Graag zou ik in de bloemetjes zetten: (het zijn er een paar)
De kapper van onze hoogbejaarde buurvrouw Marieke. Om de twee weken komt hij onze buurvrouw halen met de wagen. Marieke staat dan beneden te wachten in de gang. De kapper is stipt op tijd, dus lang moet Marieke daar beneden niet blijven rechtstaan.
Wanneer Marieke zijn wagen ziet voorrijden verheldert haar gelaat. De man mag nog zo stipt zijn, Marieke staat al beneden, zozeer kijkt ze uit naar het ritje en het bezoek aan haar kapper.
De kapper stapt uit, loopt de voortuin door, duwt onze zware voordeur open voor Marieke, helpt Marieke het dorpeltje af, luistert samen met haar of de deur wel in het slot klikt, biedt haar zijn arm aan, stapt met haar de voortuin uit, opent het portier van de wagen, helpt Marieke instappen en rijdt dan behoedzaam weg met zijn broze passagierster.
De Kapper vertelde ons dat Marieke al klant is bij hen sinds de tijd van zijn vader. Marieke heeft Deze Kapper (nu zelf opa) weten geboren worden. En zijn kinderen en kleinkinderen dus ook. "Dan is Marieke de mascotte van de zaak?" vroeg ik. 'Mascotte' vond hij een tamelijk oneerbiedig woord. "Marieke is zoals familie" verbeterde hij.
Kapper brengt Marieke ook terug thuis, en dan zien wij opnieuw, in omgekeerde volgorde, datzelfde hoffelijk ritueel, Marieke wordt geëscorteerd tot aan de lift.
De echtgenote van De Kapper krijgt geen bloemetje. Wanneer zíj Marieke komt afhalen, blijft ze gewoon achter het stuur zitten wachten tot Marieke op een of andere manier erin slaagt alle hindernissen te nemen tot ze zonder ongelukken in de passagiersstoel geraakt is. En of Marieke na de kapbeurt veilig de voordeur bereikt wacht zij zelfs niet af. Géén bloemetje dus voor mevrouw, enkel voor Meneer.
(We zijn streng-zuinig vandaag, zowel met bloemen als met hoofdletters.) ____
Verder: een bloemetje voor Elza, de bazin van café H.W.P in Antwerpen-Stad.
Elza brengt elke avond een kom vers gemaakte soep en twee boterhammen naar een overbuurvrouw. Regen, wind of vriesweer, rond 17h45 steekt Elza de drukke straat over om de soep en de boterhammen te bezorgen op de tweede verdieping aan de overkant. De buurvrouw 'leeft en denkt' in de jaren zestig, toen een liter soep nog 6fr koste. Elza ontvangt dus al jaren 3fr voor de dagelijkse kom soep. En een dankbare "merci kind". Sinds we overgeschakeld zijn naar euro ontvangt Elza 10 cent. Elza krijgt dus ook een boeket bloemen van mij. Alhoewel, misschien heeft Elza liever een bussel prei. Of selderij. Of allebei.
Wordt voor gezorgd Elza! ____
Verder: een bloemetje voor De Man die me de weg wees in de grote kliniek.
Hij was zo vriendelijk met me mee te lopen tot ik op de afdeling materniteit was. Daar ging ik mijn nichtje en haar fiere echtgenoot gelukwensen met hun nieuweling op deze planeet. "Hebt u hier een dochter, Meneer, of een schoondochter?" vroeg ik aan die vriendelijke man. "Een dochter van 24, Mevrouw." "Proficiat, Meneer, haar eerste kind?" "Mijn dochter ligt op oncologie Mevrouw." "Excuseer, Meneer, ik dacht..." "Graag gedaan" zei hij, en keerde terug naar de lift.
Ik keek hem na... Dappere Vader. Zijn dochter zo jong, zo ziek, en toch had hij me naar de afdeling 'nieuw leven' begeleid? Als ik het kon zou ik voor hen bidden, bloemen zijn niet voldoende. ____
Verder: Aan alle mensen die me de afgelopen jaren hielpen, ik had U toen-en-dan duidelijker moeten zeggen : "DANK U".
Duidelijk 'dank u' zeggen, niet zomaar iets mompelen van bedankt, dat was toen een voornemen en ik heb me daar sindsdien zo goed mogelijk aan gehouden, hoop ik. In alle talen die ik ken, inclusief lichaamstaal. Het is een grondmotief geworden: snel door intonatie, blik en glimlach laten horen dat ik het meen. Soms snel, omdat de situatie dat vraagt.
En sinds 2009 let ik er nóg beter op. De holle, formele beleefdheidsformules die we zo vaak horen (én lezen) probeer ik bewust te vermijden. Omdat een gemeend 'dank u' zoveel belangrijker is in de wisselwerking tussen mensen dan het hol, formeel bedankje.
m – EZW-02/2004, HiH-04/2015, 12/2016- bijgewerkt
|