de giechel van DVL
1992. DVL was derde stuur aan boord en 24j. Ze was leeftijd dat giechelen charmant kan genoemd worden al een tijdje voorbij. Volwassen vrouwen die giechelen, heten giechelgeit, en worden niet helemaal au sérieux genomen, worden helemáál niet au sérieux genomen, zelfs al zijn ze piepjonge volwassenen. Vooral in een hiërarchische werkomgeving. On ne pardonne plus, on tue : giechelen is vragen om afgemaakt te worden. En ze had geen geluk met deze kaptein ookni.
'k Had in de mess en in de smokeroom vaagweg gemerkt dat ze soms lachte op momenten dat de situatie of de conversatie niks grappigs bood, maar ik had mijn eigen werk (veel), dus besteedde ik daar verder geen aandacht aan. Op een dag stond ze aan onze cabine en tot mijn verbazing kwam ze uithuilen. Letterlijk. Uithuilen over haar lachen.
Bleek dat ze niet alleen in haar vrije tijd giechelde maar ook tijdens haar beroepsactiviteiten, dus tijdens haar wacht op de brug en haar overtime aan deck. Hoe moet het dat tijdens de stand-by, was mijn eerste gedacht.
Over deze kaptein (een marginaal geval) hoorden we later van een superintendent die aan boord kwam : 'hij is niet meer onder ons'. Ik schrok en vroeg of hij overleden was. Nee, hij was niet meer bij de rederij, wegens niet representatief voor de stijl van het huis. Afgedankt dus.
Jaa, maar ondertussen had hij DVL wel de grond in geboord ivm haar giechel en haar nog zenuwachtiger gemaakt en het meisje werd in zijn evaluatierapport totaal onbekwaam verklaard. Door een marginale die oa de librium en de valium van de scheepsapotheek had opgebruikt. Moet er nog zand zijn?
m - HiH-08/2016, bijgewerkt -
|