vakantie 2005
ONZEN HEERTJE erfgoedvereniging vzw.
Studiereis
In de rand illustraties: De geneesheiligen uit Wemaarskapelle: Sint Niklaas, Blasius en Sint Elooi en inderdaad hoog in t droge: Antonius, de eremijt of Antonius met zijn zwijntje.
e trokken met enkele mensen van onze bestuursploeg Noord Frankrijk in.
Dat is op verschillende manieren nuttig. O.a. onze medailles verwijzen af en toe naar bedannaevaartoorden bij onze Zuiderburen en de kerken en kapelletjes in het Noorden herbergen nog vele getuigenissen van de volkse devotie uit de traditie.
In dezelfde kerk vonden we een treffende voorstelling van de H. Anna en de Maagd Maria, compleet met het hebreeuwse alfabet op het kladschrift van Maria. (zie hierboven)
Eigenlijk waren we uitgegaan op de uitnodiging van de Association des retables.
Een retables is als we het van die gidsen horen uitleggen de achtergrond voor het altaar dat blijkbaar heel kunstig werd ingewerkt in het koor.
Achteraf hadden we wel de bedenking dat die reatbles waar ze zo hoog mee oplopen bij ons ook bestaan en even imposant zijn. We denken aan de drie kerken en zelfs onze gasthuiskapel
.
De retables du Nord zijn sober, hebben een hemels feestelijke uitstraling, met engeltjes en heel veel nep-goud. In Wemaarskapelle is er wel een grondig gerestaureerd met bladgoud.
Alles samen was het een leerijke namiddag. Het beeld hiernaast toont ons Sint Jozef met een plank in zijn handen. Hij is de lelie kwijt geraakt. De gids had geen commentaar.
In Zermezeele hadden we een officiële gidsbeurt. Daar hadden we ook een ontmoeting met een burgerlijke ingenieur die ons met kennis van zaken over de zandsteen onderhield. Het blijkt dat heel wat van die kleine oude kerkjes in Noord Frankrijk een Romaanse restant hebben, die opgetrokken werd in de tijd met ijzerhoudende zandsteen.
Om een gedacht te geven van de barokke impressie van de retabels in Noord Frakrijk geven we op de rand de retabel aan de mannenkant in Zermezeele.
Zoals je ziet aardig dorée.
De kandelaars worden in de meeste gidsblaadjes als zeldzaamheid vernoemd. Het las dat verwerkt is in deze kandelaars moet het lichtend effect vergroten. De retabel moest de hemelse situatie oproepen, vandaar ook de vele engelen, wolken en pralerige versieringen.
Het bezoek aan zon kerk kan heel wat leren over de voor-concilliaire entourage van de gelovige. Alles herinnerert aan de preconcilliaire toestanden: biechtstoel, preekstoel met de vier evangelisten (Zemmerzeele) of met de kerkvaders (Wemaarskapelle).
De verering van de heiligen is ons bekend van deze kant van de schreve. Toch ontmoet je figuren die typisch met de buurt te maken hebben. Zo verwijst het beeld van de H. Audomarus spontaan naar St.-Omer.
Het wordt helemaal leuk als je de medaillons in Zermezele doorlicht. Aan de vrouwenkant hangt het beeld van Charles Le Bon, voor de Vlaamssprekenden in het gezelschap viel niet onmiddellijk bij iedere de Euro
Karel de Goede.
Inderdaad de Vlaamse referentie uit de tijd.
De Zalige Karel de Goed hangt er als pendant van de H. Louis, de Franse koning, die helig werd verklaard.
Zon geleide bezoeken helpen ons om te begrijpen hoe belangrijk de voorstellingen waren in de pastoraal. Uit de beeldcultuur, het ritueel van de handelingen en de omgang met die beelden en voorstellingen komt een andere levensinstelling naar voor.
Onze voorouders leefden in een omgeving die veel meer ontzag en bewondering opwekte voor de eindbestemming van de mens. Ze leefden in de overtuiging dat met de dood een ander leven begon, tussen de engelen en de heiligen, de drie-eenheid, het H. Hart, de Verrezen Heer uit de eucharistie, de Verlosser. Ze leefden naar die ontmoeting toe. Ze zouden er uitbundig, feestelijk en met praal God eren.
Zoals we het ook in onze eigen Onze Lieve Vrouwekerk zien in het koor:met alle instrumenten, de hemelse lofzang aanvangen.
Onze technische wereld, onze welvaartstaat geeft ons de behoefte niet (meer) om de hemel zo concreet voor te stellen. We moeten beseffen dat de mensen die ons voorgingen het met minder luxe moesten doen.
Een ding is zeker ze zetten heel wat concrete zaken vast. Ze materialiseerden de hemel.
Midden in het dorp - dat nu zo klein lijkt, maar vroeger groter was - prijkt de blauwe leien toren. Die toren wees omhoog. De gothische vormgeving heeft dat onderlijnd. Maar sowieso trad men met kerk en godsdienst in hemelse sferen.
Hiernaast de toren van het kerkje van Wemaarskapelle. Het is niet eens een exponent van de tiomfalistische periode. We hadden trouwens in geen enkel van de twee bezochte kerkjes het gevoel in de 50-tiger jaren te vertoeven. We waren veeleer verder terug in de tijd.
Sporadisch waren er de Vlaamsche sporen ook woordelijk aanwezig, zoals op de kruisweg in Wemaarskapppel.
20-09-2005 om 11:53
geschreven door Onzen Heertje
|