toon: "Overal wordt Venus publiekelijk geëerd." Vrijen wél, maar werken ? "Zou een vrij man in Portugal bereid zijn ook maar het geringste werkje te verrichten? Geen denken aan !" En met zo'n mentaliteit gingen de Portugezen aan het koloniseren ... Vanwaar toch zo'n ingesteldheid ? Cleynaerts vervolgt: "Het ergste van alles: die uiterlijke praal berust uitsluitend op schijn ! Al die slaven worden onderhouden ten kost van veel vasten en ascese." Portugal was een reus op lemen voeten.
Ondertussen was het elders in Europa onrustig. In Engeland werd Thomas More onthoofd. Keizer Karel had de handen vol aan de oprukkende Turken. Christentroepen gingen de Moren in Tunis in de pan hakken en overal in Europa maakte de Inquisitie jacht op "ketters". In Évora verdient Cleynaerts goed zijn boterham. Naar Portugese gewoonte schaft hij zich ook drie zwarte slaafjes aan. "Om hun leven te verlichten", uiteraard. De drie zwarte jongens met wie hij via gebaren moet 'praten', zullen hem helpen zijn methodes voor het aanleren van vreemde talen doeltreffend te ontwikkelen. Want dat is nog een verdienste van Cleynaerts: hij leert Latijn aan zijn zwarte slaafjes door middel van een converseermethode die een voorafbeelding is van de latere Assimilmethode: voortdurende herhaling van korte zinnetjes uit het dagelijkse leven. De Cleynaert's 'show' doet Braga aan In Braga waar Cleynaerts vervolgens naar toe trekt om er een nieuw Latijns college op te richten, past hij zijn nieuwe methode consequent toe. Zo geeft hij voor grote groepen leergieringen al spelenderwijze onderricht in het Latijn en dat doet hij "zowaar met handen en voeten: mijn neus snuiten, mijn haar kammen, mijn schoenen aan- en uitdoen. Ik deed het allemaal voor terwijl ik hardop het Latijnse woord uitsprak." Ook zijn drie zwarte slaafjes treden mee op in de show. Als je leest hoe enthousiast het publiek reageerde, hoe iedereen begon te lachen en te applaudiseren, hoe de zaal in één pandemonium veranderde, dan zou je er zelf willen bij geweest zijn, bij zo'n optreden van Cleynaerts. Het moet nogal een evenement geweest zijn. En hij dreef de spot met alles. Liet zijn publiek bv. uitroepen"Ego sum cardinalis". "Ik ben Kardinaal" Maar dan flitst het door je hoofd: daar gaat hij miserie mee krijgen
Lees het volledig artikel via volgende link: KLIK HIER!
D. Henrique, o Cardeal-Rei de Portugal
Sé Catedral de Évora
(*) Hendrik I (Lissabon, 31 januari 1512 - Almeirim, 31 januari 1580) bijgenaamd Hendrik de Kuise of Hendrik de Koning-Kardinaal, was van 1587 tot 1580 koning van Portugal.
Hendrik maakte deel uit van het Huis Avis-Beja, Hij was de vijfde zoon van koning Emanuel I van Portugal en diens tweede vrouw Maria van Aragón. Bovendien was hij de jongere broer van de Portugese koning Johan III. Vandaar dat Hendrik oorspronkelijk nooit de verwachting heeft gehad troonopvolger te zullen zijn. Vanwege zijn functie als kardinaal kreeg hij de bijnamen De Kuise en Koning-Kardinaal. Reeds op jongere leeftijd nam Hendrik zich voor de relaties tussen Portugal en de katholieke kerk te willen verbeteren. Hij klom snel op in de kerkelijke hiërarchie en werd bisschop van Braga, Évora en Groot-Inquisiteur. Nadat zijn achterneef Sebastiaan I als vermist werd opgegeven na de slag bij Alcácer-Quibir in 1578, volgde Hendrik deze op als koning.
Hendrik I kwam aldus terecht in een ingewikkelde kwestie rondom de troonopvolging. Na zijn overlijden zond Filips II de hertog vanAlva om zijn aanspraak op de troon met geweld te verwezenlijken, hetgeen lukte. Portugal maakte vanaf 1580 tijdelijk deel uit van het Spaanse koninkrijk. Hij was de laatste koning van Portugal uit het Huis van Avis.
A Guitarra Portuguesa é de origem remota, tendo por base a cítara renascentista e o alaúde árabe. Alguns pretendem que tenha origem na chamada guitarra inglesa, que contudo, pura e simplesmente nunca existiu. De facto o termo refere-se a um padrão de qualidade. Durante algum tempo os melhores instrumentos do tipo eram os fabricados em Inglaterra. Na realidade a Inglaterra não tem, de outra forma, grande tradição no desenvolvimento deste tipo de instrumentos.
