We hadden het er al deze week over gehad. Gezellig buiten op het terras van de cafetaria, Denise, mama en ik: op vrijdag 4 september ben ik jarig. Denise had de datum nauwkeurig bijgehouden en gaf mij woensdag al een verjaardagskaartje, maar mama kon het zich niet herinneren dat haar dochter op die dag verjaart. Er aan wennen dat mama niet eens meer de dag weet dat ik geboren bent, het lukt niet. Het blijft pijn doen.
Vandaag ga ik zoals gewoonte op vrijdagmorgen naar mama om haar haar te doen. Ze is in de wolken als ze mij ziet: Oh, zoete, zijde gij daar! Met uitgestoken handen neemt ze me vast en geeft mij een klinkende zoen. Meteen vallen de bloemen mij op, die op het tafeltje staan in mamas kamer, met een kaartje erbij: voor Ellen. Ik verjaar vandaag, mama zeg ik. Ze kijkt me een beetje verward en hulpeloos aan: Ik ga nietfuiven, eh niet schuiven Ze geraakt weer niet uit haar woorden. Ik neem haar eens goed vast en zeg : Geef me gewoon een dikke kus,ik word 57 vandaag! En dan voor heel even, is ze mee: Serieus, t is niet te geloven, hé? Maar even vlug is ze weer alles kwijt.
Ik open het kaartje dat vóór de bloemen staat. Ik kan het niet geloven, Denise verrast me nog eens, nu nog wel met een prachtig bloempje erbij. Bij het lezen van de tekst die ze schreef op de kaart, weet ik dat ze zo enorm met me meeleeft en zo goed begrijpt wat er in mij omgaat op een dag zoals deze. De tranen rollen over mijn wangen.
Ik herpak mij vlug, want mama is in een vrolijke bui en dat wil ik niet verknoeien door mijn eigen emoties. Ze lacht, is opgewekt en als haar haar gedaan is, wil ze weten of het mooi is. Dat is zo lang geleden dat ze dat nog eens vroeg dat ik haar direct meeneem naar de badkamer, waar een grote spiegel hangt. Na wat gezoek waar ze juist moet kijken, ziet ze haar eigen spiegelbeeld. Mooi, t is mooi zegt ze tevreden.
Even later breng ik haar naar de tafel in de leefruimte, het is tijd om soep te eten. We geven elkaar nog wel tien zoenen, want het valt mama, maar ook mij, een beetje zwaar om afscheid te nemen. Als ze hoort dat ik morgen terug kom, is ze al weer getroost.
Ik ga nog even bij Denise langs om haar te bedanken, maar als ze de deur opendoet, neem ik haar vast en huil eens goed uit op haar schouder.