Het heeft vannacht gul geregend. Niet te geweldig, niet te flauw, mooi tussenin : gul.
Goed voor de lucht, alle stof wordt weggespoeld. Goed voor de grond, alle gewassen krijgen drinken.
Maar het groen van de bomen is flets gebleven. Hun sap trekt weg, de aarde in. Vannacht glansden de bladeren omdat ze nat waren. Nu zijn ze weer dof. Omdat het tijd wordt. Bomen weten wanneer half-augustus voorbij is.
Toen ik kind was hoopte ik dat mijn grote mensen het verschil niet zouden zien. Ze zagen het niet. Maar toch werd het elke keer weer september.
m – HiH-08/2015, herzien -
|