De Portugese Guitarra is oorspronkelijk ontstaan uit de renaissance citar en de Arabische luit. Er zijn er die beweren dat haar origine ligt bij de zogeheten Engelse gitaar, dit kan eenvoudigweg niet. Het heeft vooral te maken met de kwaliteitsnorm. Gedurende enige tijd werden de beste instrumenten van dit type gefabriceerd in Engeland. In werkelijkheid bezit Engeland geen grote traditie in het ontwikkelen van dergelijke instrumenten.
Gonçalo Paredes e Flávio Rodrigues, entre outros, foram os compositores mais respeitados dentro do estilo tradicional. Posteriormente Artur Pardes surgiu com a sua interpretação pessoal do instrumento beneficiando a sua acústica de diversas formas. Trabalhando com a família de construtores Grácio, de Coimbra, Paredes trouxe o instrumento para a era moderna, onde ele se mantém hoje, como perfeitamente actual.
Onder andere Gonçalo Paredes en Flávio Rodrigues waren zeer gerespecteerde componisten in de traditionele stijl. Recenter verscheen Artur Paredes met zijn persoonlijke interpretatie van het instrument. Hij maakte gebruik van de akoestiek met de verschillende vormen van het instrument. Hij werkte daarvoor samen met de instrumentenbouwers uit de familie Grácio uit Coimbra en ontwikkelde op die manier het instrument tot zijn huidige vorm.
CARLOS GONÇALVES "Lágrima" Instrumentaal
Carlos Conçalves is de componist van deze fado, waarvan de tekst geschreven is door Amália Rodrigues. Het is één van de meest representatieve fados van Amália met een buitengewone schoonheid, zowel muzikaal als poëtisch
Indien u de gezongen versie van deze fado wilt horen, klik dan HIERen dan komt u op een vorig bericht over Ana Sofia Varela mét tekst én vertaling
Um alaúde mourisco, com seis pares de cordas (Een Moorse luit met zes paar snaren)
Mourisco (in het Spaans: Morisco), letterlijk Moortjes, is de naam die men geeft aan de Andaloesiche Arabieren en Berbers die na de val van Granada in 1492 achterbleven in christelijk Spanje en die door de Katholieke Koningen verplicht werden om hun godsdienst, taal en cultuur op te geven. Het laatste halfmiljoen Morisco's zal pas in 1614 op boten gezet worden richting Marokko, waar ze steden stichten als Rabat en Tetouan.
Maar resten van hun cultuur overleven nu nog in Spanje en Portugal. Daarom kan je in het vroegere al Andalus (Portugal en Spanje) niet alleen Arabische architectuur terugvinden, maar ook restanten van die Morisco-cultuur.
De meest bekende muziekvorm uit Portugal heet fado.
Het woord fado en de muziek is Arabisch van origine. Portugezen hadden last met de Arabische zware H. Daarom spreken ze nu over de vroegere badenwijk in Lissabon, al Hamma als alFama, of van de stad Faro (oorspronkelijk Harun). Wel het woord fado komt van het Arabische hadu, een herderslied. Oorspronkelijk dus pejoratief bedoeld: een ongecultiveerd (niet romaans) lied. De sfeer van fado liederen wordt beschreven met de term saudad, wel dit is gewoon het Arabische woord voor melancholie, sawdad.
Zomaar een vrolijke fado gezongen door Adélia Pedrosa (Brazilië) met een ondeugend knipoogje naar alfacinha da Casa Portuguesa
Adélia zingt "Lisboa Não Sejas Francesa" (Lissabon is niet Frans), "Lisboa Antiga" (Oud Lissabon), "Lisboa à Noite" (Lissabon bij nacht) en "Lá Vai Lisboa".(Daar gaat Lissabon) een kadootje aangeboden aan ál mijn blogbezoekers
- o 0 o - Samengevatte biografie over Ercília Costa met getuigenissen van Josefina Silva en Deolinda Rodrigues met een introductie door Nunes Fortes gerealiseerd in 1984 - o 0 o -
Ercília Costa werd geboren in 1902 in een kleine vissersgemeenschap nabij Lissabon, maar haar natuurtalent als fadista bracht haar onder de aandacht van een plaatselijk fadohuis, waar zij reeds als tiener zong. Midden de jaren 20 was zij reeds een bekende en bewonderde fadista met een groeiende nationale populariteit. Door haar succes werd zij gevraagd om op te treden in Brazilië in 1936, in 1937 in Parijs en nadien in New-York, waar zij zong in het Portugese paviljoen. Zij doorkruiste Amerika zingend voor de Portugese gemeenschappen in verschillende steden en eindigde in Hollywood. Officieel ging zij op pensioen in 1954 om rustig te kunnen leven nabij Lissabon, maar zij nam in 1972 nog eenmaal haar meest populaire fados op. Ercília Costa was onbetwistbaar de eerste Portugese internationale ster en haar status is sindsdien legendarisch geworden.
Vanaf het begin van vorige eeuw werd meer en meer duidelijk dat fado uiteindelijk slechts drie begeleidingsinstrumenten zou kennen die bijna organisch met zijn geschiedenis waren meegegroeid. Behalve bij de gesproken fadogedichten is er van fado geen sprake zonder guitarra en viola.
