Mesen en .. het probleem van de heilige in de crypte
Quintinius werd geboren in de derde eeuw, waarschijnlijk in
Rome. Hij was de zoon van een Romeinse senator. Reeds vanaf zijn geboorte was
hij christen en hij vond het zijn plicht om het evangelie te verkondigen in de
noordelijke streken. Hij kwam als diaken terecht in Amiens (in het toenmalige
Galia) waar hij zich aansloot bij de heilige Lucianus van Beauvais.
Tijdens de christenvervolging onder keizer Maximiaan
(Maximianus Hercules Romeinse keizer 286-305 en 306-308 na.J.C) werd Quintinus,
samen met twee andere diakens, gevangen genomen en vreselijk gefolterd. Hij
werd met spijkers doorboord en daarna met gloeiende pek overgoten. Tenslotte
werd hij aan het einde van de derde eeuw in het begin van zijn keizerschap
onthoofd en in de Somme geworpen. Veertig jaren daarna vond een weduwe het
ontstelde lichaam van Quintinus, en begroef hem. Op de plaats waar hij werd
begraven bouwde ze een kleine kapel. Saint-Quentin, werd aanvankelijk Augusta
Viromanduorum genoemd (27 voor J.C.) en lag aan de Somme.
De Zalige Adela van Mesen, geschiedkundig bekend als Adela van
Frankrijk, (1009 of 1014 - Mesen, 8 januari 1079) was een dochter van
koning Robert II van Frankrijk en van Constance Taillefer d'Arles. Dit
verklaart de eventuele aanwezigheid van een Franse heilige in het klooster. De
Franse lelie is trouwens in het schild van Mesen en aan bepaalde huizen terug
te vindenÂ…