In onze tuin hebben deze zomer weer wat vlinders rondgevlogen in alle soorten en maten. De kleuren variërden van eenvoudig wit, naar warm geel of gitzwart met rode tekening op de vleugels. Ze fladderden sierlijk over de struiken en rustten af en toe uit op een bloeiende bloem. Een heel vrolijk gezicht.
Voordat de vlinder er zó uit ziet, heeft hij echter een heus transformatieproces doorlopen. Het begint zo eenvoudig.
Uit het ei gekropen, eet de larve zoveel groene blaadjes als hij kan vinden. Als de rups voldoende gegeten heeft, trekt hij zich terug in zijn schulp en voltrekt er in zijn cocon een klein wonder. Als vlinder kruipt hij uit de pop en mag hij de wereld verkennen. Deze reis duurt meestal enkele dagen, hooguit weken.
Dat principe intrigeert mij. Je hebt de wereld als larve en rups aanschouwt, je trekt je terug en sluit je af van de wereld en komt dan, als een soort Assepoester, tevoorschijn wonderschoon aangekleed in de meest prachtige kleuren klaar om de wereld te verkennen!
Stel nu dat jij zo'n vlinder bent en je krijgt te horen dat je in deze verschijning enkele dagen de wereld mag verkennen. Wat ga jij dan doen? Eerst een stukje van de wereld verkennen? Hoog in de lucht naar beneden kijken naar de bomen en weilanden vol veldbloemen?
En als je trekt krijgt? Waar ga je eten? Wat kom je tegen?
Ga je dan op je reukzin af en vlieg je tuinen en boomgaarden in? Drink je nectar uit bloemen en eet je appels en pruimen in de boomgaard en dit alles zonder invitatie? Vlieg je van tuin, naar tuin, naar tuin en geniet je van datgene wat er is? Zo eenvoudig kan het zijn ook in het gewone leven.
Rest echter de volgende vraag.
Wat ga jij doen als je ontpopt bent? Blijf je zitten op je tak of ga je, in je nieuwe hoedanigheid, de wereld verkennen door gebruik te maken van je mogelijkheden?
Interessante vraag nietwaar? Maar die vraag wordt aan ons " senioren" niet meer gesteld.. zal ik ze dan maar stellen aan onze kleinkinderen?
|