De guitarra of guitarra Portuguesa is het voornaamste instrument. Terecht is ze hét symbool van de fado. Het is een sister met peervormige klankkast, zes metalen dubbelsnaren en een bereik van 3,5 octaaf. De hals eindigt in een prachtig waaiervormig schroefstuk waarop 12 sleutels zijn aangebracht voor het stemmen. Het uiteinde van de hals kan zeer mooi zijn bewerkt tot een krul met bijvoorbeeld vrouwenfiguren, zoals de guitarra van Armandinho.
De guitarra wordt bespeeld met duim en wijsvinger. Pas rond 1930 gebruikte de guitarrista unhas (valse nagels). Er waren twee redenen om die te gebruiken: ze maakten de klank helderder en men kon een grotere snelheid bereiken in een muziek die almaar virtuozer werd. Bovendien kon een professionele guitarrista, die urenlang moest spelen, het zich niet meer veroorloven dat zijn echte nagels braken, waardoor het spelen onmogelijk werd.
Het tweede obligate instrument is de viola. Dat is de gewone Spaanse gitaar die vanaf het begin van de negentiende eeuw bij de begeleiding van de fado werd gebruikt.
Daarnaast kan men nog de viola baixo gebruiken, een basgitaar met vier metalen snaren die het ritme nog meer moeten beklemtonen. Ze is niet noodzakelijk maar wordt vaak bij de opnamen gebruikt.
De guitarra dient om de melodie van de zanger te versieren en te ondersteunen. Is er een tweede guitarra, dan moet die de eerste begeleiden en voor een melodisch contrapunt zorgen. De viola geeft de noodzakelijke ritmische basis aan. Instrumentalisten in de fado zijn vrijwel altijd mannen.
Eén van de grootste guitarristas van vorige eeuw is Armando Freire, die gewoonlijk Armandinho wordt genoemd. Armandinho (1891-1946) was zó belangrijk dat men spreekt over de fado vóór en na Armandinho. Eigenlijk is hij zoals Arthur Paredes in Coimbra (zie linkerkolom onder de knop 'Fado' met 3 berichten), de vernieuwer geweest die fado van eenvoudige begeleidingsschemas tot meesterlijke improvisaties verhief. Spijtig genoeg is het merendeel van zijn composities verloren gegaan, op enkele opnamen bij His Masters Voice na.
Bron
: Fado - De tranen van de Taag, Dirk Lambrechts, Uitgeverij EPO, 2000, ISBN 90 6445 167 2
Zin in iets lekkers ? Hieronder één van mijn lievelingsgerechten, eenvoudig om klaar te maken én een streekgerecht uit de Ribatejo Heerlijk!
Eirós grelhada a moda do Ribatejo
Omschrijving
Gegrilde paling uit Ribatejo
Ingrediënten
750 gram verse paling 50 gram boter half bosje peterselie fijngehakt 1 el. citroensap zout/peper
Bereidingswijze
Was de paling en snij hem in stukken van 6 cm. Smelt de boter, voeg de peterselie, het citroensap, het zout en de peper toe. Doop de stukken paling in de warme boter en leg ze onder de grill. Houd de boter warm. Rooster de paling tot zij gaar is gedurende 10/15 minuten aan alle kanten bruin. Matig de warmte aan het eind. Serveer overgoten met het warme botermengsel.
Serveertips
Serveren met gekookte aardappelen en een droge witte wijn. Bom apetite!
Andere Portugese recepten vindt u in de linkerkolom onder de button: Cozinha
Gonçalo Salgueiro, o prÃncipe do fado... e um tradução do 'Grito'...
Gonçalo Salgueiro is geboren in Montemor-O-Novo (Alto Alentejo) op 7 november. Op de leeftijd van 17 jaar vertrok hij naar Lissabon om te studeren aan de universiteit. Hij kwam ook in aanmerking voor het nationale conservatorium van Lissabon, maar hij prefereerde te studeren los van dit instituut. Gonçalo Salgueiro begon met het zingen van Fado door Maria de Fe (één van de grootste Fado zangeressen) in haar Fado huis"Senhor Vinho". Gonçalo kreeg zijn bekendheid door zijn indrukwekkende vertegenwoordiging van een rol in de musical "Amália". Zijn eerste solo album "...No Tempo Das Cerejas " uit het jaar 2002 wijdde hij aan de legendarische Amália Rodrigues.
Grito (Schreeuw)
Música: C. Conçalves Letra: Amália Rodrigues
Silêncio! / Stilte! do silêncio fasso um grito / uit de stilte komt een schreeuw corpo todo me dói / gans mijn lichaam doet pijn deixai-me chorar um pouco. / en laat mij een beetje huilen.
Só à sombra / Alleen in de schaduw como o sol vou rebolindo / draai ik mij weg van de zon de sombra assombrada / vanuit de droefgeestige schaduw já lhe perdi o sentido. / is alles zinloos geworden
.
