Paaszondag. Arsène en ik gaan in de namiddag naar mama. We gaan met haar wandelen. Niet te ver, want het valt me op dat de laatste tijd mama vlug moe wordt. Ze gaat dan voorover lopen en gaat tussen ons in, aan onze armen hangen. Komt het omdat haar conditie achteruit gaat van het dagenlang opgesloten zitten in de stoel of is het gewoon haar leeftijd die zich laat gelden? Ik weet het niet. Maar volgens mij zit het urenlange stilzitten er toch voor iets tussen.
Na een korte wandeling van een klein halfuurtje keren we terug naar het rusthuis. We gaan in het zonnetje zitten op het terras van de cafetaria. Mama trekt vandaag weer voortdurend gekke gezichten. Als Arsène iets tegen haar zegt, steekt ze meteen haar tong naar hem uit. Mama, zie je mij niet meer graag dan? vraagt hij. Oh, ja hoor is haar antwoord. Ze steekt haar beide handen naar hem uit om hem te kussen, maar Arsène zit te ver af en ze kan er niet bij. Kom eens wat verder! zegt ze lachend. Kom eens watdichter! reageert Arsène. Oh god, is het kom eens wat dichter? Enik zeg kom eens wat verder lacht ze.Arsène schuift wat dichter naar haar toe en krijgt meteen een klinkende zoen.
Even later komen Denise, haar zus Lucy en diens kleinkinderen, ook op wandel met het goede weer, er even bijzitten. We babbelen nog wat en dan nemen ze afscheid. Lucy wil mama een hand geven, maar mama weet daar geen raad mee. Hoe we ook ons best doen om mama goedendag te doen zeggen, ze wil niet. Ze is er op geen enkele manier toe te bewegen om Lucy ook een hand te geven. Ik ga eens naar de statie zegt ze doodleuk tegen Denises zus. Oké, ga jij maar naar de statie antwoordt Lucy een beetje verbouwereerd. Als Denise bij mama komt, vraagt mama meteen: Ga je weg? en Denise wordt hartelijk omhelsd.
MOEDER IS WEG (Als Alzheimer het leven verandert) - Dirk Musschoot
Op donderdag 12 maart 2009 stelde in het Museum Dr. Guislain te Gent de Vlaamse journalist Dirk Musschoot (° 1961) zijn nieuwste boek voor: MOEDER IS WEG.
Het is een openhartige en ontroerende getuigenis van een zoon die zijn moeder geleidelijk verliest aan de ziekte van Alzheimer. In twee jaar tijd verdwijnt langzaam maar zeker haar eigen ik. Haar zoon volgt haar op dit pad vol moeilijke, maar ook gelukkige momenten. Hij vraagt zich af wat er omgaat in het hoofd van zijn dementerende moeder: Uren wat zeg ik? dagen! heb ik al naar haar zitten kijken, me afvragend wat er in dat hoofd speelt, dat hoofd dat alsmaar kleiner wordt. Ik kijk haar recht in de ogen, maar zij kijkt dwars door me heen. Ik heb meermaals mijn hoofd naast dat van haar gehouden en in dezelfde richting gekeken. Wat ziet zij dat ik niet zie? Iets moois? Ik hoop het voor haar. Een doel? Ik hoop het evenzeer. Ik vraag het haar, maar krijg geen antwoord. Ik krijg nooit meer een antwoord.
Dirk Musschoot geeft een eerlijke kijk op hoe het zijn moeder, hemzelf, zijn broer, zus en de anderen is vergaan in het gezelschap van meneer Alzheimer. Dit herkenbaar verhaal kan een troost zijn voor al wie te maken krijgt met met de verschrikkelijke ziekte van Alzheimer.
152 pagina's | Uitgeverij Terra - Lannoo | maart 2009 |ISBN 978-90-209-8309-8 | 14,95 EUR
'Waarom zijn die slechte dingen altijd voor ons?'
Als ik woensdagnamiddag bij mama kom, is zij al samen met Denise op wandel in het park van het rusthuis. Van zodra ik in zicht ben, begint mama al lachend in mijn richting te zwaaien. Ze herkent me meteen. Wat ben ik blij! Ik word begroet met een dikke kus. Denise vertelt mij verwonderd dat mama mij al veel eerder had opgemerkt dan zijzelf.
Terwijl we met ons drietjes de wandeling verder zetten, vraagt Denise hoe het is met Arsène. Ze weet dat hij deze morgen op controle ging bij de uroloog om te zien hoe de verbrijzeling van zijn niersteen, twee weken geleden, is verlopen. Ik vertel haar dat Arsène binnenkort een paar dagen moet worden opgenomen voor verder onderzoek. Mama, die bijna nooit meer een gesprek kan volgen, laat staan erop reageren, blijft staan. De naam van Arsène en het feit dat hij naar het ziekenhuis moet, maakt blijkbaar iets los in haar verwarde geest. Ze is ineens één en al bezorgdheid. Haar hand op haar hart en met een beverig stemmetje zegt ze: Neen kind, ik kan dat niet meer alleen blijven dragen en pakken. Ik zeg dat het allemaal wel zo erg niet zal zijn. Maar ze heeft heel duidelijk begrepen dat haar schoonzoon naar het ziekenhuis moet en daar is ze het hart van in. Mama is, door haar ziekte, overgevoelig geworden en ik wil haar niet nodeloos verdrietig maken. Ik geef vlug een seintje aan Denise dat we niets meer zeggen over het ziekenhuis en de ingreep die Arsène moet ondergaan. Kom mama, laat ons verder wandelen. Kijk eens naar al die mooie bloemen, probeer ik haar af te leiden. Maar ze heeft niet de minste interesse voor de bloemen. Wat ze gehoord heeft over Arsène, blijft blijkbaar door haar hoofd spoken. Ze blijft opnieuw staan. Kind,waarom zijn al die slechte dingen altijd voor ons? vraagt ze hulpeloos. Haar gezichtje spreekt boekdelen, ze is één en al bezorgdheid. Haar moederhart spreekt en het valt mij op hoe bekommerd mama nog kan zijn om Arsène en mij. Ze heeft voor ons twee nog altijd dat heel speciaal plekje bewaard in haar zo zieke hoofd. Ik stel haar opnieuw gerust, en dankbaar denk ik: we zijn ons mama nog niet helemaal kwijt. Maar als we even later in de cafetaria van het rusthuis gezellig een koffie drinken, is ze al alles vergeten. Gelukkig maar?