Zaterdagnamiddag gaan Arsène en ik naar mama. Hoewel het maar twee weken geleden is dat Arsène mama zag, schrikt hij: Wat is ze vermagerd!
We proberen allebei, maar wel ieder om beurt, mama's aandacht te trekken. Het is of ze dwars door Arsène heen kijkt en ze reageert ook niet op zijn stem. Naar mij lacht ze dan weer wél. Mama is wakker vandaag, ze kijkt rond, ze speelt met haar dekentje.
Arsène gaat mamas avondeten halen en ik geef haar eten. De boterhammen met gemalen toespijs, verwerkt in mayonaise of in gelijkaardige andere sauzen (door haar eetproblemen wordt mamas voeding al maandenlang gemixt), zijn sinds deze week op mijn vraag s avonds vervangen door boterhammen met confituur. En die zoetigheid gaat er bij mama best in.
Bij de laatste happen van het dessert vallen mamas ogen meestal al dicht, maar vandaag blijft ze zelfs ná het eten nog alert. Arsène gaat nu dicht bij haar staan, streelt haar en zegt mams, het woordje dat alleen hij gebruikt om mama aan te spreken. Ze weet vast niet wie hij is, maar na een pak mams, kijkt ze hem vertederd en glimlachend aan. Ze grijpt zijn hand en houdt die stevig vast. Arsène krijgt nu wél mamas aandacht. En dat doet hem en mij plezier.
Na nog wat knuffels stappen we op en laten mama weer achter in haar eigen wereldje.
Aan het vrijdagmorgen-ritueel van mamas haar in krulspelden draaien, föhnen en netjes borstelen, komt nu, na vijf en een half jaar, plots een einde. Na haar bedbad is ze te vermoeid, slaapt ze en is het voor mij onmogelijk om haar kapsel te fatsoeneren.
En net nu was mamas haar toe aan een nieuwe permanent en een knipbeurt. Mama s kapsel ziet er niet uit en hoewel zij zich daarvan niet bewust is, vind ík dat wel erg voor haar. Ze was altijd zo graag mooi en altijd zo bekommerd om haar uiterlijk. Een bezoek aan de kapster, al bevindt het kapperssalon zich in de inkomhall van het rusthuis, kunnen we echter wel vergeten.
Gisteren heeft dan een verzorgende de kapster gevraagd of ze mamas haar niet wou knippen op de kamer. Dat heeft ze gedaan. Het is voor mij wel even wennen aan dat kopje zonder krullen. Echt mooi is het niet, maar het is wel netjes.
Woensdagavond komt, - net als mama klaar is met eten en ik naar huis wil vertrekken,- de huisarts haar kamer binnen.
Ze onderzoekt mama, die vandaag een wakkere dag heeft. Omdat zij ook onze huisarts is en we met haar een zeer goede relatie hebben, spreekt ze vrijuit over mamas toestand. Zij vindt ook dat mama nu op dit eigenste moment wat beter is dan bij haar vorige bezoek. Het gaat gewoon op en neer: een slechte dag en een wat betere dag.
Maar de dokter blijft erbij: mama moet voorlopig in bed blijven. Ze is te veel verzwakt en opzitten kan nu niet. Maar ja, dat wist ik al!