Ó céu! / Oh hemel! aqui me falta a luz / hier ontbreekt mij het licht aqui me falta uma estrela / hier heb ik geen ster chora-se mais / schreeuw meer quando se vive atrás dela. / want het leven is voorbij.
E eu, / En ik, a quem o sol esqueceu / aan wie de zon vergeving schenkt só dou ao mundo perdão / alleen ik geef aan de wereld gratie só choro agora / nu alleen huilend porque quem morre já não chora. / want degene die sterft huilt nu niet meer.
Solidão! / Eenzaamheid! que lembras-me a santeira / brengt herinneringen aan de hemelse ao céu da companheira / zaligheid van mijn gezellin minha profunda amargura. / geeft diepe bitterheid.
Ai, solidão / Ah, eenzaamheid a quem foste confiante / op wie je vertrouwt Ai! solidão / Ah! eenzaamheid e se morderam a cabeça. / die vastzit in het hoofd.
Meu Deus / Mijn god que ao fim do além da vida / dat is het levenseinde do que já fui tenho sede / waar ik zo naar verlang sou sombra triste / ik ben een droevige schaduw encostada a uma parrede. / die vastligt aan een paal.
Adeus, / Vaarwel, vida que ranto duras / leven dat zo hard was da morte que tanto gabas / door de dood die jij verheerlijkte ai, que me dês / ah, jij laat me leven met a solidão quase loucura. / een eenzaamheid die me bijna gek maakt.
Site oficial do Fadista Portugues, Goncalo Salgueiro: CLIQUZ AQUI!
Videoclip van Gethsemane (Hof van Olijven) uit de musical Jesus Cristo Superstar, geïnterpreteerd door Gonçalo Salgueiro.
Homepage van de musical Jesus Cristo Superstar:KLIK HIER!
Sequência sobre as Divas do Fado Novo - o episódio 10: Cristina Branco
Cristina Branco (°Ribatejo, Portugal, 1972) is een Portugese fadozangeres. Aanvankelijk zong Branco jazz en andere - voornamelijk Portugese - muziek. Haar grootvader bracht Cristina in aanraking met de fado van Amália Rodrigues. Dit deed haar besluiten zich hierop toe te leggen. Branco zingt fado in een modern jasje. In Nederland is Branco bekend geworden door haar cd O Descobridor waarop ze vertaalde gedichten van J. Slauerhoff zingt. Daarnaast nam zij in 2006 samen met de Nederlandse groep Bløf het nummer Herinnering aan Later op, dat op de cd Umoja verscheen.
Cristina Branco zingt een sonnet van William Shakespeare in het Portugees
Se a alma te reprova
William Shakespeare/Custódio Castelo
Se a alma te reprova eu venha perto, Jura à cega, que o teu ardor eu fosse; Ardor tem, como saber, sítio certo, E assim me enchas, amor medida doce. Ardor enche de ardor a amor teu cofre, Ai, lardeia-o de ardor!, e ardor do apronto E bem prova que em vazadouro sofre Se o número é grande, eu só não conto. Então que eu passe em grupo ser visto, Sendo um nas cotas dessa feitoria; Tem-me em nada, se te agradar registo De que este nada em ti é doçaria. Faz só meu nome teu amor e amor; E amas-me então pois eu te chamo Ardor.
Origineel: If thy soul check thee that I come so near by William Shakespeare
If thy soul check thee that I come so near, Swear to thy blind soul that I was thy 'Will', And will, thy soul knows, is admitted there; Thus far for love, my love-suit, sweet, fulfil. 'Will', will fulfil the treasure of thy love, Ay, fill it full with wills, and my will one. In things of great receipt with ease we prove Among a number one is reckon'd none: Then in the number let me pass untold, Though in thy store's account I one must be; For nothing hold me, so it please thee hold That nothing me, a something sweet to thee: Make but my name thy love, and love that still, And then thou lov'st me for my name is 'Will.'
Cristina Branco, de mooiste stem van Portugal
Ze wil niet vergeleken worden met Amalia Rodriguez en eigenlijk is het ook geen fado wat ze zingt. En toch kennen we Cristina Branco als de beste fadista van haar generatie, een waardige opvolgster van de zangeres die ze zelf nooit gezien heeft. De stem van Cristina Branco doet harten smelten. Het is een stem zo zuiver als het helderste water, zo mooi als de vrouw die je liefhebt, zo soepel als een kat op een koord, doordrongen van weemoed, eigen aan de fado, maar ook van liefde voor het leven. Als Cristina Branco zingt, breken de pantsers en vallen de maskers. Een traan welt op en je zucht, stilletjes. Dan weerklinkt andermaal de Portugese gitaar van Custodio Castèlo, muze en geliefde van de zangeres, vader van haar kind, maar bovenal een virtuoze muzikant. Die ook helemaal in zijn muziek kruipt als hij speelt, trekken en grimassen op het gelaat als werden ze gedirigeerd door dezelfde tokkelende, huppelende vingers die de gitaar beroeren. Zonder het oogcontact met Branco te verliezen, want daarin schuilt de ondoorgrondelijke kracht van deze muziek, in het soms liefdevolle, dan weer passionele samenspel tussen gitarist en zangeres. Drie even bevlogen musici begeleiden het duo op piano, gitaar en akoestische basgitaar, hun ogen schitterend van genoegen. Als dit de nieuwe fado is, de fado zoals Cristina Branco (35) die over de wereld wil verspreiden, dan wacht de Portugese blues nog een stralende revival.
