Goeden dag allemaal,
Zoals beloofd hierna nog een verslagje van die dagen dat we van de bewoonde wereld werden afgesloten. De rustdag in La Paz heeft ieder op zijn eigen manier doorgebracht. Sommigen zijn gaan shoppen, anderen het hogere gedeelte van deze merkwaardige stad bezocht en van nog anderen weten we het niet.
In elk geval hebben wij op 6/10 onze muilezels ingeruild voor 2 jeeps 4 x 4 en zijn we naar het zuiden vertrokken. W hebben steeds geflirt met de Chileense grens en de 5000 meter hoogte. We gaan niet in detail treden maar we hebben geslapen aan: de voet van de hoogste Boliviaanse berg Sajama, aan de voet van de Thunupa vulkaan, in San Juan in een pension gemaakt van zoutblokken, aan de oevers van de bloedrode Laguna Colorades met de honderden flamimgos en uiteindelijk in Quetana, aan de voet van de Uturunca vulkaan die we des anderdaags moesten aanvallen.
De rit gaat inderdaad langs de Joyas de los Andes, de juwelen van de Andes. De ene vulkaan na de andere en langs vele gekleurde meren, het ene groen, het andere blauw of rood. En op de meeste meren de sierlijke roze flamimgos.
Slapen deden we in Refugios, niet direct met een aantal sterren te omschrijven. Wel met: basic, very basic of very, very basic. En zo begonnen wij er zelf ook uit te zien na een aantal dagen zonder douche of degelijk sanitair.
De dorpjes kunnen we op dezelfde manier catalogeren. Grauw, stofferig, verlaten, desolaat. Moeilijk te vatten hoe mensen hier kunnen functioneren. Veel contact met Bolivianen hebben we niet gehad want tegen de tijd dat we in een dorpje kwartier hadden gezocht was er geen kat meer op straat te zien.
Laten we het even over heet weer hebben: sinds we La Paz hebben verlaten is de zon wel redelijk actief geweest. Maar oh wee als je het aandurfde om na zonsondergang nog buiten te komen in je T -shirt. Bitsig koud, stevige wind en stof, heel veel stof.
Maar van het ene dorpje naar het ander werden we ontzettend verwend. De zoutvlakten van Coipasa en van Uyuni, honderden km. verblindende witte vlaktes. Een eiland vol cactussen tot 7 meter hoog en indrukwekkende geiserpartijen. We hebben twee maal in warmwaterbronnen kunnen baden. Een keer zelfs op 5 000 meter hoogte. Niet te bevatten. En niet te vergeten: overal wind, wind en nog eens wind.
We hadden onze eigen kok mee die voor de lunches en het avondeten zorgde. Maar daarmee is ook weer alles gezegd. Basic is te zacht uitgedrukt, very basic komt in de buurt maar omdat het een ontzettend fijne en sympathieke kerel was zullen we het hierbij laten. Af en toe vonden we wel een reisgenoot kronkelend achteraan in de jeep of spurtend naar een grote rots of struik om: je weet wel wat te doen. Maar iedereen is nu weer in volle vorm.
Ik kan me ook niet laten om iets te vertellen over de wegen in Bolivia. Als we morgenavond in La Paz toekomen zullen we ongeveer 2000 km in de jeep doorgebracht hebben. Het grootste gedeelte hiervan ging over niet bewerkte wegen. Kris kras door de natuur over rotsen, stenen en stof. Heel veel stof. Ik kan niet voor de andere spreken maar ik heb het gevoel dat mijn ingewanden van plaats zijn verwisseld. Schokken en nog een schokken. Van even in te dommelen was geen sprake. En maar goed ook, want de natuur is hier verbluffend afwisselend en bloedstollend mooi.
Momenteel zitten we in Potosi. Een stadje waar de Spanjaarden letterlijk en figuurlijk hun stempel op gedrukt hebben. We bezochten vanmorgen een mijn waar ertsen op een voorhistorische methode nog ontgonnen worden. Indrukwekkend, maar dat vertellen we later nog wel eens.
Morgen een lange rit naar La Paz. God zij dank over een verharde weg. Daar nog eens overnachten en waarschijnlijk een feestje bouwen om afscheid te nemen van de geweldige mensen waarmee we dit fantastich avontuur mochten beleven.
Misschien komt er nog een berichtje vanuit Bolivia, zoniet vanuit het thuisfront volgende week.
Keep smiling, dat doen wij ook.
PS: Geniet ook van de fotos die Bratje zonet op deze blog heeft getoverd.
|