Amper een op de zeven rusthuisbewoners (14 procent) komt toe met zijn pensioen om de rusthuisrekening te betalen. Dit blijkt uit een enquête. Tachtig procent van de rusthuisrekeningen varieert tussen de 1.250 en 1.750 euro per maand. Het gemiddelde pensioen bedraagt in België slechts 1.119 euro per maand. Dus moet liefst 86 procent andere bronnen aanspreken om het rusthuis te betalen: 53 procent gebruikt zijn spaargeld, 23 procent verkoopt of verhuurt zijn huis, 6 procent krijgt hulp van het OCMW en 18 procent zoekt steun bij familie. Driekwart van de ondervraagden is dan ook niet tevreden over de kostprijs. De hoge factuur is voor een kwart van de ondervraagden de reden om een opname in het rusthuis uit te stellen. De rusthuisrekeningen variëren sterk per regio en zijn uiteraard ook afhankelijk van de aangeboden diensten. Wil je een extra kamer, privé verpleegster, enz. dan zit je al vlug boven de 2.000 euro per maand.
Voor de tijd van het jaar hebben we prachtig weer. Geen zuchtje wind vandaag, het najaarszonnetje doet zijn uiterste best. Arsène en ik willen samen met mama er nog even van genieten. We besluiten om mama s namiddags te gaan halen en haar eens mee te brengen naar huis. Ik kijk er echt naar uit om mama nog eens bij ons thuis te hebben, omdat gewoon even samen thuis zijn intiemer is dan samen in het rusthuis zijn.
Als we op de afdeling komen zien we haar verdrietig, de ogen rood van het wenen, in de stoel zitten. Ze zit bovendien helemaal onder de limonade, die ze blijkbaar over zich heen heeft gegoten. Maar eens ze ons ziet klaart haar gezichtje op. Mama herkent ons gelukkig meteen en zoent ons beiden. Ze wordt door een bejaardenhelpster verlost van de plakkerige natte kleren en krijgt nieuwe, droge kleren aan. Gaan we weg? vraagt ze ongeduldig, waarop Arsène antwoordt: Ja ma, en met de auto! Je moet bij ons thuis maar eens komen kijken naar de bloemen in de tuin. Maar het kan haar blijkbaar geen barst schelen wát we gaan doen, meegaan met ons is wat voor haar telt. Ik mag mee, ik mag mee, ik mag mee blijft ze maar uitbundig herhalen.
Ze stapt zonder problemen in de auto en we vertrekken. Gedurende het korte ritje van het rusthuis naar ons thuis, herhaalt ze voortdurend op dezelfde toon en met dezelfde intonatie: Pas op hé! ... pas op hé! ... pas op hé! Het lijkt wel een langspeelplaat, die blijft hangen, maar we storen er ons niet aan en laten haar maar doen. Als we de oprit oprijden, blijkt mama zich niets te herinneren van ons huisje, noch van de tuin. Toen we nu drie jaar geleden verhuisden, was ze al te ziek om nog herinneringen te hebben aan onze nieuwe woonst. Ook nu heeft ze niet de minste interesse in het huis.
We wandelen in de tuin met haar. Terwijl ze de bloemen bekijkt, vraagt ze: Zijn die van mijn ma? Mijn grootmoeder was een fervent tuinliefhebster en tijdens de zomer stond haar tuintje vol bloemen. Ik hou het heel simpel voor mama en zeg gewoon: ja, bonma houdt van bloemen, hé mama? Ze knikt goedkeurend en wandelt aan mijn arm rustig verder. Nadat mama de bloemen en de plantjes heeft bekeken, gaan we op ons terras zitten.
Het valt Arsène en mij op hoe ze met momenten heel afwezig is. Ze beseft ook helemaal niet dat ze bij ons thuis is. En hoewel dit te voorzien was, doet het toch pijn. Steeds weer opnieuw, tegen beter weten in, wil ik dat het even is zoals het vroeger was. Maar hoe graag ik dat ook maar zou willen, die tijd komt nooit meer terug. Als Arsène voorstelt om thuis iets te drinken, hoeft het voor mij niet. Ik wil hier ineens weg met mama en zeg: Laat ons samen met mama maar iets gaan drinken op het terras van het t Oud Liefken. Doen we.
