Spinnen en ik... geen match en dan heb ik het niet over het werkwoord spinnen maar de "lieve" beestjes.
Waar komen die spinnen in het najaar toch zo plotseling vandaan? Opeens zitten ze overal in de tuin. En het gekke is, dat ze ook meteen zo groot zijn!
Bij elke ronde die ik door de tuin maak, kom ik in aanraking met spinnenwebben. Ze kleven in mijn haar en op mijn armen. Als je er op let, zie je heel veel verschillende soorten spinnenwebben. Sommige zijn heel dicht geweven. Een spin kan ik daar niet in ontdekken. Maar er zijn ook klassieke webben in de tuin, met de kruisspin in het midden. Wanneer ik voor de zoveelste keer een web beschadig, heb ik wel een beetje medelijden met de spin die telkens weer opnieuw een web moet maken.
Medelijden met spinnen…. Nou, dat is wel tot op zekere hoogte. Zodra de spinnen in huis zitten komt er een heel ander aspect van mijn karakter tevoorschijn. In de tuin mogen spinnen dan veilig zijn, maar niet in huis! Ik heb namelijk de volgende afspraak: op alle spinnen in huis mag ik jacht maken. De spinnen zijn niet onder de indruk van deze afspraak. Er zijn spinnen in de douche, de gang, in de keuken, achter de gordijnen. Ik mep en ik moord er op los, maar er komt geen einde aan de spinnen. Het lijkt wel of ze reïncarneren.
Spinnen, het is een heilloze strijd. Of zou ik minder tijd in de tuin moeten doorbrengen en meer tijd aan het huishouden moeten besteden?
|