Cristina Branco: "Ik heb niet het gevoel dat ik iemand moet vervangen. Ik zit hier nu omdat ik destijds een plaat heb gehoord van Amália die me inspireerde, maar daar blijft het bij. Ik ben geen nieuwe ambassadeur van de fado of zo, al was het maar omdat ik geen typische fado zing en ik nog nooit in zon typische fado-kroeg geweest ben. Misia, die zou je misschien nog een opvolgster kunnen noemen van Amalia, maar ik ben gewoon mijn eigen weg gegaan. Ik heb fado trouwens altijd vrij ouderwetse muziek gevonden, onderworpen aan heel veel beperkingen. De traditionalisten wilden absoluut niet dat er iets veranderde. Terwijl het woord fado toch van het Latijnse fatum komt, lotsbestemming, het leven zelf. Fado zou muziek moeten zijn die het leven in de stad reflecteert, de gevoelens en de vibraties van de mensen. Vergelijk het met de tango. Het leven kan ook bruisen en sprankelen, en de muziek moet daarin meegaan. We mogen de fado niet opsluiten tussen de muren van de traditie. (Karel Michiels)
En met deze wijze woorden, sluiten we deze reeks over de Divas do Fado Novo...
De Christus Koning (Cristo-Rei) is een groot standbeeld van Jezus Christus bij Lissabon in Portugal.
Het standbeeld werd gebouwd in opdracht van de Portugeze dictator António de Oliveira Salazar en werd voltooid in 1959. Het is gebaseerd op het beroemde Christus de Verlossser (Cristo Redentor) standbeeld in Rio de Janeiro. De Christus Koning staat in de gemeente Almada op de linkeroever van de rivier de Taag en kijkt uit over Lissabon op de andere oever.
De voet van het beeld is ontworpen door architect António Lino. Het heeft de vorm van een poort en is 75 meter hoog. Het beeld van Christus Koning is gemaakt door Francisco Franco de Sousa en is 28 meter hoog. Aan de voet is een platform waarop men een panoramisch uitzicht over de stad heeft. De bouw begon in 1950 en was na negen jaar voltooid.
De bouw van het beeld was goedgekeurd op een bisschoppelijke conferentie die in april 1940 in de bedevaartsplaats Fátima werd gehouden. Het was bedoeld als een smeekbede aan god om Portugal buiten de Tweede Wereldoorlog te houden.
Ana Moura canta "A Sós Com A Noite " (e um tradição)...
A Sós Com A Noite (Eenzamen in de nacht)
Letra: Jorge Fernando
A luz que se arredonda / Het licht dat verdwijnt Alongando uma sombra sozinha / Een langerwordende schaduw A saudade a bater / Een saudade(=onbestemde droefheid) om te verslaan Uma dor que ao doer é só minha / Een pijn die op dat moment alleen van mij is
Um desvio inquieto / Een moeilijke scheidingslijn Um olhar indiscreto na esquina / Een onbescheiden schuine blik Um rapaz de blusão / Een jongeman in jeansjack Arrastando pela mão a menina / Die een meisje aan de hand meesleept
Passa um velho a pedir / Er passeert een vragende grijsaard Incapaz de sorrir pelos passeios / Niet in staat te glimlachen naar de voorbijgangers Um travesti que quer / Een travestiet die verlangt Assumir-se mulher sem receios / Om als vrouw herkend te worden
O alarme de um carro / Het alarm van een wagen Um cigarro apagado indulgente / Een met ongeduld gedoofde sigaret Um cheiro inusitado / Een ongewone geur O semáforo fechado para a gente / Een sein gesloten voor de mensen
Sobe o fado de tom / Blijft enkel de klank van fado E o fadista que é bom improvisa / En een fadista die mooie improvisaties brengt Estão em saldos sapatos / Zij dragen gesoldeerde (*) schoenen Desce o preço dos fatos de cor lisa / En goedkope gekleurde pakken
Um eléctrico cheio / Een volle tram Uma voz de permeio vai chover / Een stem daartussen, een regenbui Bate forte a saudade / Verjaagt plots de saudade Como é grande vontade de te ver / Evenals het grote verlangen om jou te zien
In Portugal bestaan vele tientallen verschillende recepten voor zoutevis oftewel bacalhau, en voortdurend duiken nieuwe op. Men zegt dat iemand een jaar lang elke dag een ander bacalhaugerecht zou kunnen eten, maar of dit nu overdreven is of niet, door de enorme veelzijdigheid van bacalhau is het een geloofwaardige uitspraak. Bacalhau leent zich goed voor allerhande gerechten en u kunt er uw creativiteit op los laten. De fiel amigo (trouwe vriend), zoals de Portugezen hem daarom wel noemen, harmonieert met verschillende smaaksensaties, en als u bang bent dat zijn sterke smaak u tegenstaat, probeer dan eerst onderstaand gerecht. Dan begrijpt u waarom iedereen er zon drukte over maakt.
