Met de Bende van Bob Fietsen 2010 Dagboek van een 16 daagse fietstocht door ANDALUCIE 11/05 à 26/05/2010
13-11-2010
Vuelta de Andalucia
2010
Met de Bende van Bob
Dagboek van een fietstocht van 11/05 tot 26/05/2010
13-11-2010 om 18:00
geschreven door Via de la Plata
14-11-2010
02 Hoe het begon & de voorbereiding
02 Hoe het begon & de voorbereiding
Dat we de tocht in Andalusië kost wat kost wilden doen, stond al enkele jaren vast. Nog vóór het einde van onze fietstocht 2009 naar de Elzas had de Bende van Bob deze beslissing genomen. We gaan in 2010 naar Spanje om in Andalusië te fietsen. Al vlug begon ik te zoeken naar een mooie maar vooral, naar een voor ons, geschikte reisweg.
We wilden er een natuur- , cultuur- en culinaire tocht van maken met korte afstanden. In ieder geval zouden we de steden van de Gouden driehoek Sevilla, Granada en Cordoba, aandoen. Na wat googlen, in de herfst van 2009, leek mij Fietsen in Andalusie van de bekende wereldfietser Luc Oteman de meest geschikte gids. Opnieuw bleek deze uitverkocht. Luc kon mij niet helpen en een 2° handsboekje kon ik maar niet op de kop tikken. Wel verwezen mij verschillende fietsers naar de gids Onbegrensd Fietsen naar Andalusie van Paul Benjaminse. Ik heb dit boekje dan ook als leidraad gebruikt samen met enkele gegevens van de bibliotheek Wegwijzer Reisinfo www.wegwijzer.be Beenhouwerstraat 9 8000 Brugge.
We kozen, om de grootste hitte te vermijden, de laatste week april en de eerste week mei. De reisweg kreeg stilaan vorm. We dachten aanvankelijk te starten in Sevilla, maar nadien werd het Malaga vanwege de eerder goedkopere vluchten met Jetair. (185 pp heen en terug fietsen incluis)
Uiteindelijk kozen we voor een aaneenkoppeling van een aantal trajecten met één rust- en bezoekdag in Sevilla en Granada.
We zouden starten op 20 april en terugkeren op 6 mei 2010.
Omdat wij geen kampeerders zijn moest er ook voor elke dagbestemming naar een degelijke overnachting worden gezocht. Na veel gegoogle en zoekwerk in allerhande gidsen kon ik zowel B&Bs als hotels bestellen.
Bij sommigen moest ik zelfs vooraf een aanbetaling storten.
Nu nog alles mooi in een exellijst gieten, van dorp naar dorp met km afstanden en cumuls per dag. Ik maakte voor iedereen een routeboekje met teksten, trajectkaartjes en overnachtingadressen.
Ons programma van onze Vuelta de Andalucia wordt echter kompleet overhoop gegooid. Een IJslandse stofwolk ontregelt het vliegverkeer.
We voelden het al enkele dagen aankomen. Op maandag 19 april word ik door Jetair op de hoogte gebracht dat onze vlucht naar Malaga geschrapt wordt. Mits een aanzienlijke meerprijs van 86 pp kunnen wij een nieuwe vlucht boeken van 11 mei tot 26 mei. Gezien de eerdere voorschotten bij enkele verblijven moeten we noodgedwongen toehappen.
Onmiddellijk mail ik alle gereserveerde B&Bs en hotels. Buiten het hotel in Sevilla en de Haciënda in Montellano, is iedereen akkoord met de andere data. Op die twee plaatsen trekken ze zich niks aan van overmacht.
We zien wel wanneer we ter plaatse zijn .
De bende laat zich niet kennen, onmiddellijk en unaniem beslissen we één weekje van 21/04 tot 28/04/2010 bij onze Noorderburen te gaan fietsen. Dit verslag van deze Noordzee- IJselmeerroute kan je lezen op: http://blog.seniorennet.be/viadelaplata/
Na deze grote trainingsrit waren we er alle vier klaar voor.
Stilaan begon het erg te kribbelen.
De hoofdrol spelers: Antoine Pol Bob - Hugo.
14-11-2010 om 12:03
geschreven door Via de la Plata
16-11-2010
03 dag 1 Brussel/Malaga - Alora dinsdag 11/05/2010
03 dag 1 Brussel/Malaga Aloradinsdag 11/05/2010
Zoals elke keer kan ik de nacht vóór ons vertrek helemaal niet slapen. Steeds weer spookt het in mijn hoofd:Zal het ons morgen lukken om in Andalusië te geraken ??? Sinds enkele dagen is die verdomde stofwolk opnieuw aanwezig. Er zijn zelfs in Spanje moeilijkheden.
Hugo en Pol zijn bij mij in Male om 2 h 30.
Dave, Hugo zijn schoonzoon, zal ons met zijn bestelwagen naar Zaventem brengen. We laten Hugo echter niet zenuwachtig worden. De fietsen zijn reeds goed ingepakt. De dozen laden, een laatste knuffel en daar gaan we dan.
Een beetje gespannen komen we om 3 h 45 aan op de luchthaven.
Antoine, die rechtstreeks vanuit Beveren naar Zaventem wordt gebracht, is nergens te bespeuren. We zijn wat te vroeg, denken we. Maar neen, er heerst al een zenuwachtige bedrijvigheid aan de Jetairbalie. Niemand is zeker dat onze vlucht wel zal doorgaan!
Wanneer er uiteindelijk ingecheckt wordt, beginnen wij en de medepassagiers erin te geloven. Onze fietsdozen worden gewogen en we krijgen eindelijk onze instaptickets. Maar onze vriend Antoine is nog steeds niet aanwezig. Wanneer ik hem met de gsm oproep, blijkt hij de balie van Jetair niet te vinden. Na wat uitleg vind ik hem vlug en kan ook hij inchecken. Zijn bagage zit echter in zijn fietsdoos, deze is bijgevolg veel te zwaar.
Enkele minuten later is alles netjes opgelost.
Het is bang afwachten tot we uiteindelijk om 6 h15 opstijgen.
Zal men wel degelijk naar Malaga vliegen? Het wordt een vlucht van bijna
3 h 30, we vliegen veel lager dan gewoonlijk. Het traject gaat van Brussel naar Nice om dan de Middellandse zeekust te volgen over Barcelona, Valencia, Murcia, Almeria naar Malaga.
Om +/- 10h00 landen we. Een halfuur later krijgen we onze fietsen. Onder grote belangstelling monteren we onze fietsen, het is hier net een fietsatelier. Het gaat vliegensvlug, het is tenslotte niet meer de eerste maal. Hugo wil absoluut de Vlaamse wimpel monteren, hij beweert dat hij toch steeds als laatste zal rijden.
Afwachten maar, met onze minst jonge vriend, weet je nooit!
Ik heb van Raoul Gonzalez een adres gekregen waar ik de fietsdozen eventueel zou kunnen stapelen. http://www.fietseninspanje.nl/ .
Ik laat mijn vrienden op de luchthaven en ga op zoek naar Easy Parking. Daar had ik een afspraak gemaakt. Ik fiets tussen het zenuwachtige autoverkeer naar het eerste rond punt richting Malaga en vind heel gemakkelijk de Parking. Na wat gebabbel kan ik bekomen dat we de 4 dozen er kunnen achterlaten voor de som van 30 .
De patroon laat één van zijn gasten mij met een busje terugbrengen naar de aeropuerto, om de dozen op te halen. De man zet mij verkeerdelijk af bij het Depart en eer ik door heb dat mijn vrienden zich een verdieping lager bevinden, is het busje al terug weg .. Uiteindelijk geraken we toch veilig met de fietsdozen op hun bewaarplaats.
De parkingbaas legt ons uit hoe we het veiligst weg geraken uit de drukte.
De eerder uitgedokterde binnenweg langs Zapata blijkt de voorbije dagen overspoeld geweest te zijn door een modderstroom. Heel voorzichtig en op een rijtje starten we onze Vuelta de Andalucia.
Na enkele gevaarlijke rondepunten geraken we op de pechstrook van de autosnelweg Malaga-Torremolinos-Cadiz. We moeten 3km het moordend verkeer naast ons verdragen. Eindelijk, na de 2° afrit, zien we plaatjes die ons naar Cartama en Alora leiden. Gelukkig kunnen we vanaf hier op een ventweg naast een 4-vaksbaan op de A7052 geraken. Ondertussen hebben we in een grootwarenhuis onze inkopen voor deze middag kunnen doen.
In Peñon vinden we een rustig parkje met zitbanken, hier kunnen we picknicken. We zijn dan 10km ver en weg uit het drukke gewoel.
Het is klimmen geblazen naar Estacion de Cartama waar we linksaf moeten naar Pizarra. Bijna gelijktijdig zien we in dit mini dorp een uitnodigend terras. We hebben dorst en trakteren ons op een eerste San Miguel met tapas.
We moeten tussen de eerste sinaasappelbomen klimmen naar Alora.
Dit kleine stadje ligt +/- 45 km ten noorden van Malaga, bij de weg naar Antequera en 12 km ten zuiden van El Chorro. Vanop een afstand is het een typisch pueblo blanco, een wit dorp gelegen tussen drie rotsachtige heuvels.
Vóór we naar de B&B rijden +/- 6km richting El Chorro, willen we het stadje bezoeken. Het kleine centrum bestaat uit een reeks van zeer steile hellingen en mooie geplaveide straatjes, het is de moeite waard. De witgekalkte straten zijn bekleed met citroenbomen. Bij een uitkijkpunt op een plein kunnen we genieten van een prachtig panorama op het Guadalhorce stroomgebied.
Zo te zien is er heel wat landbouw en teelt men tropisch fruit, olijven en wijngaarden. Het is zalig om een terrasje te doen, genietend in het zonnetje met zicht op een oude burcht. We moeten terug naar beneden en zeker nog een 5-tal kilometer verder richting El Chorro om bij de B&B te komen. Gelukkig kreeg ik van de Fam. De Groot een gedetailleerde wegbeschrijving.
