op bezoek bij een kaliberke
Zo'n dertig jaar geleden, het kan ook langer geleden zijn, was ik tijdens de paasvakantie op bezoek bij iemand die met tien maanden tussentijd twee kinderen op deze planeet gezet had. Haar wereld was dus op zeer korte tijd zeer goed gevuld geraakt.
De kinderen waren toen al kleuter. Het zoontje was de jongste, maar hij was even groot als zijn zus en ze leken ook sterk op mekaar, ze konden voor tweeling doorgaan. 'k Kwam daar toe in de namiddag, tijdens het middagdutje van de kinderen.
Het jongetje werd eerst wakker. Hij kwam de woonkamer binnen. Een bloem van een kind, een zonnig gezichtje. Een paasbloem. Nog wat slaperig schuifelde hij op zijn sokjes naar zijn stoel want er was een vieruurtje. Eten is nu nog belangrijk in zijn leven.
Na zijn boterham moest hij me goeiedag komen zeggen van zijn mama en hij kwam dat vol vertrouwen doen, ik kreeg twee handjes op mijn knie en een kus met plattekaas op mijn wang.
Zijn zus kwam de woonkamer binnen. Ook nog slaperig, maar dan op een andere manier. Een beetje in een storm-humeur. Een bloem met pinnekes. Ze bekeek me donker. Ik zat op de sofa met haar broertje-plattekaas naast mij.
- Hier is het ander kaliberke, zei ik tegen de mama die efkes in de keuken was. - Ik bén geen kalieperke, ik ben een méisje, zei ze luid en duidelijk en nadrukkelijk.
Zo is ze nu nog. Duidelijk en soms ook luid & nadrukkelijk.
- Dag Meisje, corrigeerde ik mezelf, natúúrlijk zijt gij een meisje. En hij is dan … ? - Gewoon, haalde ze haar schouders op, een broertje.
Een kaliberke dus, die zus.
m - HiH-04/2015, 03/2016, nagekeken
|