ik poets dol, dolgraag. Raar maar waar. Lichamelijk heb ik er vooralsnog geen problemen mee, dus vliegen we er wekelijks in vaak tot ergernis van mijn man, maar het kan me geen moer schelen, liever flink schrobben en boenen dan bv. een terrasje op mijn dooie gemakje te doen, daar word ik pas krankjorum van. Ziek word ik nog meer bij het zien van de noeste werksters die aan de slag zijn bij mijn buren, genre als ik ooit eens vijf minuten tijd heb.
<?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Twintig jaar geleden, met mijn meer dan fulltime job, heb ik wel hulp binnengehaald. Philomène, vooraan vijftig, een parel zo worden ze niet meer gemaakt, nog secuurder dan ons make. Een probleem: ze kon amper lezen en schrijven en ze liet zo graag een nota na. Elke week noteerde plichtsbewust wat ze gedaan had of wat ze nodig had de week daarop. Haar hiërogliefen waren absoluut niet te ontcijferen. Thuis beschikte ze niet over telefoon dus belde ik haar tijdens haar werk bij mij thuis. Alleen Philomène leed aan telefonitis, durfde aanvankelijk de hoorn haast niet opnemen en Zie madam, kindj, dat slaat godver.direct in mijn darmen. Tweede probleem: Philomène vloekte als een ketter. Pure gewoonte. Ze besefte het niet eens. Tegen mijn dochter (tijdens de schoolvakantie): Ja maar, godver ge moet uw boterhammekens opeten, wacht godverals je mama telefoneert kzal het haar godverne keer ferm zeggen.
Als mijn man uitzonderlijk vroeg thuis kwam en Philomène was nog aan het werk: Ja maar menier, godvera poeiten (poten) beiter afkoisen, wat hebt gij godverwel op! Zie dat madam godverdtegen mij van haar klten begint te maken, niet met mij!
Vijf jaar is ze bij ons gebleven tot ze grootmoeder werd. Een viertal keer per jaar wipt ze nog steeds even binnen. Door haar kleinkinderen is haar taalgebruik stukken beter geworden, alleen dat vloeken raakt ze niet kwijt.
19-09-2007 om 19:11
geschreven door titipoes
|