Zonder veel moeite bereiken we om 18 h, Casa El Naranjo. De B&B ligt aan het stationnetje van Las Mellizas. Het wordt een feestelijke ontvangst door Erica en Rik en hun zoontjes Jelle en Jochem.We krijgen onmiddellijk een fris biertje en kunnen een lekkere douche nemen. We hebben twee naast elkaar gelegen kamers met een gemeenschappelijke badkamer.
Rik is ook een hartstochtelijk fietser en we geraken niet uitgepraat over onze vorigetochten. Hij geeft ons veel goede raad voor de volgende fietsdagen. Hij voorspelt ons 2 zware bergritten om in Ronda te geraken, dat beloofd zeg! Tegen 20 h kunnen we souperen.Ondertussen genieten we van een late siësta aan het zwembad.
Vóór we eten willen we nog een aperitiefje nemen. Genietend van de vergezichten op het terras drinken we een fris wijntje. Al bij al hebben we echt geluk gehad, dat we hier in de avondzon samen kunnen napraten over onze bewogen eerste dag Andalusië. Erica presenteert ons een Mexicaans avondmaal. Samen met het gastgezin genieten we nog heel lang van enkele flesjes wijn en een gezellige babbel.
Start :Malaga Aeropuerto 13h00
Aankomst: Alora Estacion de las Mellizas 18h00
Afstand :51km
Weer:bewolkt en zonnige geenwind+/- 20°C
Verblijf:B&BCasa El Naranjo Fam. De Groot Estación de las Mellizas nr. 14 29500 Álora, Malaga
16-11-2010 om 10:42
geschreven door Via de la Plata
19-11-2010
04 dag 2 Alora - El Burgo woensdag 12/05/2010
04 dag 2 Alora El Burgo woensdag 12/05/2010
Wanneer, Pol en ikzelf wakker worden, horen we al gestommel op het terras vóór onze kamer. Onze vrienden Hugo en Antoine moeten al een tijdje op zijn.
Inderdaad onze fietsmakkers staan er al fris bij. De badkamer is dus nu voor ons.
Vliegensvlug zijn we klaar want om
8h30 hebben we met Erica afgesproken om te ontbijten.
Onze gastvrouw legt ons echt in de watten Antoine kan zelfs genieten van zijn geliefd beleg Heunink zoals hij honing noemt in zijn Beverens dialect!
Vandaag hebben we een korte rit en nemen onze tijd. Ons gastgezin komt na het ontbijt nog wat napraten, terwijl we genieten van de enig mooie vergezichten, overgoten door een stralende zon.
Zo vertellen ze: In 2006 namen ze het besluit om Nederland te ruilen met Spanje. Ze waren beiden werkzaam in de zorgsector in Rotterdam. Ze wilden met mensen blijven werken en besloten iets in het toerisme te doen.
Zo hebben ze Casa el Naranjo zelf verbouwd tot een B&B met 2 kamers en 5 appartementen. Momenteel zijn ze nog bezig met de achtergevels in orde te brengen. Graag hadden ze ook nog een restaurant en een fietsenreparatiewerkplaats ingericht.
Jelle en Jochem gaan naar de lagere school en hebben zich prima aangepast. Ze spreken ondertussen 3 talen, Spaans op school, Engels met Britse vriendjes en Nederlands met hun ouders.
Met het plaatselijke taaltje hebben Erica en Rik meer moeite dan hun zoontjes.
Ze hebben beiden Spaans geleerd vóór ze geëmigreerd zijn maar blijkbaar is het dialect hier iets heel anders dan het Castilliaanse schoolspaans. Toch blijkt de buurtgemeenschap hen goed te hebben aanvaard. Ze worden met veel liefde geholpen en krijgen groenten en fruit van alle omwonenden.
Ook bij de verbouwingswerken komen die buren een handje toesteken.
Erica beweert hier nooit meer weg te willen gaan.
Wij kunnen haar best geloven.
Rond 10h rekenen we af en beladen we onze fietsen. Na enkele groepsfotos verlaten we deze heel aangename B&B. We worden door het gastgezin en enkele buren nog uitgewuifd tot we onder het spoorwegtunneltje verdwijnen. We moeten terug langs het station van Las Mellizas om op de route te komen.
Het is frisjes, maar in de stralende zon voelen we ons kiplekker op onze fiets. De weg is van uitstekende kwaliteit en slingert zich tussen boomgaarden en irrigatiekanalen naar El Chorro. Nog geen 10 km verder komen we aan een brug over het stuwmeer van Garganta del Chorro. We rijden met veel zwier naar het dorpje aan de overzijde. Wanneer we echter na, een forse klim langs het station geen enkele richtingsaanwijzer vinden, vermoeden we dat we verkeerd gereden zijn. We moeten inderdaad terug en vóór het stuwmeer naar links richting Ardales.
De Garganta del Chorro is een heel geliefde plaats voor bergbeklimmers. Het is een zeer diepe kloof omringd door steile rotswanden. We zien nog overblijfselen van een pad hangend tegen de rotswanden. Blijkbaar zou dit pad in het begin van de vorige eeuw aangebracht zijn voor de aanvoer van materialen voor de bouw van de stuwdam. Later is het een gevaarlijk wandelpad geworden door de kloof van El Chorro De Camino del Rey of het Koningspad. Dit wandelpad is al enkele jaren afgesloten omdat er teveel ongevallen gebeurden. Het ziet er inderdaad spectaculair uit!
We moeten langs het meer verder over een niet geasfalteerde weg. De sporen van de winteroverstromingen zijn nog duidelijk te zien. Af en toe moeten we zelfs tevoet langs afgescheurde en nog niet opgevulde weggedeelten. Enkele kilometer verder rijden we voorbij een scheefgezakt kapelletje waarnaast zich een bar bevindt.
Wanneer we door een overwoekerde ingangspoort rijden komen we over een loopbrug bij een terras aan een zwembad. De Zweedse uitbaters maken voor ons een verse zumo de naranja, in verstaanbare taal, vers geperste sinaasappelsap.
Het is heerlijk genieten in het zonnetje tussen de witgekalkte muren.
Na deze welgekomen verpozing, kabbelen we op een rustig tempo met vals plat richting Ardales. We hebben al de tijd en willen dit eerder onbekend wit dorp zeker bezoeken. Van op afstand ziet het er heel mooi uit. We volgen de rustige maar heel steile klim naar het centrum van het dorp.
Ardales is een typisch wit Andalusisch bergdorp in het gebergte tussen Antequera en Ronda. Het dorp is niet toeristisch gekend, er lijkt nog een vorige eeuwse sfeer te hangen. We worden met argusogen bekeken door de op het dorpsplein rondslenterende ouderlingen. Er zijn er zelfs enkelen die eerder schuchter onze zwaarbeladen trekkersfietsen komen besnuffelen.
Hier willen we toch onze aperitief nemen op een terras in de zon.
Grote dorst doet ons meer dan één biertje bestellen. De erbij geserveerde tapas doen ons honger krijgen en we bestellen enkele raciones als middagmaal. De mengeling van olijven, jamon, calamares en gambas a la plancha zijn echt heerlijk.
Het is bijna 15 h wanneer we beseffen dat we nog een 20 tal kilometer verder moeten. Nadat we tot aan de kerk gewandeld zijn, rijden we terug naar het dorpsplein. Hier staat een wegwijzer richting El Burgo. Het is onmiddellijk klimmen geblazen op een slecht lopend asfaltbaantje met gevaarlijke putten.
Na een 6-tal kilometer komen we op een nieuw aangelegde maar steil slingerende weg. We rijden langs de Rio Turon die wel 50m lager ligt. Iets verder passeren we een verlaten dorp.Vanaf hier is het op de trappers lopen.
Tussen een woest decor van rotsen en palmen moeten we langs enkele heel steile haarspeldbochten omhoog. Op het hoogste punt wachten we elkaar op.
Ver beneden ons zien we nog twee fietsers in elkaars wiel naar boven klimmen. Na een poosje komen ze ook bij ons uitrusten. Het zijn 2 jonge Nederlanders Bertus en Hans, die al 14 dagen door Andalusie gefietst hebben. Ze willen ook overnachten in El Burgo. De twee pezige jongelingen vertrekken heel vlug, ze moeten nog een slaapplaats zoeken. Ze weten niet of overnachten mogelijk in dit dorp, welke we onder ons zien liggen. De afdaling is veel minder stijl en heel overzichtelijk. We stuiven de pueblo blanco, El Burgo, binnen en stoppen aan een rond punt.
Wanneer ik aan enkele rustende bejaarden vraag waar zich Casa Chimenea bevindt, verwijzen ze me naar het centrum. Ook in de kern van het dorp vragen we aan verschillende mensen de weg .Niemand kan ons aanwijzen waar de Casa Rurales is. Uiteindelijk worden we door 2 vrouwen op sleeptouw genomen. Ze stappen een gebouw binnen en komen terug buiten met een jongeling. De man kan ons met een tekeningetje goed uitleggen waar we heen moeten. Terug naar het ronde punt en daar achter het nabijgelegen benzinestation zouden we moeten zijn. We zien de vraagtekens in de ogen van de ouderlingen waaraan we daarstraks de weg gevraagd hebben, wanneer we fluitend voorbij fietsen.
Straatnamen zijn er niet maar de uitleg is zo duidelijk dat ik aanbel aan het eerste witte huis met naastliggende garage in het smal straatje bij het dorpspark.
Na enkele keren bellen komt er een zichtbaar verwonderde jonge man openen.
Zijn eerste woorden zijn Sorry, sorry. We zijn op het goede adres maar Juan is duidelijk vergeten dat wij vandaag zouden komen.
Hij blijkt een erg verstrooide en eerder slordige alleenwonende man. We krijgen onmiddellijk een frisdrankje waarna hij ons de 2 kamers aanwijst. We helpen hem de kamers opruimen en de bedden opmaken. Ja, dat is voor ons ook de allereerste keer dat we zoiets beleven. De fietsen kunnen we in de garage bergen en we kunnen gebruik maken van de twee badkamers.