Bacalhau à Portuguesa
Ingrediënten
600 g klipvis (omschrijving zie bij 'Voorbereiding') 400 ml warme melk 750 g in de schil gekookte aardappelen 100 ml olijfolie 100 g uienringen 60 g wortels, in blokjes gesneden 60 g bleekselderi, in schijfjes gesneden 2 fijngehakte knoflookteentjes 60 g boter versgemalen witte peper 1 bosje peterselie 12 zwarte olijven 2 hardgekookte eieren
Voorbereiding
De zeevaarders ten tijde van Columbus wisten al het drogen als conserveringsmethode voor magere vis te waarderen. Daardoor kon ook de bevolking uit het binnenland vis eten. Maar niet alleen Portugal, ook Noorwegen en Spanje produceren tegenwoordig dit soort gedroogde vis. In tegenstelling tot stokvis die alleen in zeelucht droogt, wordt klipvis voor het drogen gezouten. Vooral kabeljauw - maar ook schelvis en koolvis, leng of lom - worden voor het produceren van klipvis (klippen = splijten) van de kop ontdaan, gefileerd, gezouten en pas nadat ze zoutgaar zijn, worden ze gedroogd. Het hoge zoutgehalte moet voor de bereiding worden uitgespoeld door de vis in water te leggen.
Bereidingswijze
De klipvis in koud water leggen en afgedekt 24 uur in de koelkast zetten, het water enkele keren verversen. Afspoelen. De vis uit de vorm nemen en het vel helemaal aftrekken. De graten, indien nodig met een tang, verwijderen. De klipvis in kleine stukken verdelen, in een schaal met de warme melk begieten en 1 uur laten trekken. De aardappelen pellen en in dunne schijven snijden. In een pan een beetje olie verhitten, de uiringen met de blokjes wortelen, de schijfjes selderij en de knoflook glazig aanbakken en uit de pan halen. De aardappelschijfjes in de resterende olie aanbakken, daarbij enkele keren omdraaien. De boter smelten, een vuurvaste vorm daarmee bestrijken. In de beboterde vorm eerst een laag aardappelschijfjes leggen, daarop de aangebakken groente en vis (met melk) verdelen. Tot slot de rest van de aardappelschijfjes schubvormig erbovenop leggen zodat de onderste laag onzichtbaar is. Met peper en wat fijngehakte peterselie bestrooien en op 200 ºC in de voorverwarmde oven 30 minuten bakken.
Serveertips
Met olijven, de in partjes gesneden eieren en gehakte peterselie garneren en onmiddellijk opdienen.
Andere Portugese recepten vindt u in de linkerkolom onder de button: Cozinha
Fernando Lameirinhas is een van oorsprong Portugese zanger die zijn eigen unieke muziekstijl heeft gecreëerd, gebaseerd op de Fado, maar rijkelijk beïnvloed door de blues, jazz en Braziliaanse muziekstijlen. In 2006 bracht hij de adembenemende DVD 'Live in Carré' uit, met gastoptredens van o.a. Raymond van het Groenewoud, Paul de Leeuw, Bløf en Frank Boeijen. Opvallend is het duet 'Omhels Me Dan' dat hij uitbracht met zangeres Jacqueline Govaert van Krezip. Ook in 2007/2008 doet Fernando de theaters weer aan. De theatertour 'Anaìna' laat een veelbelovende samenstelling zien van diverse culturen en muzikanten.
1958 - 1980
Fernando Lameirinhas (Porto, 1944) vlucht in 1958 met zijn familie voor het dictatoriale Salazar-regime van het Portugese platteland naar Charleroi in België. Hier zet hij zijn eerste muzikale stappen, aangespoord door zijn Italiaanse gitaarleraar. Met zijn broer Antonio vormt hij het popduo Jess & James, dat eind jaren zestig in België verscheidene hits scoort, waarvan Move ('67) de grootste is (een tipnotering in Nederland). Vervolgens vestigt Lameirinhas zich in Amsterdam, waar hij zich bij het internationale latin-popgezelschap Sail/Joia voegt (later Joia, met leden van Zuco 103). De carnavaleske feestband fungeert als het huisorkest van de Amsterdamse Kosmos en Melkweg en scoort in '77 het hitje Amsterdão. In '79 verschijnt de derde en laatste Sail-Joia-plaat Live At The Milky Way.
