'k Wor een watje. Een week-wollig-watje. Dat kan natuurlijk niet, watten zijn niet van wol, ze zijn van katoen. En zo'n watteponneke heeft niks weeks, het is zelfs sterk.
Maar 'k wor wel een watje : 'k Kan 'Born on the 4th of July' niet meer kijken zonder tranen. Een jaar of drie geleden zou ik nog op het randje van de sofa gezeten hebben met gebalde vuisten tandenknarsend krachtige commentaren mompelend. Nu hing ik half achterover achter een kleenexke, snuffend met tuiten. Dat lag niet aan het acteren van Tom Cruise. Ook niet aan de sofa. En gelukkig was het putteke nacht, 'k was al afgeschminkt. Met van die stevige watteponnekes.
Tot een jaar of drie geleden kon ik helemaal meegaan in zo'n verhaal, naar daar waar de regisseur ons hebben wil. Nu denk ik : wat moeten de Moeders van die jongens afgezien hebben. En nog altijd afzien, de Moeders van de snotters in Irak en Afghanistan, en Syrië, en Yemen. En overal, overal Moeders.
m – EZW-08/2011, HiH-05/2016 -
|