Om zich te excuseren wil Juan ons meenemen en in het dorpje trakteren. Dat moet ons natuurlijk geen 2 maal gevraagd worden. In een wip staan we klaar, we willen tenslotte het witte dorp heel graag verkennen. We stappen een dorphuis binnen, bijna alle tafeltjes zijn bezet met dominospelende ouderlingen. Juan bestelt een voor ons onbekend drankje. Het is een zoet aperitief Jerry wijntje met teveel alcohol. Het kan ons niet bekoren, we drinken het, beleefd als we zijn, uit en bestellen een San Miguel biertje. Juan spreekt enkele woorden Engels en tracht uit te leggen dat hij energie-ingenieur is. Hij maakt een studie over alternatieve energiebronnen in opdracht van de Andalusische overheid.
Morgenvroeg moet hij die studie verdedigen in Malaga. Hij wilt zich deze avond nog wat voorbereiden. Ik krijg van hem de sleutels van zijn huis en we mogen morgenvroeg gebruik maken van zijn keuken om te ontbijten. Hij denkt dat hij, ons niet meer zal zien morgen. Dus rekenen we af en wensen hem veel succes. Echt een rare vogel menen we!
We stappen het dorp binnen. Er zijn blijkbaar maar 2 straten die naar de kerk leiden. Op het einde versmallen de straten en is de helling zo steil dat er in het midden van de straat trappen liggen en aan de zijkant rijstroken. Af en toe moeten we ons tegen de witte geveltjes aandrukken om oude puffende autos te laten voorbij klimmen. Zo smal zijn de straatjes.
Op het hoogste punt van het dorp hebben we een fantastisch panoramisch uitzicht. Naast het kerkje is er een uitkijkterras. We zien duidelijk de bergpas welke we morgen over moeten de Sierra de las Nieves. We mogen er niet aan denken, het ziet er niet van de poes uit!
%%%FOTO21%%%
De wandeling doet ons honger krijgen.
We weten dat het moeilijk is om vóór 21h ergens te kunnen souperen. Toch riskeren we het in Casa Pépé. De patroon, een jonge man, is onmiddellijk bereid om voor ons te koken, later komen we teweet dat het zijn moeder is welke ons het menu del dia heeft klaar gemaakt. Na een gezellig en lekker avondmaal met teveel wijn, slenteren we naar ons verblijf.
Ze zullen ons niet moeten in slaap wiegen ..
Enkele minuten later liggen we alle vier in dromenland.
Er zal heel zeker een snurkconcert volgen.
%%%FOTO22%%%
Start :Alora Estacion de las Mellizas 10h00
Aankomst: El Burgo 17h00
Afstand :45km
Weer:zonnig maar eerder fris, geenwind+/- 18°C
Verblijf:Casa Chimenea (Casa Rurales)Direccion El Cruce 5El Burgo
19-11-2010 om 14:37
geschreven door Via de la Plata
23-11-2010
05 dag 3 El Burgo - Ronda donderdag 13/05/2010
05 dag 3 El Burgo - Ronda donderdag 13/05/2010
We hebben alle vier zeer vast geslapen. Hoe kan het ook anders na onze late avond. We hebben afgesproken ons ontbijt rond 8 h 00 te nemen. We willen tegen de middag in Ronda toekomen. Pol en ikzelf doen inkopen in het dorp, terwijl Hugo en Antoine koffie zetten en de tafel dekken. Na het ontbijt ruimen we op. De keuken van Juan zal nog nooit zo opgeruimd geweest zijn, ( vermoeden we). Hij heeft het ons later per mail laten weten!
We verlaten El Burgo om 9 h 30, het is nog erg fris en toch is het zonnig.
Het stille witte dorpje was een aangename verblijfplaats, waar we heel goede herinneringen aan overhouden. We zijn nog maar juist buiten het dorp en daar begint al een akelige beklimming. We moeten naar de Puerto del Viento, een smalle pas op een hoogte van 1190m.
Op één lijntje vorderen we heel traag met achter ons een reeks autos die geduldig wachten op een kans om ons voorbij te steken. Na een 4 tal kilometer is er een kijkparking waar we elkaar opwachten.
Wanneer de achterop komende wagens voorbij stuiven, zien we onze 2 Nederlandse vrienden ook omhoog klauteren. Ze willen echter heel snel verder.Na een korte drinkpauze en onder aanmoedigingen verdwijnen ze uit het zicht in de volgende bocht.
Na een 10 tal kilometer taai klimmen, moeten we door een bosrijk gebied. Dit is het natuurpark van de Siërra de las Nieves. Dit enorme park is gelegen in de heuvels aan de oostkant van de weg naar Ronda. Het park beslaat een gebied van 20 op 30 km of 18.530 hectare. In dit bergachtige gebied heeft de flora en fauna weinig last van menselijke activiteiten. Er is slechts enige productie van kurk, kastanjes en honing.
De naam Siërra de las Nieves suggereert, dat er in de winter sneeuw ligt. In het natuurpark zijn er heel diepe ravijnen en spectaculaire kloven. Er groeien zeldzame Spaanse dennen. Ook leven er veel reeën, steenbokken en zelfs wilde katten en otters.
Na een korte rustpauze zwoegen we ons verder naar boven. De begroeiing wordt schaarser. Het wordt steeds frisser en de wind begint vrij spel te krijgen nu we tussen kale rotspartijen klimmen. Na een 12-tal kilometer wordt de klim onderbroken door een plateau van een
2-tal kilometer. We krijgen de koude wind recht op de neus.
Nu we juist dachten dat we beter vooruit zouden geraken, begint de laatste steile strook naar de Puerto del Viento (poort van de wind) een echt toepasselijke naam. We houden het hier niet lang vol niettegenstaande het prachtige uitzicht op de top. Nadat we ons zweet wat laten drogen en een slokje drinken willen we vlug naar beneden
Er volgt een rustige overzichtelijke afdaling van 12 km naar Ronda.
We zien de stad in de verte liggen. We volgen lange tijd een spoorweg en komen langs een oud aquaduct aan een heel druk rond punt.
We volgen de plaatjes naar het centrum. Dorst doet ons halt houden bij het station waar we onze aperitiefpauze nemen in een bar.
Het verkeer wordt heel druk en we moeten erg opletten om elkaar niet te verliezen. Ik weet dat ons verblijf zich in het oude gedeelte van Ronda bevindt.
Op de site van de B&B staat er een duidelijke uitleg. Eerst moeten we voorbij de Plaza del Torro over de beroemde brug, de Puente Nuevo. Nu zijn we in het oude gedeelte van Ronda en volgen de weg tot we links de kerk Espiritu Santo zien. Ietsjes verder is er een helling naar beneden en plots staan we voor het huis met nr.35 Boabdil Guesthouse.
Er doet niemand open doch na een telefoontje weten we dat Fleur,onze gastvrouw,op komst is. Grote verwondering wanneer we het schijnbaar kleine huisje binnen stappen Alles lijkt veel groter dan we dachten. We krijgen 2 ruime kamers op de eerste verdieping. Onze fietsen kunnen we achteraan via een poortje binnenbrengen. Onze gastvrouw bezorgt ons onmiddellijk de sleutels en een plannetje van de stad. Haar zoontje is opgenomen in het ziekenhuis en ze moet er vlug naar toe.
We spreken af om morgenvroeg te ontbijten rond 8 h 00 en af te rekenen.
Na onze was en plasbeurt, het is dan 14 h 30, krijgen we serieuze honger. We willen bovendien deze stad bezoeken. Na een simpel menu del dia, welke in sneltempo geserveerd wordt, kunnen we op stap.
Ronda ligt op 740 m, boven op een rotsen wordt middendoor gesneden door een indrukwekkend ravijn. Over de kloof, El Tajo, ligt een brug met 3 bogen, de Puente Nuevo. Ronda is één van de oudste steden van Andalusië. De alom bekende beelden van de beroemde brug dragen bij tot een overdreven toeristische drukte. Ook nu ondervinden we dat er duidelijk heel wat dagtoeristen aanwezig zijn.
We wandelen, het is meer slenteren, naar een uitkijkpunt.Daarna willen we in de kloof afdalen. Het is een hele onderneming, langs een zandwegje met af en toe trapjes geraken we heel diep en kunnen prachtige fotos maken. Als natuurliefhebbers hebben mijn vrienden soms meer belangstelling voor de begroeiing en de variatie aan bloemen dan voor de spectaculaire brug.
We klauteren traagjes terug naar boven en verpozen wat op het uitkijkterras waar een straatmuzikant ons flamenco muziek doet beluisteren. We bemerken echter dat hij zich laat bijstaan door een cd-speler. Zo zouden wij ook muzikant kunnen spelen! Wanneer we over de beroemde brug stappen komen we voorbij een Parador en wandelen verder door een park.
We komen aan de arena, blijkbaar een van de oudste van heel Spanje.
Er is een stierengevechtmuseum. Men zou hier de gevechtsregels opgesteld hebben. Niemand van ons is geïnteresseerd in deze dierenmishandeling. We merken dat alle toeristen verdwenen zijn. Het zijn waarschijnlijk aangevoerde Costa del Sol vakantiegangers. Even later zien we inderdaad volgepropte bussen voorbij komen.
Iets voorbij de arena krijgen we een indrukwekkend uitzicht op het gebergte rond de stad. We krijgen grote dorst en doen een terrasje. Door de winkelstraatjes komen we op een Plaza. Het wordt in de zon genieten van enkele San Miguels. We blijven een uurtje napraten en zijn het helemaal eens met elkaar.
Onze ritten zijn heel kort en toch kosten ze heel veel energie. We voelen ons eerder moe en hopen dat we morgen wat minder hoogtemeters (optelling van het aantal meter klimmen) moeten maken. Hoewel, de natuur is ongelofelijk mooi en variabel en ja, dat is ook een van de prioriteiten van deze fietstocht. Ik wil mijn vrienden niet ontmoedigen maar ik weet dat er nog zware dagen komen .