1981
Onder de naam Fernando's Ginga maakt Lameirinhas de plaat Ride The Night.
1991
Lameirinhas is te horen op de plaat Mijn Hart Slaapt Nooit van Henny Vrienten.
1998 - 1999
Lameirinhas tourt met de programma's Fado Bailado ('swingende klaagliederen') en Cruzamento met veel succes door het Nederlandse en Belgische theatercircuit. In zijn begeleidingsband zitten dan zijn broer en bassist Antonio Lameirinhas, jazzsaxofonist Paul Stocker, de oorspronkelijk Zuid-Amerikaanse pianist Juan Pablo Dobal, gitarist Leonardo Amuedo en de inventieve slagwerker Michael Vatcher (ook actief in onder andere 4Walls en Available Jelly). Eind '99 neemt Lameirinhas met Paul de Leeuw de single Naar het Zuiden op, een melancholiek Portugees/Nederlands nummer, dat een bescheiden hit wordt.
2000
Najaar 2000 verschijnt het vierde album O Destino, met hierop een gevoelige gastbijdrage van Bløf-zanger Paskal Jakobsen (Abraça-me). Het Lameirinhas-kwintet doet aansluitend een uitgebreide theatertour door Nederland en België.
2001
Vanaf najaar 2001 staan Lameirinhas & band op de Nederlands en Belgische planken met hun nieuwe programma Agua. De dubbel-cd Live is opgenomen in Amsterdam, Antwerpen, Brussel, Leiden en Zwolle en bevat ondermeer een gastbijdrage van de Belgische zanger Raymond van het Groenewoud.
2002
Aan het eind van de zomer verschijnt Alegria do Triste. Het album opent met Sozinho, een duet met Frank Boeijen.
Optreden in Carré (klik op foto voor de videodemo) mét fragment samen met Raymond van het Groenewoud zij zingen Brel...
2005
Fernando Lameirinhas geeft op 18 april een jubileumconcert in het Amsterdamse Carré. De fado-gitarist zit dit jaar samen met zijn broer Antonio veertig jaar in het vak en viert dat met een speciaal optreden waaraan een groot aantal gasten meedoet. Onder meer Bløf, Paul de Leeuw, Trijntje Oosterhuis, Frank Boeijen, Raymond van het Groenewoud en Lilian Vieira van Zuco 103 zijn uitgenodigd. In oktober speelt Lameirinhas tijdens het WARchild concert te Ahoy' samen Jacqueline Govaert van Krezip het duet Omhels Me Dan.
WARchild concert 2005
Abrace me / Omhels me dan
Vertaald door Kris Panis Origineel / vertaling
Quero ir-me embora / Ik wil weggaan O meu coração deixar / Mijn hart achterlaten Por o seu veneno fora / Om buiten zijn gif E de ti me curar / Me ook van jou te genezen Eu quero perder-te / Ik wil jou verliezen Para de novo te ganhar / Om je dan opnieuw voor me te winnen E no labirinto das penas / En in het labyrint der smarten Aprender a te amar / Te leren jou lief te hebben
Abrace-me, abrace-me e beije-me, deseje-me / Omhels me, omhels me en kus me, verlang naar me Aperte-me bem forte contra ti / Trek me maar eens goed stevig tegen je aan Abrace-me, abrace-me e beije-me, deseje-me / Omhels me, omhels me en kus me, verlang naar me E deixe-me morrer um pouco por ti / En laat me een beetje doodgaan voor jou
Spijt heb ik niet meer Van wat ik je ooit zei Van wat ik alsmaar voel En wat jij niet voelt voor mij De tijd neemt echt geen keer De dingen gaan voorbij Maar de zaken van het hart Maken mij steeds minder vrij Spreek niet van vergeten Spreek niet over tijd Spreek niet over later Want later ben ik kwijt Omhels me dan, omhels me dan Je weet dat ik niet zonder kan Maar als ik dan toch zonder moet Verlos me dan
Abrace-me / Omhels me Omhels me dan, omhels me dan Je weet dat ik niet zonder kan Mijn hart is veel te groot Dus druk me nu maar zachtjes dood
Diz-mo, quero ouvir / Zeg het me, ik wil horen O que não te ouço mais dizer / Wat ik je niet meer hoor zeggen Quero fazer-te sentir / Ik wil je laten voelen Que por ti espero / Dat ik mijn hoop op jou stel
Draaiend om je heen Ontdek ik bij mezelf Dat ik maar de helft ben Een halve vrouw alleen
Quero fazer-te sofrer, não por eu te querer mal / Ik wil je laten lijden, niet omdat ik je pijn wil doen Mas por eu não te poder dizer / Maar omdat ik je niet kan zeggen O quanto te quero / Hoeveel ik van je hou Quero ver-te cair / Ik wil je zien vallen Para te poder levantar / Om je dan te kunnen optillen Da indiferença te fazer sair, escutar-te chorar / Je uit de onverschilligheid halen, je horen huilen
Omhels me dan, omhels me dan Je weet dat ik niet zonder kan Maar als ik dan toch zonder moet Verlos me dan Abrace-me / Omhels me Omhels me dan, omhels me dan Je weet dat ik niet zonder kan Mijn hart is veel te groot Dus druk me nu maar zachtjes dood Omhels me dan, omhels me dan Je weet dat ik niet zonder kan Maar als ik dan toch zonder moet Verlos me dan Omhels me dan, omhels me dan Je weet dat ik niet zonder kan Mijn hart is veel te groot Dus druk me nu maar zachtjes dood Spijt heb ik niet meer Van wat ik je ooit zei Van wat ik alsmaar voel Maar wat jij niet voelt voor mij Omhels me dan Abrace-me
Vertaling gedownload van Nedtlyrics.nl
2006
Het duet met Govaert komt eind april uit op single. Een registratie van het jubileumconcert in Carré verschijnt op dvd. Met Antonio Lameirinhas en Juan Pablo Dobal bereidt de muzikant het theaterprogramma Olhos ('Ogen') voor. Tijdens de voorstelling vertelt Lameirinhas muzikale verhalen over het eindeloze afscheid nemen en over de sensualiteit in de ogen van een geliefde. Op 28 en 29 december staat hij met Nynke Laverman en JW Roy in het Muziekcentrum Frits Philips in Eindhoven. Hun samenwerking wordt vastgelegd op de mini-cd Fado Blue.
