Donderdag is mama naar de kapper geweest. Dus vrijdagmorgen ben ik bij haar niet langs geweest. Ik wip s avonds even binnen om de was op te halen. Het is net etenstijd. Mama glimlacht als ze mij ziet en zegt zachtjes: Zoete. Ze kent me, jubelt mijn hartje. Mama ziet er mooi uit, haar haar is geknipt en ze heeft een nieuwe permanent.
Ik blijf naast haar zitten, terwijl ze rustig haar boterhammen opeet. Een beetje hulp is nodig, want mama zou haar kiwi, haar pudding en haar boterhammen tezelfdertijd, alles door elkaar, opeten. En als je haar niet in de gaten houdt, zou ze uit de koffiekan drinken en niet uit het kopje! Maar al bij al lukt het haar toch. Terwijl ik haar stiekem gadesla, bedenk ik dat ze volgende week tachtig wordt. Maar ondanks haar leeftijd, went het niet om haar zo te zien.
Karoline zit, zoals naar gewoonte, bij Marcel en mama aan tafel. Ze is nog herstellende van een keelontsteking. En door het ziek zijn, zit ze er niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal helemaal even door. Ze gooit het er allemaal uit: Kijk eens naar mijn keel, helemaal dik! Inderdaad haar keel is aan de buitenkant ook helemaal opgezet. Klieren, zegt de dokter! ik ben op! moest Marcel nu nog thuis zijn dan zou hij voor mij zorgen nu lig ik daar alleen ziek in de zetel mijn zoon is wel bij mij geweest en Jo ook maar ja woensdag ben ik toch nog even tot hier gekomen, ik moest mijn ventje zien, maar niets van herkenning hij wist niet wie ik was... hij staarde maar de andere kant op dat heeft mij gekraakt ik kan niet meer ik heb gisteren gans de dag gehuild ik kan niet meer
Ik zit alleen maar te luisteren, ik voel de waterlanders komen. Hoe graag ik haar ook zou helpen, machteloos ben ik. Als Karoline haar hart heeft gelucht, zegt ze glimlachend door haar tranen heen: Oef, t is er eens uit, ik voel me al beter. Marcel en mama eten ondertussen onverstoord verder. Zij zijn er zich allebei niet meer van bewust hoe Alzheimer hen heeft kapot gemaakt.
Voor ons blijft het zo erg verdomd moeilijk om dat te aanvaarden. Het went nooit om hen zo te zien. De pijn blijft!
Na het les geven en nog wat boodschappen halen, kom ik woensdagnamiddag pas na 4 uur bij mama aan. Denise is al met mama op wandel in de gangen van het rusthuis. Mama weet eigenlijk niet goed wie ik ben.
Denise is blij van mij te zien. Ze moet mij iets vertellen: Je weet dat jouw mama al sinds maanden mijn naam niet meer zegt. Wel, vandaag deed ze dat wel. Toen ik deze namiddag bij haar kwam en haar een kus gaf,zei ze tegen mij: Denise is nog niet geweest!. Mama zei mijn naam en in een flits van een seconde was alles weer weg.
Ik vind het gek: mama die tegen Denise zélf zegt dat Denise nog niet op bezoek is geweest. Kloppen doet het plaatje niet. Wat gaat er toch om in dat zieke hoofd? Als we even later in de cafetaria een tafeltje uitkiezen, vraag ik: Kom mama, ga je neerzitten? Denise was al gaan zitten, mama kijkt naar haar en zegt: Ja, bij Denise! En spontaan gaat mama op de stoel zitten naast Denise!