Na een groot uur en enkele biertjes willen we souperen.
We verlaten het plein en nemen de lagergelegen weg richting Banos Arabes oude Arabische wasplaatsen. Hiervoor moeten we over de kloof via een lagergelegen brug. Stuntmannen tonen hoe men nederdaalt in de kloof met kabels en touwen. Het wordt steeds frisser en we moeten terug naar de B&B om warmere kledij op te halen.
Fleur heeft ons enkele eethuisjes aangeprezen. We wandelen door de Almocabarpoort naar het plein. In Bar Maria krijgen we een typisch menu aangeboden. We happen toe en laten de rode wijn rijkelijk vloeien. We voelen ons loom. Gelukkig zijn we dicht bij onze B&B. Heel vlug liggen we onder de lakens.
Start :El Burgo 6h30Aankomst: Ronda 13h00
Afstand :30kmCumul: 126km
Weer:zonnig maar fris, koude wind op de hoogvlakte+/- 17°C
23-11-2010 om 14:47
geschreven door Via de la Plata
26-11-2010
06 dag 4 Ronda - Montellano vrijdag 14/05/2010
06 dag 4Ronda Montellano vrijdag 14/05/2010
Reeds om 7 h 30 doen onze makkers Hugo en Antoine al hun fietszakken naar beneden. Het is nevelig en de zon heeft moeite om boven de bergen uit te komen. Zouden we de mouw- en broekverlengstukken nodig hebben? Zo te zien is het erg fris. Een half uur later zijn ook Pol en Bob klaar. Terwijl we wachten op onze gastvrouw, riskeren we het om zelf koffie te zetten en de tafel te dekken. Een kwartiertje later komt Fleur met vers brood en beleg en kunnen we ontbijten.
Afrekenen, een foto en daar gaan we dan voor onze 4° dag Andalusië.
Ook in Ronda weten ze wat files zijn. We willen de stad verlaten langs dezelfde weg als we gekomen zijn. Voorbij de Almocabarpoort en de Espiritu Santo kerk moeten we op de trapperslopen, omhoog tot aan de beroemde brug. Het opkomend verkeer staat stil en achter ons blijven de gedisciplineerde automobilisten geduldig volgen. Gelukkig geen gedrum, zoals de meeste autobestuurders bij ons toepassen. Jaja, was dat in Brugge, dan was je als fietser zeker de pineut.
Na een 3 tal kilometer dwars door de stad, zijn we opnieuw aan het grote ronde punt van gisteren. Ondertussen hebben we kunnen vaststellen dat het slechts 6°C is, best wat doortrappen jongens!
300 m voorbij het ronde punt kunnen we gelukkig de zeer drukke A367 verlaten. We moeten linksaf richting Arriate op een kleinere en smallere weg. Wat een verademing, wanneer we mogen vaststellen dat er slechts sporadisch verkeer is.
We zijn goed op dreef, te goed zelfs, we missen in de wirwar van kleine straatjes van Arriate een wegwijzer. We moeten naar Puerto de El Monte op de grens tussen de provincies Malaga en Cadiz. Gelukkig hebben we het na 500 m opgemerkt. We zijn één uur onderweg en het wordt toch warmer, de zon doet zijn best, we beginnen zelfs te zweten!
Na Los Prados en de zware beklimming van de Puerto de el Monte is er een afdaling naar het mysterieuze witte dorp Setenil de las Bodegas. Wanneer we het dorp naderen weten we waarom. Er zijn niet alledaagse grotwoningen. De huizen lijken uitgehouwen uit overhangende rotsmassas. Het geeft een originele look aan dit kleine maar toch levendige dorp. Bijna alle Pueblos Blancos liggen hoog op een heuveltop, maar Setenil echter, ligt in een dal aan de rivier Trejo.
De smalle straatjes vormen een echte nachtmerrie voor chauffeurs maar zijn een echte zegen voor ons, hoewel we voetganger moeten spelen. Onmogelijk om hier in de smalle steile steegjes op de fiets te blijven. We vragen ons af, denken die mensen ook echt eens aan een aardbeving? Toch moeten hun woningen een groot voordeel bieden, alleen al als beschutting tegen de brandende zon .Ze zullen wel geen airconditioning nodig hebben! Bovendien zal het in de winter vermoedelijk ook wel warmer zijn, menen we.
We blijven het straatje dat evenwijdig met de rivier loopt volgen. De Ruta de los Molinos loopt langs de grotwoningen. We moeten weldra heel steil omhoog en krijgen een prachtig uitzicht op dit eigenaardige dorp. We vinden het nog te vroeg om te aperitieven en het is nog niet warm genoeg om te terrassen.
Mooi heuvelend trekken we tussen olijfgaarden richting Torre-Alhaquime.
We krijgen een frisse wind op kop en moeten op een lintje naar de volgende heuveltop. Het dorp heeft maar één straat en denkelijk één bar. We willen toch enkele minuten uitrusten, een koffie drinken en een sanitaire stop doen.
Vanaf Torre-Alhaquime moeten we in enkele trappen klimmen naar Olvera.
Olvera is een prachtig bergdorp en is historisch beschermd. Het heeft ook een artistieke status. Het Arabisch kasteel en de Iglesia de la Encarnación domineren de skyline van het stadje. We rijden naar het centrum dat we in ieder geval willen bezoeken. De kerk ligt heel hoog en we moeten er op een van onze kleinste versnellingen naartoe.
Vóór we naar de Via Verde rijden willen we hier in ieder geval middagmalen.
In een dorpscafé,waar de senioren met veel overgave domino spelen, lessen we onze dorst. De waardin wijst ons de rechtover gelegen bar aan om te gaan eten. Ze gaat zelfs mee met ons en legt de baas uit dat hij onmiddellijk voor eten moet zorgen voor ons. We moeten het toegeven, we worden heel goed en in ijltempo bediend én voor een prijsje dan nog.
We willen naar de Via Verde de la Sierra, geen probleem, juist voor het ronde punt hebben we wegwijzers opgemerkt. We volgen de groene bordjes rechts naar beneden en komen aan het vroegere stationnetje van Olvera. We starten onze indrukwekkendste fietskilometers ooit!
De Via Verde de la Sierra is voor ons als echte natuurliefhebbers iets heel bijzonders. 36 km fietsen zonder één auto tegen te komen, in absolute rust en stilte. We moeten toegeven met de fietsomstandigheden hebben we echt geluk. Er schijnt een stralende zon, niet te warm noch te koud, geen wind en een vlakke weg.
De natuur is buitengewoon, we rijden door een ongerept groen berglandschap. Dwars door het natuurgebied van de Sierra de Grazalema.
Deze Groene Route telt dertig tunnels en vier viaducten. Hierdoor moeten we geen enkele berg noch dal over of door. Hij is perfect bewegwijzerd en er zijn heel wat rustzones. Feitelijk is deze Via Verde een oude spoorwegverbinding tussen Jerez de la Frontera en Almargen (iets voorbij Olvera). Deze spoorweg diende het achterland van Cadiz te ontsluiten. De spoorweg zou echter (?) nooit in dienst genomen zijn .
Na ongeveer 15 km komen we aan de bekende rots Zaframagon waar we vele roofvogels en zelfs de vale gierkolonie kunnen bewonderen.
De gieren komen heel dicht boven ons zweven, zon grote vogels hebben we nog nooit van zo dicht kunnen volgen.
Iets verder is er een Natuur bezoekers-centrum, hoog tijd om onze dorst te lessen en rond te neuzen.
We zijn helemaal alleen en nemen onze tijd. Zo kunnen we zien wat er hier allemaal leeft, zoals adelaars, torenvalken, slechtvalken en bosuilen. Alle soorten reptielen en amfibieën zoals de moerasschildpad en de groene kikker. Knaagdieren en ander wild zoals wezels, hazen, rode vossen en egels.
Ze beschermen ook veel soorten bloemen, planten en bomen ..
Wanneer we na deze bewogen rit in Puerto Serrano belanden en op een terras bekomen van deze indrukvolle rit, geraken we maar niet uitgepraat. We zijn het volmondig eens, dit is voor ons het allermooiste pad dat we ooit bereden hebben. Een aanrader voor iedereen die in Andalusie een actieve vakantie wil nemen.
We moeten een nieuwe weg volgen richting Sevilla. Het is nog 10 km heuvel op heuvel af. We moeten rechtsaf naar Montellano, het is zwoegen op een vals plat, om bij het dorp te geraken. Nog vóór we het centrum bereiken, bemerken we een ongewone drukte. Eenmaal in het dorp moeten we van de fiets.
Overal heerst er een feestdrukte en staan er groepen ruiters en koetsen. Om hier aan slaping te geraken, zal wel een wonder moeten geschieden, vrezen we! Het wordt me duidelijk waarom ik van Haciënda el Huerto bericht kreeg dat alles volzet is.
We worden op een uitnodigend terras gedrumd en onmiddellijk krijgen we een fris biertje. Ik tracht bij een burentafeltje aan de weet te komen wat dit allemaal te betekenen heeft:Fiesta de Caballos. Het paardenfeest brengt blijkbaar iedereen die een paard bezit naar dit dorp. Een dame probeert mij duidelijk te maken dat we zullen moeten meefeesten. Maar mij interesseert meer, waar hier overnachtingsmogelijkheden zijn. Zij verwijst ons naar Hostal-bar Bobys even buiten het dorpscentrum.
Met veel moeite geraken we tussen drinkende ruiters en de paarden weg uit het gewoel. Wanneer we de bar Bobys binnenstappen, kunnen we onze ogen niet geloven. Het is een grote feestzaal vol met een etende, drinkende en zingende massa. Na een poosje krijgen wij, zelfs zonder vragen, bier in de handen gestopt. Ik tracht achter de toog bij de baas te geraken. De erg zwetende man bemerkt mij en komt naar me luisteren.