Hier met Stef Bos Opnamesessie saudade in Nederland
2007
In studio Powersound werkt Lameirinhas met zijn broer Antonio (zang, bas), Juan Pablo Dobal (piano) en Liber Torriente (drums) aan het album Anaïna (september). De plaat bevat onder meer de Nederlandstalige duetten Hier en Ericeira samen met Stef Bos. De Anaïna Theatertour 2007/2008 door de Benelux gaat op 19 oktober van start in het Belgische Sint-Truiden. Tijdens de tournee speelt Enrique Firpi uit Uruguay op drums.
As nossas Capas... Canto d'Alma... Fado de Coimbra (+ tradução)
As nossas capas rotas velhinhas / Onze mantels, langs oude paden Todas de negro tremem no ar / Helemaal zwart, fladderend in de wind São andorinhas, são andorinhas / Het zijn zwaluwen, het zijn zwaluwen Que se preparam para migrar / Die zich voorbereiden om weg te trekken
As nossas pastas foram bordadas / Onze boekentassen werden geborduurd Por mãos de fada ou noiva ou mãe / Door de handen van een fee of verloofde of moeder E as pobrezinhas, abandonadas / En de bedelaars, helemaal verlaten Choram de mágoa, tristes também / Huilen met hun verdriet mee
Depois das aulas, todos com elas / Na de lessen, allemaal samen Toca p'rá Baixa, para as mostrar / trekken zij naar Baixa, om op te treden E das janelas, tristes donzelas / En voor de ramen, droevige jonkvrouwen Por estre os vidros, a suspirar / verschijnen smachtend voor de vensters
As nossas capas rotas velhinhas / Onze mantels, langs oude paden Todas de negro tremem no ar / Helemaal zwart, fladderend in de wind São andorinhas, são andorinhas / Het zijn zwaluwen, het zijn zwaluwen Que se preparam para migrar / Die zich voorbereiden om weg te trekken
Sequência sobre as Divas do Fado Novo - o episódio 9: Raquel Peters
Lisboa de encanto (Fascinerend Lissabon)
Raquel Peters werd geboren in Albufeira in 1984 en zingt al sinds zij twaalf jaar is. Zij volgde gedurende 10 jaren les in de volgende disciplines: zang, piano en muzikale opleiding en dat in het Conservatorium Maria Campina in Faro en het Muziekconservatorium in Albufeira.
Zij won verschillende Fado-wedstrijden, uitgeschreven in Albufeira, Portimão, Loulé, Lagoa e Vila do Bispo, evenals de Grande Noite de Fado, georganiseerd door de Casa da Imprensa, die doorging in het stadstheater van S. Luiz in Lissabon op 3 december 2005.
Zij trad op in o.a. Brazilië, Kaapverdië, Frankrijk, Spanje en Madeira. Op 6 oktober 2004 (datum van de vijfde verjaardag van het overlijden van Amália Rodrigues) nam zij deel aan het programma Amália... é impossível esquecê-la (Amália is onmogelijk te vergeten) uitgezonden door de RTP (Portugese zender) op uitnodiging van de fadista Braga João. In maart en april zal zij, op uitnodiging, de Argentijnse zangeres Marisa Santos vergezellen op een tournee door Portugal.
Ik ben Maaike/Myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam LaFadista.
Ik ben een vrouw en woon in Alfeizerão-Sapateira (Portugal) en mijn beroep is mezelf zijn.
Ik ben geboren op 30/12/1949 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Portugal, Lissabon, Fado, poëzie, reizen in 't algemeen, lezen, kookboeken, fietsen....