niks forceren
- Zeg eens dag tegen de mevrouw. De kleuter schudde kordaat nee en draaide zich half weg van die mevrouw met hoedje en bril. De vader zat ermee verveeld. Ik veel minder. - Laat maar, deed ik teken, niks forceren. De kleine bleef half afgewend staan.
- Vandaag niet, jongen? vroeg ik. Nee, schudde hij met drie ruime hoofdbewegingen. Zijn schoudertjes draaiden mee. Hij tuimelde er bijna van om. Het was dus nee.
- Is vandaag geen goeie dag? Nee, schudde hij, dit keer minder choreografisch.
- Andere keer, stelde ik voor. Hij knikte. Daar kon hij zich mee verzoenen. Dat was dus een ja.
- Misschien morgen? - Ja, antwoordde hij kordaat, want het gesprek duurde hem wat lang. - Oké, tot een andere keer. Dag jongen. - Dag mevou, antwoordde het jongetje beleefd. Want het is een welopgevoed jongetje.
Gezien? deed ik naar de vader, niks forceren.
m – HiH-04/2017, bijgewerkt -
|