Ik probeer hem uit te leggen, dat we heel moe zijn en absoluut hier willen overnachten. Hij vraagt mij wat geduld te oefenen tot de grootste drukte verdwenen is. Antonio komt plots naar mij toe. Hij heeft nog 2 kamers vrij, maar ik moet 100 betalen, wat ik zonder nadenken ook direct doe. We moeten hem volgen. We kunnen onze fietsen in de ondergrondse garage bergen. We krijgen 2 sleutels en moeten ons plan trekken. Wel beloven we, hier deze avond te komen souperen ..Niet vóór 9 h 00 hebben we uiteindelijk begrepen.
Tot onze verwondering hebben we 2 grote nette kamers. We moeten absoluut onze fietsklederen wassen.
Na een douche, gaan we op stap.
De drukte is nog toegenomen, er stapt een fanfare rond en men vormt een processie.
Onder grote belangstelling komen de feestelijk en kleurrijk geklede dames en heren ingetogen en zingend voorbij.
Ze dragen allerhande beelden mee .
Nadat de processie, de amazones en ruiters voorbij zijn, sluit iedereen aan.
Ook wij worden aangemaand om in te voegen.
We gaan door de kleine straatjes naar de kerk op het hoger gelegen gedeelte van het dorp. Wat maken we hier allemaal mee zeg!
Na een poosje maken we rechtsomkeer en slenteren naar de bar. Patroon Antonio heeft ons opgemerkt, hij wijst ons een tafeltje aan en komt onmiddellijk met 2 flessen wijn. Zonder vragen komen ze met voorgerechten en daarna met vis- en vleesschotels. We hebben geen keuze en telkens onze fles wijn leeg geraakt staat er al een andere in de plaats. Als dessert moeten we zelf in de koelkast een mango frisco kiezen. Iets later komt Antonio rond met allerhande likeuren, hij gebiedt ons van alles te proeven. De zaal zit ondertussen nokvol. Er heerst een oorverdovend feestgedruis, we kunnen elkaar helemaal niet meer verstaan ..Het is 23 h 00, we zijn doodmoe en willen absoluut onze bedden opzoeken.; Wanneer ik de rekening vraag, schrijft Antonio met veel zwier 30 op ons tafelpapier Wij begrijpen er niks van, geven hem 50 en krijgen 20 terug dat is het dan blijkbaar. Hoe kan dat nu!
Wanneer ik vraag om rond 8h00 te ontbijten, lacht hij ons uit. Vóór 11h00 zal het niet lukken, maakt hij ons duidelijk. We nemen afscheid, enkele minuten later liggen we zeker al te snurken ..Maar we hebben oordopjes in!
26-11-2010 om 17:22
geschreven door Via de la Plata
30-11-2010
07 dag 5 Montellano - Sevilla zaterdag 15/05/2010
07 dag 5Montellano Sevilla zaterdag 15/05/2010
Montellano slaapt nog, alles lijkt uitgestorven Zo te zien, aan het vuil op straat, moeten ze nogal gefeest hebben!
Iets na 8 h 00 halen we onze fietsen uit de parking. Het valt op dat het veel minder koud is dan gisterenmorgen.
Zouden we ergens kunnen ontbijten?
Wanneer we traag door de lege straatjes fietsen lijkt alles echter nog potdicht!
In een zijstraatje zien we een bakker zijn bestelwagen vullen.
Daar naartoe, ontbijten gaat niet maar verse boterkoeken kunnen we wel kopen. We zullen er dan maar een ochtendpicknick van maken zeker! t Moet ooit de eerste keer zijn We zullen later wel ergens aan koffie geraken.
Wat we in Montellano beleefd hebben zal levenslang in ons geheugen gegrift blijven We geraken maar niet uitgepraat over onze belevenissen van gisterenavond. Wat een bewogen dag was dat zeg!
We moeten vanuit het dorp naar de hoofdweg richting Sevilla en afslaan naar El Rubio.
De echte bergen zijn verdwenen en toch moeten we heuvel op en af. Op een van die toppen staat er een bar ..
Koffietijd jongens!
We vorderen goed langs een uitgestrekt meer Embalse de Torre del Aguila. Het valt echt op dat het zaterdag is, zo weinig autoverkeer hebben we nog niet gehad.
Na Guadalena de los Quinteras moeten we op de heel wat drukkere N4 naar Los Palaciosen dan richting Dos Hermanos.Iets vóór deze stad wordt het plots zeer warm we zijn precies over een temperatuurgrens gereden. Grote dorst zet ons aan, een sanitaire stop te maken bij een bar.
De vriendelijke patroon zet net zijn terras buiten en wij maken er dadelijk dankbaar gebruik van. We moeten er ons heel wat lichter opzetten en de overjassen opbergen. Zouden we dan toch de gevreesde Andalusische hitte moeten trotseren? We nemen een extra rustpauze en drinken meer dan één San Miguel samen met raciones van tapas. We zullen de eerste uren geen honger hebben.
We hebben echt geluk dat het weekend is, langs enkele industriezones komen we eindelijk aan de grens van Sevilla. Gelijktijdig bemerken we een smalle fietsbrug over de 4 vaksbaan welke we volgden. Wegwijzertjes aan de overzijde maken ons nieuwsgierig. Wonder boven wonder, we ontwaren een echt groen geschilderd fietspad en een plaatje welke ons richting Sevilla centro aanduidt.
We blijven het fietspad volgen en komen in de brede lanen van de hoofdstad. Wat een verschil met 4 jaar geleden toen we hier, bij onze Zilverroute fietstocht angstig tussen het gekke verkeer onze weg moesten zoeken.
Het is onze bedoeling om, nu we nog per fiets zijn, de omgeving van de Plaza de España te bezoeken.
Een vriendelijke politieagent wijst ons de weg naar het Maria Luisa park.
Deze groene long is alom bekend. In dit reuzengrote park bevinden zich enorm veel bekende bouwwerken, meestal zijn het overblijfselen van de wereldtentoonstelling van 1929. Maar eerst en vooral willen we wat uitrusten in de schaduw van prachtige bomen. Ongelofelijk wat we hier in dit stadspark allemaal kunnen bewonderen, bloemen, planten en allerhande vogels, heerlijk.
Na een poosje rijden we de poort van de Plaza de América binnen, iets verder ontwaren we de torens van het gebouw van de Plaza de España. Daar naar toe dus, maar we hebben geen geluk. Men is volop bezig met de renovatie van de waterpartijen. En toch zien we toeristen op het binnenplein. Langs een zijpoortje geraken we uiteindelijk ook door een van de torengebouwen. Op het grote halve cirkelplein is het snikheet en toch vinden we het aangenaam. We bewonderen de vele tegeltableaus die de Spaanse provincies voorstellen.
Ons stadsplan geeft aan dat we heel dichtbij de Guadalquivir zijn. Inderdaad, enkele honderden meter verder kunnen we op de Paseo de stroom volgen. In een stad met een rivier kan ik mij steeds veel beter oriënteren, elke brug heeft een naam.
Vanaf de Puente del Generalismo moeten we naar de Puente San Telmo waar de Torre del Oro staat.
Voorbij Plaza de Toros en de sierlijke Puente de Triana. We moeten langs de grote brede laan Reyes Catolicos de stad binnenrijden tot de Plaza Magdalena. Zowel Pol als ikzelf herkennen de wirwar van kleine steegjes ..en ja we kunnen een plaatje volgen tot aan onze Hostal Naranjo.
Iedereen is dolblij dat we zo gemakkelijk de hostal in de calle San Roque gevonden hebben. Benieuwd hoe we hier zullen ontvangen worden. De balie señorita leest mijn mailcopys controleert enkele data en knikt bevestigend. Ik krijg de sleutel met een kaartje, met daarop het kleine supplement welke we nog moeten bijbetalen. Ook mijn vrienden zijn heel tevreden dat we , bovenop onze eerdere gestorte som, slechts 36 moeten bijbetalen. Met 4 op een kamer en voor 2 nachten, ontbijt inbegrepen, betalen we slechts 26,75 pppn zo goedkoop hadden we het nooit verwacht! Onze fietsen moeten we wel op de eerste verdieping in de patio stallen.
Het is 18 h 00, om beurten nemen we een lekkere douche. Na een korte siësta krijgen we zin in een stadswandeling. Om de hoek vinden we een ruim terras, hoog tijd om onze aanwezigheid in de hoofdstad van Andalucia te vieren. We zijn toch wel verwonderd wanneer de kelner zelfs geen olijfjes meebrengt. Later merken we dat men hier in de grootstad niet zo mild is als in de plattelandsdorpjes.
We flaneren zoals echte Spanjaarden door de winkelstraten naar de Santa Cruz wijk. Langs de statige Avenida de la Constitucion komen we bij de kathedraal. We zijn 4 jaar geleden onze Via de la Plataop deze plaats gestart. De laan is niet meer te herkennen, er waren destijds wegeniswerken bezig. De laan heeft een meer dan geslaagde metamorfose ondergaan.
We mogen de kathedraal, de grootste kerk van Spanje, niet binnen.
Blijkbaar zijn er enkele huwelijksinzegeningen bezig We staan er ook niet voor te springen. Enkele jaren geleden zijn we er bijna in verloren gelopen. We bewonderen de zo gekende Giralda, het Aartsbisschoppelijk paleis en de Plaza de los Naranjos..
We krijgen meer belangstelling voor de vele eetgelegenheden.
We worden moe van het slenteren en zouden graag eens heerlijk willen eten.
Het is zalig warm en op de terrassen heerst er een nerveuze bedrijvigheid.
Het is moeilijk kiezen, na een poosje vleien we ons tussen de vele toeristen.
Het eten was niet denderend, we hebben al beter en zeker veel goedkoper gegeten in Andalucia We mogen ons eens te meer, niet laten verleiden ergens te eten waar het toerisme hoogtij viert.
