't is altijd-iet in Biskaje
Woensdag 10-06-2015 is de beroemde Duitse orkestleider James Last op 86-jarige leeftijd in de Amerikaanse staat Florida overleden. … Last heeft meer dan tweehonderd gouden en zeventien platina platen in ontvangst kunnen nemen voor een verkoop van 80 miljoen albums in 150 landen. … Na de Tweede Wereldoorlog vindt hij werk als contrabassist bij het orkest van Radio Bremen. In 1950, 1951 en 1952 wordt hij uitgeroepen tot beste jazzbassist van Duitsland. Hij verhuist naar Hamburg en in de jaren zestig ontwikkelt hij daar zijn 'Happy Party Sound' die hem wereldfaam bezorgt. Vanaf 1964 had hij zijn eigen orkest.
In 1964 werd ik twaalf. Pas later begon ik muziek interessant te vinden. Tenzij wanneer Tina of Laura een melodie hoorden die hen deed springen. Dan stond ik enthousiast mee te springen op het tapijt.
Een jaar later was ik groot genoeg om te gaan helpen in de winkel (fonoplaten) en James Last was ondertussen een deel van ons auditief decor geworden. Verder zorgde hij mee voor brood op de plank en kolen in de kelder.
We zijn nu 55 jaar en 474 van zijn uitgaven verder, waaronder een paar singles en daarnaast negen video's. Zijn volledige discografie, met jaartallen, doorverwijzingen en linken: http://www.discogs.com/artist/60580-James-Last ~ voldoende scrollen
James Last was een vaste waarde in de verkoop. Behalve bij de klanten die muziek kwamen halen voor salondansen. Salondansen, dat luistert nogal strikt. Ik vond hen toen salonsnobs, maar ik heb mijn mening ondertussen bijgestuurd hoor. Bij salondansers moét de muziek gewoon just zijn of het is geen salondansen meer. James Last werd tot de muzikale tapis plein gerekend, voor salondansers totaal ondansbaar. Op tapijt heet het geen dansen. Later kwam, uit een gans andere hoek, het woord muzak terug bovendrijven. In de betekenis van muzikaal behang. Van vloerbekleding naar muurbekleding, omgevingsmuziek dus. En zo zag ik het ook. Ik was niet voor of niet tegen omgevingsmuziek, de sarma-muziek bestond gewoon. Meer was dat niet. Tot in 1983-1984.
Ik was aan boord van de Methania voor een contract van zes maanden (het werden er elf). Dat schip bracht aardgas (methaan) van Arzew in Algerije naar Montoir de Bretagne (bij Saint-Nazaire) op de Loire. Een paar jaar later werd er gelost in Zeebrugge, maar toen dus nog in Montoir.
Elke week moesten we door dat moeilijk stuk. In de heenreis van noord naar zuid en in de terugreis van zuid naar noord.
De Fransen noemen dat stuk de Golf van Gascogne, voor de Spanjaarden is het Mar Cantábrico en Bizkaiko Golkoa is de Baskische naam. Biskaje dus. De ene week heen om te laden in Algerije, de andere week terug om te lossen in Frankrijk. Als ik me goed herinner duurde de doortocht door de Golf twee of drie dagen, naargelang de weersomstandigheden en de vaart van het schip. In de winter en in de tussenseizoenen was het er hel. En in de zomer kon het er evengoed lelijk doen. Het is een danig wispelturig stuk zee. Kortom, 't was altijd-iet in Biskaje en voor de Methania was Biskaje er toen elke week.
Op een dag hoorde ik op de radio -het schip lag tegen de kaai in Montoir, anders hadden we in de cabine geen radio-ontvangst natuurlijk- hoorde ik een nummer van James Last en dat nummer heette Biskaya. Ik was helemaal gepakt door de sobere muzikale beschrijving van het watergeweld. Waar wij drie dagen over deden, wordt daar in drie minuten beschreven en verteld.
Mijn Pa heeft per post het nummer op musicassette naar Montoir gestuurd en de volgende losbeurt had ik een troostmuziekske, omdat de vocalisten op de achtergrond lieten horen dat Biskaya-omstandigheden voorbij zou gaan, dat dit soort weer tijdelijk was. Dat er rustiger wateren bestonden. Ergens. Ooit.
Van Kaap Finisterre tot Montoir duurde het een dag of twee, drie, navenant de vaart van het schip. Wanneer het té lelijk deed in de Golf en een mens alle energie nodig had om de simpelste routineklussen uit te voeren dan dacht ik : gelukkig is het bijna 11h, dan kan ik straks efkes in de cabine Biskaya opzetten (tijdens het omkleden). Of bijna 13h, dan zat de eerste helft van de werkdag er op en kon ik liggend efkes naar 'mijn muziekske' luisteren. In de namiddag viel de pauze om 17h en het einde van de werkdag was 19h, of 20h.
Er is het devies dat men vertrouwen moet hebben in de officieren, de mensen die aan het werk zijn op de brug en in de machineruimte ('t machien). Maar die hadden hun handen vol, met hun werk en met zichzelf staande te houden. Die kwamen ons geen moed inpompen hoor, die hadden het zelf moeilijk. Dus steunde ik op mijn troostmuziekske. James Last heeft me met zijn Biskaya dikwijls door de Biskaje-dagen geholpen.
klank aanzetten, https://www.youtube.com/watch?v=pCCV2vTrUKc 03min54
Dat het een hit was, daar had ik toen geen benul van. In de jaren '80 zat men, zelfs met kustvaart, op zee even ver weg van de bewoonde wereld als leefde men diep in de brousse.
m -HiH-06/2015 - http://nl.wikipedia.org/wiki/Biscaya , http://nl.wikipedia.org/wiki/Cabo_Finisterre , http://nl.wikipedia.org/wiki/Muzak, http://www.demorgen.be/muziek/james-last-86-overleden-a2354099/
|