Na onze wandeling in het park van het rusthuis, gaan Denise, mama en ik wat uitrusten op het terras van de cafetaria. We bestellen een drankje en er wordt wat heen en weer gepraat. We proberen mama bij het gesprek te betrekken, maar het gaat volledig aan haar voorbij. Ze lijkt zo ver weg.
Ineens legt mama haar hand op mijn arm, kijkt me met trieste ogen aan en zegt: Oh god, ik meende dat jij ons Ellen was! Meteen komt er hulp van Denise: Dat is toch Ellen. Mama kijkt Denise verwonderd aan, kijkt dan van haar weg, staart in de verte en antwoordt: Ons Ellen, die zie ik niet. Het klinkt verbitterd. Maar ik laat het over mij heen gaan.
Even later probeer ik haar weer in mijn wereldje te krijgen: Mama, je hebt de groetjes van Arsène. Verbaasd kijkt ze me aan en vraagt: Wie is dat? Ik zeg plots veel luider dan dat nodig is: Arsène mama, jehebt de groetjes van Arsène. Als anderen luid gaan praten tegen mama omdat ze iets niet begrijpt, vind ik dat vervelend. Dan heb ik steeds zin om te zeggen mama heeft Alzheimer, ze is dement, niet doof! en nu doe ik het zelf uit pure onmacht. Maar de naam Arsène maakt toch weer iets wakker in haar zieke hoofd. Oh ja? Watmoet ik hem kopen? klink het wanhopig. Niets mama, je hoeft Arsène niets te kopen, je hebt de groetjes van hem antwoord ik.
Op een snikhete dag deze zomer zag ik dat de heerlijke beker tomatensoep van de bewoners van mamas afdeling werd bijgevuld met koude melk. De hoofdverpleegster legde mij uit, dat voor de veiligheid van het voedsel, de regel bestaat dat de soep zeer heet moet worden vervoerd van de keuken naar de eerste verdieping. Veel te warm om te drinken voor de dementerenden, waarvan sommigen, zodra ze de beker vóór zich krijgen er meteen van willen drinken. Dus doen wij er koude melk bij, en isde soep meteen te eten vertelt de hoofdverpleegster mij verder. Daar kan ik inkomen.
Deze middag ga ik even langs bij mama. Het is net etenstijd en iedereen zit aan tafel. Een bejaardenhelpster schenkt de soep uit. Diegenen die nog zelfstandig kunnen eten, krijgen een kom soep met een lepel erbij. De anderen die, net zoals mama, niet goed meer overweg kunnen met een lepel, krijgen een plastic drinkbekertje. Het is een bouillonsoep met groentjes erin. De groenten zijn fijn gesneden, maar niet gemixt. Dus helemaal niet zo veilig voor de vele patiënten die door hun dementie kampen met slikproblemen. Ik hoor al meteen dat zich een dame verslikt. Dan zie ik dat bij elk bekertje een flinke scheut plat water wordt bijgevoegd. De soep wordt aangelengd met water! Ik reageer niet, want waarschijnlijk is ook daar weer een reden voor en werkt de bejaardenhelpster in opdracht van iemand.
Mama reikt mij haar bekertje aan. Goed hoor benadrukt ze als ze merkt dat ik niet even wil proeven. En dan snijdt het weer even door mijn hart, soep aangelengd met koud water en dat vindt ze lekker!
Vandaag 21 september is het Wereld Alzheimer Dag, een dag waar speciaal aandacht wordt gevraagd voor dementie.
Deze internationale dag alarmeert overheden en beleidsbepalers over dementie als een ernstige gezondheidskwestie.Volgens de statistieken zouden er tussen 85.000 en 120.000 alzheimerpatiënten zijn in België. En de ziekte neemt zeker niet af, getuige de ongeveer 20.000 nieuwe gevallen per jaar. Haar groei loopt trouwens evenredig met de vergrijzing van de bevolking.
De strijd tegen alzheimer is dan ook een gigantische uitdaging voor de volksgezondheid, en brengt een groot aantal actoren samen: patiënten, hun naaste omgeving, gezondheidsprofessionals en de administratieve en politieke autoriteiten.