Maandagnamiddag, woensdagnamiddag, vrijdagmorgen, zaterdagnamiddag: het zijn de dagen dat ik deze week bij mama op bezoek was. Iedere keer moest ik iemand van het personeel vragen om mama een intieme verzorging te geven en haar pamper te verversen. Ik zie meteen wanneer het gebeurt: mama legt haar hand op haar buik, blijft krampachtig zitten of staan en trekt een pijnlijk gezicht. Dan weet ik het wel: dat is meer dan een plasje.
Toen ik vrijdagmorgen klaar was met mamas haar wou ik nog even met haar een toertje doen op de afdeling. Goed, zei ze. Heel stilletjes voegde ze er aan toe: maar ik moet eerst eens kakken. Ik ging met haar de badkamer in en mama stak al meteen haar broek af. k Moe kakken, herhaalde ze een beetje ongeduldig. Ze bleef stokstijf staan en legde meteen haar hand op haar onderbuik. Het was al te laat. Ik belde voor de derde keer deze week, - en het zou niet de laatste keer zijn - , om hulp om mama te verzorgen.
Ik vind het nog steeds gênant voor mama, en voor mezelf. Maar mama ondergaat de verzorging, soms apathisch, soms wat tegenpruttelend. Maar echt begrijpen wat er gebeurt, doet ze niet meer. In de beginfase van haar incontinent zijn, was mama daar doodongelukkig om. Bij ongelukjes huilde ze, was ze diep beschaamd en begreep eigenlijk niet hoe haar dít kon overkomen.
Nu vindt mama het gelukkig allemaal niet meer zo erg. Ze kan nu eindelijk, zonder verdriet, ongegeneerd incontinent zijn.
Als ik woensdagnamiddag aan mama vraag of ze met me meegaat naar buiten, zegt ze nog altijd even enthousiast als vroeger: Ja, ja . Denise is er ook en we gaan samen met mama de tuin in. Maar na enkele stappen zien we al hoeveel moeite het mama kost om de ene voet voor de andere te zetten. We beslissen meteen om naar het terras van de cafetaria te gaan.
Op weg naar het terras zegt mama plots heel stilletjes: k Ben zo moe, Elleken. Het is zo lang geleden dat mama nog mijn naam uitsprak, dat mijn hart smelt. Trots, maar vooral blij, zeg ik tegen Denise: "Heb je het gehoord, ze zegt Elleken tegen mij!" Maar Denise heeft het stille stemmetje van mama niet eens gehoord. Ik vraag mij af of mijn naam door mama's hoofd spookt of weet ze dat ene korte moment eventjes wie ik ben? Ik hou het maar bij dat laatste. Zo 'troost' ik mezelf.
Als ik mama aankijk, zie ik dat ze er inderdaad heel moe uitziet. We zoeken vlug een tafeltje uit op het terras, bestellen een frisdrank en laten mama op die manier genieten van het buiten zijn. Langzaam dringt het tot mij door dat onze wandelingen waar mama zo van genoot, voor haar een te grote inspanning zijn geworden.
Als Denise en ik maandagnamiddag op mamas afdeling komen, is de ergotherapeut net met mama op wandel geweest. Een toertje door de gangen. Zo krijgt ze toch nog wat beweging.
Ik maak een korte babbel met de ergotherapeut. Ze vindt ook dat mama de laatste tijd heel stijf en krampachtig is. De ergotherapeut heeft het ook over de verschillende kleuren van de vloerbedekking, die bij mama voor problemen zorgen bij het stappen. Dat heb ik inderdaad ook al een hele tijd geleden opgemerkt. Er zitten afwisselend gele en rode stukken in. Telkens de kleur onder mamas voeten verandert, lijkt ze voor een obstakel te staan. Vaak durft ze niet van de ene kleur in de andere te stappen en blijft ze bang staan. Soms doet ze een enorme inspanning om over de lijn waar de twee kleuren elkaar raken, heen te stappen. Mama weet het en ziet het allemaal niet meer zo goed.
Maar niet gezeurd over de kleurrijke vloer, als mama maar de zo broodnodige beweging krijgt. Dat is wat telt!