Het is lang geleden dat ik nog eens iemand van vroeger door de mangel haalde, iemand die me dwarsboomde en me betrok bij ingewikkelde intriges. Directrice Prutsmans leek als twee druppels water op de toverheks in het Suske en Wiske-album nr 133.
Ik heb hier het oude album voor me liggen: De Tuf-Tuf-Club. Het is mijn lievelingsstripverhaal omdat er een heks in voorkomt die me doet denken aan Prutsmans, de directrice van het Hasseltse lyceum in de jaren 90. Zij gaf de eerste aftrap van de ondergang van de school. Haar twee opvolgers, directeur Wijsneus en directeur Blauwbaard, voltooiden haar werk. En nu bestaat het lyceum niet meer. Opgeslokt door het atheneum. De prestigieuze '"L' école moyenne" is weg. Foetsie.
Directrice Prutsmans had een verknipte geest, haar hersenen zaten in een kluwen en daar moest ze levenslang mee worstelen om die uit de knoop te halen. Als kind misgrabbelde ze zich eens op de paardjesmolen en sindsdien zijn haar hersenen blijven doordraaien. Zielig.
Haar boosaardigheid leek op die van een toverkol. Willy Vandersteen noemde de heks 'Kovertol' en die had een vliegbezem en een zwarte raaf als metgezel, een afschuwelijke zwarte vogel. Prutsmans verscheen elke ochtend op school met het misbaksel op haar schouder en een boekentas vol toverformules. Abrakadabra ratelde ze en sprak de tovervloeken uit over Vlaamblokkers in haar school. Zij had een hekel aan Vlaamsblokkers en met haar toverspreuken wilde ze hen betoveren, maar met haar gepermanente hersenen bracht ze er gelukkig niets van terecht.
Zij was een giftige adder, een mensensoort van het heks-achtige type. Haar hobby was spinnen en kevers verzamelen. En op school verprutste ze haar tijd met hopeloze gootgevallen, marginalen en sociale en etnische minderheden. Bij de analyse van deze gevallen werd ze geholpen door haar handboek vol toverspreuken. En zoals in het stripverhaal kwam Kovertol aan een rampzalig einde...
|