
De waarde van de Belgische interneteconomie bedroeg in 2009 2,5 procent
van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is goed voor 8,6 miljard
euro. Daarmee is het aandeel van de Belgische interneteconomie in het
bbp groter dan dat van bijvoorbeeld de nutssector, de horeca of de
landbouw, maar kleiner dan de traditionele sectoren. Dat bleek uit een
onderzoek van The Boston Consulting Group in opdracht van Google België.
Lager dan in andere EU-landen De
bijdrage van het internet tot de Belgische economie ligt een stuk lager
dan in andere Europese landen. Koplopers in Europa zijn het Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Denemarken en Nederland, waar de bijdrage
respectievelijk 7,2 procent, 6,6 procent, 5,8 procent en 4,3 procent van
het bbp bedraagt. Mits het nemen van de gepaste initiatieven kan de
Belgische interneteconomie tegen 2015 wel groeien tot 4,6 procent van
het bbp, goed voor bijna 20 miljard euro, berekende The Boston
Consulting Group.
E-Intensity Index Om het
bereik en de diepgang van het internet in de handel en de samenleving te
meten, ontwikkelden de onderzoekers de e-Intensity Index. In de index,
waarin de 34 OESO-landen vervat zitten, bezet België de 16de plaats.
"Ondanks een goede infrastructuur scoort België maar gemiddeld in het
gebruik van en uitgaven op het internet", verklaren de onderzoekers die
gemiddelde positie.
Drijvende kracht De
belangrijkste drijvende kracht in onze interneteconomie is consumptie,
goed voor 57 procent. Investeringen, overheidsuitgaven en netto-uitvoer
vormen de overige 43 procent. Uit het onderzoek blijkt tot slot dat de
Belgische bedrijven die de interneteconomie mogelijk maken, ongeveer
28.000 mensen tewerkstellen.
|