Waarover heb ik het vandaag? “Positiviteit en energie”. Voilà. Dat gaat ‘m worden.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik altijd een beetje voorzichtig ben met die zogenaamde positiviteit vooral met mensen die altijd positief zijn of willen zijn, iets in de aard van die huilende clown en zo.
Bijna mijn hele leven lang al heb ik altijd geprobeerd om ook de goeie kant van een probleem te zien of om de kwade kant weglachen. Sterk zijn. Vooral stérk zijn! Teamplayer zijn. Lachen en er volle bak voor gaan, zelfs als je er eigenlijk zelf bijna niet in gelooft. Lachen en achteraf in een hoekje zitten huilen. Herkenbaar?
Dat gaat vaak goed. Dat gaat vaak làng goed maar niet altijd en zeker niet tot het einde der dagen, hooguit tot het einde van je latijn of tot de beker overloopt. Je wil niet weten wat voor een smak je dan maakt …
Pas toen ik erachter kwam dat je er best wel af en toe eens de brui aan mag geven, dat eens goed bleèten of de lucht met al zijn heiligen naar beneden vloeken goed is voor de energie, pas toén werd ik – denkelijk – een echte positivo.
Niets is zo pijnstillend als een langgerekte vloek als je met die hamer net verkeerd zit. Niets geeft zo’n opluchting als een fikse, oncontroleerbare huilbui als het even tegenzit of je rààààzend kwaad bent op iets of iemand. En het is humaner om een snotvod te gebruiken dan een hamer als je boos bent. Het scheelt ook direct een proces en wat jaren “bak”.
Ik vind het dus eigenlijk helemaal niet zo erg als iemand niet altijd een optimist is. Een realist zijn is zoveel plezanter en langer vol te houden zeker nu met dat ganse coronagedoe!
Het leven is een schouwtoneel, soms een komedie, soms een drama, maar je krijgt altijd je deel.
Of om met die good old Shakespeare af te sluiten: “ All the world's a stage. And all the men and women merely players!”
|