Gisterenvoormiddag zaten LM en ik hier in het bureautje te palaveren en in de verte, in de straat die we vroeger niet konden zien omdat er ooit bomen stonden, zag ik de Sint lopen. Met achter hem Zwarte Piet. Nog een echte ZwP.
- Kijk! de Sint! riep ik. Toen LM zich omdraaide om uit het raam te kijken waren de heilige man en zijn assistent uit het zicht verdwenen. LM vindt het kind in mij nog af en toe charmant, maar niet zomaar tijdens zijn monoloog over zijn treurnis omdat in de Formule 1 zijn favoriet gestopt is als piloot.
- En toch liepen ze daar! Kijk! Nu weer!
De Sint was blijkbaar iets in de auto vergeten en samen met Piet stonden ze daar iets aan te doen.
- Blijf kijken! dwong ik LM.
Want een favoriet in de autokoers of niet, dit hier ging over de goedheilige man Nicolaas. En die is van een gans Andere Orde.
ZwP nam uit de auto wat nog nodig was en de Sint volgde hem weer naar het adres van zojuist. Toen ik hem van hier uit tussen twee geparkeerde wagens zag langslopen zag ik weer die flits van wit-en-rood in het lang. Dat liegt toch niet? En dan die mijter. Eerlijk gezegd, 'k denk dat LM een beetje sjaloes is dat ik als eerste de Sint gezien heb en niet hij.
m – HiH-12/2016, herzien – nog zes keer slapen
|