Over 'paasbest' weet ik niet veel te vertellen. Als kind hadden wij geen paasbest. Terwijl paasbest toen nog bestond. Wij hadden enkel schoolkledij, speelkledij en zondagse kledij. Van elk de nodige stukken, meer niet.
"De term paasbest voert terug op het katholieke gebruik waarbij men in elk geval eens per jaar ter communie ging, met Pasen. De Paasmis en -communie was zelfs verplicht op straffe van het begaan van een doodzonde. Men kon de communie echter slechts ontvangen in staat van genade. Voordien moest men dus te biechten gaan, waarbij de dagelijkse zonden, in elk geval de doodzonden moesten worden opgebiecht en door de geestelijke vergeven werden. Voor de Paasmis werd gewoonlijk niet alleen het innerlijk, maar ook het uiterlijk in het nieuw gestoken. Heel vroeger ging men soms zelfs slechts één maal per jaar in het bad, en wel bij deze gelegenheid.
Los daarvan was het ook de tijd dat het hele huis grondig werd schoongemaakt: de voorjaarsschoonmaak. Het stookseizoen kwam abrupt ten einde -ongeacht het weer of de datum waarop Pasen viel- en de eventuele kolenkachel werd pas in het najaar weer aangemaakt.
Tegenwoordig, nu al deze gebruiken bijna niet meer bestaan, wordt het gezegde vooral nog in overdrachtelijke zin gebruikt, en heeft het vooral betrekking op het dragen van nieuwe, feestelijke, kleding."
Zondagse kledij was voor Tina en mij al een ramp, laat staan paasbeste kledij. Wij droegen liever onze speelbroek, de voorloper van de jeans. Die broek noemden we djimmeke, want jeanske kregen we niet uitgesproken. Het djimmeke had toen nog de rits opzij. Mijn grootmoeder vond het maar niks, die Amerikaanse broeken. Mijn Ma droeg ze ook. Smalle pijpen, hoge taille en zwart.
Wanneer we zondagse kledij moesten aantrekken hoorde Laura ons tegensputteren & jammeren en puur uit solidariteit zette zij een keel op. Laura is een zusje op wie men kan rekenen. Dat was toen al duidelijk.
De enige 'paasbest' die we interessant vonden was de kledij voor de Tweede Dag na de plechtige communie. Maar dan waren we al jongedames van 12 jaar. Jongedames voor één dag, wil dat zeggen. Na de poespas liefst weer de speelkledij aan, kledij waarin men kan bewegen. Nu zou men het vrijetijdskledij noemen.
Soms vond ik paasbest wel mooi om naar te kijken. Efkes. Gezien van uit de voortuin. En dan kreeg ik medelijden met die mensen op straat en ging ik gauw iets anders doen. Achterin moddertaarten maken met Laura. Want dat had ik beloofd.
m – HiH-03/2016, bijgewerkt - https://nl.wikipedia.org/wiki/Paasbest
|