Lieve mams,
Kon ik maar heel even met je meegaan in jouw gedachten, zien wat jou nu bezig houdt Je handen dolen rusteloos over de lakens, je blik lijkt verankerd in de verte. Je lippen prevelen een verwarde zin, we begrijpen jou niet. Denk je aan wat voorbij is mams, je lang zinvol leven, je altijd bezig zijn? Voor wie is die uitgestrekte hand, wie wenkt jou naar de andere kant?
Waarom vloeit die enkele traan uit jouw uitgedoofde ogen? Hebben we jou pijn gedaan? Waar is je heldere lach die we nooit meer zullen horen? Je kijkt naar ons, met die afwezige blik, ik ben niet zeker dat je ons herkent. Of toch?
Af en toe hebben we even contact en klamp ik me vast aan jou zwakke woorden . Maar het is valse hoop want spreken vermoeit je zo. Als je dan met gesloten ogen doodstil voor me ligt en ik tegen beter weten in blijf praten dan zie ik aan het knikken van je hoofd dat je me inderdaad hoort. Als ik je koude handen in mijn handen verwarm dan voel ik hoe je probeert om me even te troosten door je trillende vingers rond de mijne te sluiten maar je hebt er de kracht niet meer voor. Waar is mijn trotse ma? Ik kan het niet aanzien hoe ik je nu als een kind lepeltje na lepeltje wat te eten geef!
Men zegt me :" Zij heeft geen pijn, ze is zo'n lieve vrouw, ze klaagt nooit en alles is goed wat we ook vragen ". Dan zou ik willen roepen:" Maar dat is mijn ma niet, zoals ze er nu bij ligt zou ze het nooit gewild hebben."
Ik ben kwaad in jouw plaats mams; kwaad omdat je die kelk tot het bittere einde moet ledigen en kwaad omdat ik je niet helpen kan. Ik ben droevig omdat ik zo hulpeloos moet toezien hoe je van ons wegglijdt.
Lieve mams dit is voor jou en hoe je altijd in mijn hart verder leeft:
Mams, Ik kan je best vergelijken met een roos,
De mooiste uit mijn tuin. Eén stevige stengel en veel frisse blaadjes. Bij elke tegenslag verloor je een blaadje,
Maar je bleef trots overeind.
Eén plotse wind deed je stengel nu toch breken!
Maar voor mij blijf je altijd mijn mooiste roos!
|