Ik kniel aan je graf
en schik de bloemen,
maak er wat schoon,
nog steeds bijzonder
maar bijna heel gewoon.
...
Ik kijk om me heen
en groet wat mensen,
hier en daar een nieuw graf.
Met de serene rust om me heen
denk ik "gelukkig", ik ben niet alleen.
Meer mensen schikken
hier wat bloemen,
en steken hier een kaarsje aan,
knielen even bij een graf,
voor ze weer naar huis toe gaan.
Er zijn er meer die treuren,
zoveel mensen met verdriet,
tranen en herinneringen,
iets dat je aan de buitenkant
niet ziet.