Voor we gaan slapen doen we nog een flinke wandeling tot aan de Torre del Oro langs de Guadalquivir. Na een laatste terrasje wordt het hoog tijd om onze bedjes op te zoeken. We zijn doodmoe en we hebben airconditionerring op de kamer. Het zou anders te warm zijn om gemakkelijk de slaap te vinden.
Enkele minuten na we onder de lakens kropen, weerklinkt een snurkconcert.
Wat een geluk dat er oordopjes bestaan!
Start : Montellano9h00Aankomst: Sevilla17h00
Afstand :79kmCumul: 291km
Weer:Stralende zon zeer warm30°C
Verblijf:B&B NaranjoCalle San Roque 11 Sevilla95 422 58 40 4
30-11-2010 om 11:13
geschreven door Via de la Plata
03-12-2010
08 dag 6 Vrije dag Sevilla zondag 16/05/2010
08 dag 6Vrije dag Sevilla zondag 16/05/2010
Op onze vele tochten komt het maar heel weinig voor dat we een vrije(toeristische) dag nemen. We hadden er zelfs 2 voorzien dit jaar. Het was kiezen tussen Sevilla en Granada wanneer we noodgedwongen _ andere vliegdata moesten aanvaarden met die IJslandse stofwolkmiserie.
Gezien we al een fameuze aanbetaling gedaan hadden bij een hostal in Sevilla, was de keuze vlug gemaakt.
Ik moet het toegeven Sevilla is met voorsprong mijn favoriete stad. Het is de 4° maal dat ik hier kom en het verveelt mij nooit, het lijkt thuiskomen!
Ik herinner mij nog heel goed al was het gisteren, dit allereerste bezoek. Het was ten tijde van mijn militaire dienst in 1966. Ik was toen bij de marine en had het geluk Navo oefeningen in de Middellandse zee mee te maken. Wanneer we in Cadiz moesten bunkeren, was er een uitstap naar Sevilla. Er waren nog geen rechtstreekse wegverbindingen en we hebben heel wat kilometer per bus door een soort woestijn gereden. Toen we eindelijk in Sevilla toekwamen was dit een openbaring welke nog steeds een enorme indruk op mij maakt.
Genoeg gedroomd, Hugo is al klaar en Antoine is badkamergebruiker wanneer ik besef dat we echt in Sevilla zijn. Het is 8 h 30 wanneer we ons ontbijtbuffet nemen. We blijven nog een tijdje overleggen wat we vandaag willen doen. Ons besluit staat vlug vast, eerst maken we een bustour en daarna een flinke wandeling. Allé we zien wel. Ik weet zeker, we zullen ons niet vervelen!
We bestellen een ticket aan de baliejuffrouw en wandelen naar de Torre del Oro. We moeten langs de Plaza de Toros naar de busopstapplaats aan de Guadalquivir. Het is al snikheet en t is nog maar 10 h 30. We moeten ons zweet al afvagen Gelukkig kunnen we alle uitleg in het Nederlands volgen. We vertrekken stipt om 11 h 00 langs de Gouden Toren. Vervolgens langs de Universiteit van Sevilla naar de Plaza de España. Daarna rijden we in het Maria Louisa park voorbij de kleurrijke paviljoenen van Mexico, Brazilië en Cuba en nog vele andere Zuid-Amerikaanse landen. Allemaal herinneringen aan de Expo van 1929. Het zijn stuk voor stuk echte bouwkundige juweeltjes.
Wanneer we over de Puente de San Telmo rijden zijn we aan de andere zijde van de rivier in de Trianawijk. We rijden door het gedeelte van Sevilla waar de Wereldtentoonstelling van 1992 plaats vond. Een reeks te moderne gebouwen zoals het World Trade Center en het paviljoen van de Navigatie met een hoge toren in de rivier. Na het Isla Magic, steken we de prachtige nieuwe brug Puente de la Barqueta over om terug te keren langs de Paseo en de Plaza de Tores. We vinden het zo interessant dat we blijven zitten en nogmaals de tour meerijden. Het is zo warm dat de wind, veroorzaakt door het rijden van de bus, geen afkoeling geeft. Ik heb zelfs de nijging om een dutje te doen
Het is 13 h 00 als we van de afstapplaats naar het centrum van de stad slenteren. Hoog tijd voor onze gebruikelijke aperitiefpauze. We moeten zelfs zoals echte Spanjaarden in de koelte van een bar binnenkruipen. Nadien wandelen we nog eens langs de fameuze kathedraal naar de kleine straatjes bij onze Hostal.
We willen absoluut zoals de Sevillianen middagmalen. We hebben gisterenavond zon gastronomische eetgelegenheid opgemerkt. Na een poosje vinden we het restaurant en wanneer we enkele opzichtige Andalusische families met veel en luid gebabbel zien binnengaan, weten we het zeker Hier moeten we zijn om de typische Sevilliaanse gastronomie te proeven! De achterin gelegen eetzaal zit propvol.We moeten even geduld oefenen tot er een plaatsje vrijkomt. Maar het is de moeite waard om te wachten .We vermoeden dat we de enige buitenlanders zijn die zich hier nu binnenwagen.
Zoals overal, komt de señora het menu afratelen en moeten we onmiddellijk beslissen. We maken er geen probleem van en bestellen, een frisse gazpacho tomatensoep, nadien zoals gebruikelijk een salade en een varkensfilet. Bij dit alles wordt ons onmiddellijk een vino tinto geserveerd. Toegeven het heeft ons 10 maal beter gesmaakt dan gisterenavond en we hebben slechts de helft betaald. Na nog een zoet nagerecht en een straffe koffie, willen we met een dik buikje net zoals de Spanjaarden een korte siësta nemen. En of we er deugd van gehad hebben!!!
Het is 18 h 00 wanneer we uitgerust opnieuw op stap willen trekken. Mijn vrienden zijn zo gefascineerd door de omgeving van de Plaza de España. We willen er allemaal nog eens naartoe. Onze bustour tickets zijn een hele dag geldig dus nemen we deze en rijden mee tot de afstapplaats daar. Na een terrasje onder het lommer van de reuze bomen willen we een grote wandeling maken .
Iets voorbij Avenida del Cid, wanneer we het park Jardines de Murillo voorbij wandelen wordt onze aandacht getrokken door aanstekelijke muziek!
We willen er het fijne van weten en stappen het park binnen. Hier heerst een echte kakofonie. Er is een soort jaarmarkt met allerhande verkoopskraampjes en volksspelen.
Onze aandacht gaat echter naar een heel speciaal afgebakend terrein. Ongelofelijk hoeveel reuze roofvogels men hier tentoonstelt. De bewaker toont ze een voor een, het is een fascinerend schouwspel hoe rustig deze prachtige vogels erbij blijven .Ja onze specialist Hugo wilt ze allemaal zien en we krijgen een heel deskundige uitleg.
Heel verwonderlijk wat onze vriend allemaal kan vertellen over deze dieren ..We zijn voor meer dan een uur zoet! We moeten met hem de slangen- de steen- en de visarend, enkele haviken, oehoes en andere grote uilen bewonderen.
Uiteindelijk geraken we weg uit het park en sloffen verder door een ander park naast de Guadalquivir ..We worden heel moe en moeten regelmatig een rustpauze nemen. Geloof het maar, op de fiets zijn we nooit zo vermoeid .Hoewel, we denken dat de warmte en de brandende zon ons parten speelt.
We dachten aanvankelijk om deze avond naar een Flamenco voorstelling te gaan.
We zien het echter helemaal niet meer zitten wanneer we aankomen bij onze Hostal. Het is 21 h. Na een deugddoende douche willen we nog een slaapmutsje nemen en een kleinigheidje eten. Om de hoek stappen we een bar binnen en bestellen een schotel Jamón de Bellota, brood en een fles vino tinto.
Een heerlijke afsluiter van een rijkgevulde dag. We hebben er alle vier enorm van genoten. Een beetje versuft sloffen we naar onze kamer. Enkele minuten later liggen we in dromenland.
Vrije dag Sevilla
Weer:Stralende zon bloedheet34°C
Verblijf:B&B NaranjoCalle San Roque 11 Sevilla95 422 58 40 4
03-12-2010 om 14:25
geschreven door Via de la Plata
07-12-2010
09 dag 7 Sevilla - Lora del Rio maandag 17/05/2010
09 dag 7Sevilla Lora del Rio maandag 17/05/2010
Langslapers zijn we niet. Om 8 h 00 zijn we de eerste bezoekers van de kleine eetzaal. De koffie señora is nog niet klaar en maakt ons duidelijk nog even geduld te oefenen. Enkele minuten later kunnen we genieten van het eerder karige ontbijtbuffet. Gelukkig hebben we geen te grote honger en zijn we vlug klaar om te vertrekken. Hopelijk is het nog fris genoeg en geraken we al een heel eind eer de brandende zon ons moe maakt.
Na onze ochtendbriefing weet iedereen dat het een eerder gemakkelijke rit wordt door de Guadalquivirvallei. Enkel het verlaten van Sevilla kan nog voor problemen zorgen. We rijden net zoals we vertrokken van hier naar Santiago de Compostela. De eerste 6 km volgen we de rivier. Er ligt nu een mooi breed fietspad. Maar plots stopt alles aan de Puente de Alamillo.
Een prachtig bouwsel ..maar daar hebben we nu echt niks aan, toch kan ik het niet laten om er een foto van te nemen.
We staan er een beetje verbouwereerd bij, tot we in de verte toch enkele richtingsaanwijzer zien. Na een paar keer vragen vinden we de A3102 richting La Rinconada. Het is een saaie weg dwars door een reeks industriezones.
Toch hebben we geluk, er is, tot onze grote verwondering een fietspad.
Voor we de richting naar Brenes vinden moeten we over een spoorweg en rijden zelfs kort op een autosnelweg.
Misschien zijn we ergens verkeerd gereden.Toch komen we in Brenes langs een spoorweg. Nu mogen we geen fouten maken .We moeten absoluut op de A 3104 richting Los Rosales.
