Lieve blogger. Ik hoop ten stelligste dat u op dit moment ergens kunt liggen braden en bakken onder een laag zonnecrème, tot u lichtjes begint te knetteren. In mijn biotoop schijnt de zon ook maar is het koud en knettert alleen het hout in de kachel.
Ik heb voor de gelegenheid even een bain de soleil aangetrokken, kwestie van wat inspiratie op te doen, maar het helpt uiteraard geen steek, wat had u gedacht. Ik ben bovendien modemoe en klerenmoe ja zelfs winkelmoe, maar aan mij zal dat niet liggen. Daar zijn verschillende redenen voor, maar de allerbelangrijkste reden, zeker op dagen dat er enige hormonale instabiliteit in het spel is ( ja dat kan ook op seniorenleeftijd hoor!!), is het gedrag van o zo behulpzame winkeljuffrouwen. Daar krijg ik krullende tenen van.
Vorige week heb ik nog eens moeite gedaan om in een winkel binnen te stappen om uit te zien naar iets nieuws en tof voor de feestdagen . Helaas. De inkoopdames hadden wel voldoende materiaal in huis gehaald waar een mens al wat vrolijker zou kunnen van worden, maar alleen in brave coupes en kleine maatjes. Mooie feestbloesje en "ensembeltjes" hingen allemaal dwangmatig gerangschikt per kleur, zoals de vele boetieks wel eens durven te doen wanneer ze denken dat ze hun klanten bij het handje moeten leiden, zodat ze met een assorti outfit naar buiten wandelen.
Geeuwend bladerde ik aldus door de rekken, van zolder tot gelijkvloers. Zo vlijtig ben ik dan weer, uit vrees dat ik net dat ene stuk per abuis zal overslaan dat in mijn maat is en wél iets in mijn hersenen teweegbrengt.
“Zoekt u iets speciaals?” klonk een vriendelijke maar argwanende stem achter mij.
Het brandde op mijn tong om te antwoorden:
“Ja, ik zoek een speciale plooifiets en liefst op electriciteit,” maar in plaats daarvan glimlachte ik en probeerde ik moedig de wrevel uit mijn mondhoeken te halen.
“Nee hoor, mag ik gewoon wat rondkijken?”.
Uiteraard mocht ik dat, maar alleen in de dwingende nabijheid van winkeljuffrouw Eén, die als een mestkever rond mij bleef cirkelen terwijl ze hier en daar een pluisje van de kleren plukte. Intussen begon het in mijn slapen te bonzen en ging het bladeren in de rekken steeds sneller, tot het reusachtige rek één ziedende vlek werd, vermits Juffrouw Twee kwam rondcirkelen en na een paar dodelijk stille minuten de vraag lanceerde:
“Als ik u kan helpen, moet u het maar vragen,” en daar, wijzend naar de broek die ik toevallig in de handen had, nog aan toevoegde “en die is heel mooi met die schoenen daar, weet u?”.
Welnu, het rek is gelukkig blijven staan, de spiegel is niet in gruzelementen uiteengespat. Ik ben twee etages naar beneden gespurt tot ik in de eerste winterse koude stond. Nee, als ik mij door een dergelijke lijdensweg moet worstelen voor ik iets deftigs om het lijf krijg, dan hoeft de nieuwe wintermode niet voor mij. We zullen wel creatief zijn met wat we hebben of op vintagejacht gaan. Stukken spannender. Of misschien het interieur wat restylen? Kan ook veel doen voor het humeur.
Rest mij nog de vraag: waarom doen winkeljuffrouwen soms zo neerbuigend, alsof ze met modeanalfabeten te maken hebben? Doen ze het om mensen te tergen, meekijken over de rug? Suggesties geven hoe men dit en dat zus en zo dient te dragen terwijl de meesten het liefs rustig rondkijken?Jaja, het is hun job ik weet het....
Ik vrees dat ik de volgende keer bij het shoppen een vliegtuigstickertje op mijn rug zal plakken waarop staat “Please do not disturb”. Alleen dan, in volmaakte stilte, kan winkelen een perfecte therapie zijn. Even aan niets anders denken, vervuld worden van verlangen, aantrekken, kopen en koesteren. Een vluchtige vorm van zelfbeloning, jazeker, maar ook geluk is per slot van rekening altijd vluchtig.
|