We worden tegengehouden door de bereden politie en moeten opzij gaan staan. In de verte zien we een reeks woonwagens in onze richting komen. De huifkarren worden getrokken door tractors. Wanneer ze ons voorbij rijden worden we uitbundig toegeroepen en gezwaaid. We horen enkele keren El Rocio roepen. Enkelen doen zelfs teken dat wij rechtsom moeten keren. Volgens mij rijden de wagens naar een verzamelplaats om daarna de El Rocio bedevaart te doen.
Dit zouden we wel eens willen meemaken. De Roméria del Rocio is een van de grootste bedevaarten van Spanje. Tienduizenden pelgrims lopen deze Camino. Het is iets welke zou te maken hebben met Mariaverering gemengd met Flamenco, kleurrijke klederendracht en muziek. Uit geheel Andalusië doen er broederschappen aan mee. El Rocio ligt niet ver van Huelva aan de rand van het natuurpark El Doñana.
Na Los Rosales moeten we naar Guadajoz We rijden heel dicht bij de Rio Guadalquivir die de steden Sevilla en Córdoba met elkaar verbindt.
Het is een vruchtbaar heuvelland vol korenvelden en groenteakkers. Veel mensen zien we hier niet. De zon begint te branden en er is geen zuchtje wind, hoog tijd om onze dorst te lessen. Wanneer we door een onooglijk klein dorpje moeten merken we toch een bar om onze aperitief te nemen.
We moeten meer dan één caña vragen want ze offreren hier bier van de tap, in glaasjes nog kleiner dan in Holland.
We peddelen rustig verder zonder echt veel verkeer, bergen zijn er niet en de heuvels zijn heel zwak. Het is zalig om zo rustig door de natuur te fietsen.
Hugo doet ons halt houden, hij heeft iets opgemerkt wat hij wilt aanwijzen. Pal voor onze neus vliegt er een leeuwerik recht omhoog. Hoog boven ons, we schatten wel 100m blijft hij hangend zingen. Het is lang geleden dat wij dat nog gezien hebben.
Iets verder op een kruispunt bemerken we een restaurant ..het is nog maar 13h00. Toch wagen wij het erop om te middagmalen. We zullen wat geduld moeten oefenen, laat de señor ons verstaan. Geen probleem dan drinken we nog iets fris vooraf op het terras. De patroon roept ons binnen, het menu del dia is klaar. We kiezen voor gazpacho, kip en ijs. Het is snikheet wanneer we na de koffie vertrekken. Ver moeten we gelukkig niet meer onder die brandende zon. Fel bezweet belanden we om 15 h 00 aan ons overnachtingadres in Lora del Rio.
Wanneer we het Hostal La Portuguesa binnenstappen is er niemand te bespeuren ..We kunnen zo door het gebouw lopen van de voorkant tot de achterzijde. Op het gelijkvloers is er een prachtige patio met daarachter een ruime gelagzaal welke uitzicht geeft op een andere straat. Señora Martin heeft ons blijkbaar zo vroeg niet verwacht.
We kunnen onze fietsen stallen in een autoberging. We krijgen een heel ruime kamer, het lijkt wel een slaapzaal, op de dakverdieping. We beschikken over een dakterras met uitzicht over het stadje en de weidse omgeving. De señora eist onze identiteitskaarten en we moeten één voor één haar onze verblijfspapieren helpen invullen ..nooit meegemaakt!
Na onze was en plasbeurt kunnen we onze kledij te drogen hangen. Ondertussen nemen we een lange siësta .We moeten zelfs onze oordopjes gebruiken!
Wat kan zon korte rustpauze deugd doen zeg!
Maar, we willen toch ook het stadje bezoeken. We moeten door een nokvolle gelagzaal, de patroon komt ons begroeten en we nemen een fris biertje vóór we op wandel gaan.
Volgens onze gastheer is er niet heel veel te beleven. Lora del Rio, ligt aan de Guadalquivir en de zeer drukke spoorlijn Sevilla-Cordoba. Men leeft er hoofdzakelijk van de olijfolieproductie en van de kweek van vechtstieren. De meeste jongeren werken in een van de twee grootsteden. Toch wagen we het, een grote wandeling te maken. Buiten enkele kerken en lommerrijke pleintjes, valt er echt niet veel te beleven ..
We zijn vlug rond en moeten noodgedwongen onze tijd doden, net zoals de plaatselijke bevolking, met getetter op een schaduwrijk terras. Gelukkig krijgen we een tapa bij elke consumptie.
We blijven rondslenteren tot we een bar vinden waar men bereid is ons wat eten klaar te maken .Grote honger hebben we niet en onze souper stelt ook niet veel voor. Vóór we onze slaapzaal opzoeken wil Hugo ons nog trakteren op een grote ijscreem. We moeten het eerlijk bekennen deze bij Liliane in Knokke in zijn Icebar is toch veel beter.
We sloffen naar onze Hostal en zitten vroeg onder de lakens. De airconditionerring maakt het gelukkig fris genoeg om in dromenland te geraken.
07-12-2010 om 14:21
geschreven door Via de la Plata
10-12-2010
10 dag 8 Lora del Rio - Posadas dinsdag 18/05/2010
10 dag 8 Lora del Rio - Posadas dinsdag 18/05/2010
Het wordt een korte rit vandaag. Dus hebben we tijd zat, vroeg opstaan is niet aan de orde. Stilaan beginnen we het te kennen, we passen ons tempo aan, aan dat van de plaatselijke bevolking. Vóór 9 h 00 geraken we toch niet aan een ontbijttafel hier in Lora del Rio. Dan maar onze fietsen beladen en wachten. Onze gastheer en gastvrouw bezorgen ons een vriendelijke ontvangst en we genieten van een uitgebreid zoet ontbijt.
Voor we Lora del Rio verlaten willen we nog een rondje maken in de omgeving van het hotel. We verlaten het stadje onder een azuurblauwe hemel, met nu al 22°C, voorlopig echt zalig fietsweer. We denken dat het zweten zal worden.
Gelukkig komen er vandaag geen bergen. Het blijft net zoals gisteren biljartvlak, althans volgens ons roadboek.
We moeten een eindje terug, richting El Alamo om het Canal de Riego del Genil te volgen. Na een poos hebben we door dat, deze grote baan, zeker niet onze uitgestippelde weg kan zijn. Wanneer we in El Acebuchal aankomen, vinden we de juiste route terug. We hadden het heel wat gemakkelijker verwacht.
We rijden opnieuw door een agrarische streek.Overal is er akkerbouw met hier en daar een boerderij. In deze vlakte verbouwt men graan, groenten, zonnebloemen, tabak en katoen. Soms zien we ook citrus- olijf- en amandelboomgaarden.
Na El Calonge komen we in Palma del Rio, een dorp dat we van heel ver zien liggen. Het lijkt wel een wit dorp in de weidse laagvlakte. Ondertussen is het 11 h 30 en er staat 40 km op ons tellertje. Hoog tijd om onze dorst te lessen. Wanneer we het dorp binnenrijden ondervinden we een nerveuze drukte. Inderdaad, het moet marktdag zijn. Overal lopen er zwaarbeladen señoras rond.
Het is niet moeilijk om hier een terras te vinden. We hebben tijd genoeg en we genieten van meer dan één San Miguel. Dit stadje of is het een groot dorp (?) lijkt heel wat religieuze architectuur te bezitten. De kerktoren en het ervoor liggend plein zijn heel mooi. Er is ook een groot klooster en er zijn heel wat kasteelruïnes met vervallen torens.
De vele kleine straatjes doen ons werkelijk de oriëntatie verliezen. We moeten meer dan eens de weg vragen. Nu moeten we richting Riverno de Posadas langs een prachtige nieuwe brug over de Guadalquivir. Iets verder riskeren we het om een klein padje te nemen tussen bloeiende velden met enorm veel klaprozen ..Tot onze grote verwondering komen we langs een nieuw fietspad in Posadas terecht. Voor het eerst sinds lang is het flink klimmen geblazen.
Het is 14 h 00.Vóór we naar onze overnachtingplaats rijden, wensen we eerst te middagmalen. Aan enkele dorpelingen vraag ik, waar we een ménu del dia zouden kunnen krijgen. Een van de señoras roept een jongeling die ons per fiets gidst tot bij Bar Garcia. In sneltempo wordt ons een eenvoudig maar smakelijk maal opgediend.
De patroon is heel nieuwsgierig en wil weten wat we hier uitspoken. Wanneer we vertellen waar we naar toe moeten, komt hij mee met ons om de juiste weg te wijzen. We moeten onder het spoor door richting de A-431 de grote baan naar Cordoba. Het is op de trappers lopen maar onder de viaduct moeten we nog veel steiler klimmen. Buiten adem moeten we elkaar opwachten.
Wie had dat nu verwacht zeg, juist na ons middagmaal. Vervolgens moeten we langs slingerend wegen nog hoger en enkele boerderijen voorbij. Rechts van de weg zien we plots een bordje Finca El Junca hoera we zijn er. Met veel zwier rijden we tot aan het terras van de B&B.
Marian en Jan weten hoe ze fel zwetende en hijgende gasten moeten ontvangen. We moeten plaats nemen op het schaduwrijke terras en krijgen onmiddellijk een frisdrankje, zalig. Het gastgezin beheert al 3 jaar deze finca. De gewezen boerderij wordt omringd door graanakkers en landhuizen.
De finca is verbouwd tot een vakantiewoning met 6 gastenkamers. Rondom is er een verzorgde tuin en een groot zwembad van +/- 6 op 17m. We krijgen twee ruime kamers en er zijn nog 2 op de gang gelegen badkamers. Douchen zullen we maar in het zwembad doen zeker!
Heel vlug willen we in het water. Het is snikheet en daarna zullen we, het wordt een gewoonte, een siësta nemen onder hiertoe uitnodigende parasols. We haasten ons en een na een nemen we een lekkere duik in het zalige water. Jan is een heel attente gastheer en komt regelmatig een babbeltje slaan en iets drinken. Zo weten we dat hij ook fietser is en regelmatig per koersfiets de achterliggende bergen in trekt.
Om 20 h 00 kunnen we samen met de andere gasten genieten van de kookkunsten van het gastgezin. Het wordt een gezellige boel met die praatgrage Hollanders. Er zijn 2 stellen jongeren en een minder jong paar. Iedereen wil onze belevenissen horen. Na de lekkere maaltijd worden we echt verrast.
Jan stelt een van de jongeren voor als Claudio Benito, een virtuoze gitarist.
Hij brengt ons echte Flamenco muziek van Paco de Peña. We worden er stil van. Iets om nooit te vergeten. We moeten het alle vier volmondig toegeven: Claudio Benito is een van de zeldzame talenten die deze ongelofelijk mooie, typische muziek beheerst als geen andere. Een genot om naar te luisteren op zon gezellige warme avond.
We blijven nog lang nagenieten en nemen meer dan één glaasje Vino tinto.
Hugo kan zijn hart ophalen, het minder jonge paar zijn echte vogelspotters.
Blijkbaar hebben ze in de Doñana moerasgebieden van de Guadalquivirdelta gewandeld.
Ze vertellen met veel enthousiasme over hun belevenissen, we hangen aan hun lippen. Ze hebben diverse moerasvogels kunnen observeren waaronder verschillende reigersoorten, eenden, en een mysterieuze soort koet. Ze geraken maar niet uitgepraat over hun natuurreis daar. Spijtig, het wordt heel laat en het gezelschap is moe, hoog tijd om onze bedjes op te zoeken .
Slaapwel iedereen.
Start : Lora del Rio 10h00
Aankomst: Posadas 15h00
Afstand :58km
Cumul: 413km
Weer:Stralende zon zeer warm 34°C
Verblijf: Finca El Juncal Ctra. Villaviciosa 14730 - Posadas Jan en Marian
10-12-2010 om 14:29
geschreven door Via de la Plata
14-12-2010
11 dag 9 Posadas - Cordoba woensdag 19/05/2010
11 dag 9 Posadas Cordoba woensdag 19/05/2010
Het ontbijt nemen op een zonnig terras aan het zwembad, is hier dagelijkse kost, vertelt Jan. Het is een van de grote voordelen van het leven in Andalusië.
Marian bezorgt ons lekkere koffie, broodjes met divers beleg, een zacht eitje en als toetje yoghurt. We genieten nog een uurtje van ons zalig oponthoud op de Finca. Marian en Jan, jullie zijn echt gastvrije mensen, bedankt.
Om 9 h 00 stipt verlaten we, met goede herinneringen, dit vakantieparadijs.
Eerst is het zwierig dalen tot in de dorpskern van Posadas. Pol wil vóór we het dorp verlaten zijn vakantiekaartjes afgeven in het postgebouw. Wanneer we de richting Fuencubierta vinden, stellen we vast dat onze vriend ons niet gevolgd is. We blijven op hem wachten .Maar na 10 minuten is Pol ons nog steeds niet komen vervoegen. Hij heeft een andere weg genomen en staat een paar honderd meter verder op ons te wachten. Gelukkig kunnen we elkaar met de gsm oproepen.
Nadat we de Guadalquivir kruisen blijven we hoofdzakelijk in dalende lijn, de rustige A445 volgen. Na 15 km komen we in het onooglijk kleine dorp Fuencubierta. Wanneer ik de weg vraag naar de Via Verde del Campiña is er geen enkele dorpeling die ons kan helpen. We rijden op goed geluk nog iets verder richting Las Pinedas.
Toevallig zien we in de vallei een mountainbiker voorbij flitsen. Iets verder komen we aan de startplaats van de groene weg naar Cordoba. Aanwijsborden hadden hier wel mogen staan, menen we!
De aanloopstrook tot de tunnel is bezaaid met heel grove keien. Hopelijk wordt het wegdek beter .Argwanend voorzichtig, proberen we met onze zwaar bepakte fietsen te starten. We hebben geluk, na de tunnel krijgen we een goed berijdbare Dolomietverharde aarden pad. Deze Via verde is een stukje oude spoorweg uit de jaren 1940 tussen Sevilla en Cordoba.
Het pad loopt zwak omhoog, het is voortdurend vals plat. We rijden door een lichtglooiend terrein van Las Pinedas voorbij Guadalcazar. Zalig tussen rietkragen en bebloemde bermen. Al is de omgeving heel anders dan deze van de Via Verde de la Sierra is dit pad ook een aanrader.
Het is heel warm, gelukkig hebben we onze bidons met fris water gevuld. Regelmatig kunnen we in de schaduw van aangeplante boompjes uitrusten op pas geplaatste bankjes. Na een poosje wordt de weg weer slechter. We rijden precies door een karrewegel. Je weet wel zon weg met gras in t midden en 2 strookjes waar je moet uitkijken om in het spoor te kunnen blijven.
Het is onvoorstelbaar, we zijn de enige fietsers. Op het gehele traject van +/- 25 km hebben we geen enkele fietser noch wandelaar ontmoet. Nadat we een reeks beken en rivieren kruisen eindigt de groene weg plots op een asfaltbaan.
Het is uit een diep dal kruipen. Na wat zoekwerk wegens omleidingen, kruisen we de Guadalquivir. Volgens ons roadboek moeten we door een industriezone de stad binnen rijden. Net op het ogenblik dat we terug op de juiste weg komen, zien we twee fietsende jonge dames naar ons toekomen.
Ze doen ons stoppen. Het zijn Engelstaligen op zoek naar de Via Verde. Een van de meisjes sleept een wagentje met hun bagage. We leggen uit hoe ze op de oude spoorwegbedding geraken ..We stellen ons echt vragen hoe ze het er zullen vanaf brengen op de slechte stroken. Vóór we hun kunnen waarschuwen zijn ze met veel moed opnieuw vertrokken.
Wanneer we dwars door de industriezone van Torrecilla rijden bemerken we een bar met uitnodigende panelen Ménu del dia. Onmiddellijk beslissen we, vooraleer we de stad binnenrijden, het middagmaal te nemen. Wat een drukte ..zowel het gelijkvloers als de verdieping zit vol kwetterende arbeiders en bedienden. De dienster wijst ons een plaatsje voor vier en ratelt het menu af. Maar eerst willen we onze dorst lessen. Wanneer de dienster voor de 2°maal komt kan Antoine nog niet beslissen Enkele seconden later komt ze met drie voorgerechten en negeert onze vriend. Gelukkig kan ik haar toch overtuigen om ook onze vriend te bedienen .. Zou Antoine zijn lesje geleerd hebben?
Het is bijna 15h00 wanneer we de stad onder een brandende zon binnenrijden.
We belanden in een groot park, waar een vriendelijke dame ons de weg wijst.
Wanneer we aan de Rio Guadalquivir komen is het niet moeilijk. We volgen de oever voorbij de Jardines del Alcazar tot aan La Misquita. Volgens ons plannetje moeten we tot aan de 2° brug. Enkele minuten later zijn we aan Hostal La Fuente in de Calle San Fernando midden in het oude stadsgedeelte. We krijgen twee bescheiden kamers en kunnen onze fietsen naast de patio stallen.
Na een zalige douche willen we de stad verkennen. We weten dat deze stad een van de meest historische steden van Andalusie is. Hoog tijd voor een stadswandeling. Natuurlijk starten we met de la Mezquita de parel van islamitische kust. Het interieur van de moskee is algemeen bekend en is schitterend. De buitenkant ziet eruit als een fort, het lijkt eerder een complex met vele gebouwen. Maar ja, het is van een moskee uiteindelijk een katholieke kathedraal geworden.
Nadien lopen we door een labyrint van straatjes met winkeltjes van de joodse wijk. Wat een bloemenweelde, we kunnen hier en daar een kijkje nemen in de vele patios. Natuurlijk mogen we het bloemenstraatje niet overslaan. Het is een van de mooiste stadswandelingen welke we gemaakt hebben op onze tochten. Deze Judería met zijn smalle straatjes, pleintjes en adellijke herenhuizen bezorgt ons een sfeer van een bloeiend verleden.
We wandelen door de patio met de sinaasappelbomen naar de Alcazartuinen. Hier is het wat uitblazen in de lommerte.
Het is al 20 h 00, moe gewandeld willen we toch nog een kijkje nemen aan de oude Romeinse brug. We sloffen van de Poort over de brug naar de Toren La Calahorra naar de wijk Miraflores. Na een deugddoende terraspauze met enkele San Miguels, willen we onze honger stillen. We eten in een prachtige historische patio als echte toeristen.
Ach, het moet ook eens kunnen toch! We weten het, we zouden beter en goedkoper gegeten hebben in een iets minder toeristische buurt.
Na onze maaltijd rusten we nog wat uit aan de boorden van de rivier waar een overvloed is van terrasjes.
Het wordt donker, Hugo en Antoine willen gaan slapen. Pol en Bob voelen zich nog fris genoeg om op de Plaza Corredera het Jazz festival mee te maken. Ons gastgezin van de Finca El Juncal, Marian en Jan, zouden er ook zijn.
Spijtig genoeg hebben we ze niet gevonden in de massa. We bemachtigen een tafeltje, drinken enkele biertjes, maar de oorverdovende muziek doet ons na een uurtje onze bedjes opzoeken.
Er is nog zoveel te zien en te bezoeken. We hebben dagen te kort hier in Cordoba!
Start : Posadas 9h00
Aankomst: Cordoba 15h00
Afstand :61km
Cumul: 474km
Weer:Stralende zonzeer warm34°C
Verblijf:Hostal La FuenteSan Fernando 51tel +34 957 48 78 27
14-12-2010 om 11:00
geschreven door Via de la Plata
17-12-2010
12 dag 10 Cordoba - Baena donderdag 20/05/2010
12 dag 10 Cordoba - Baena donderdag 20/05/2010
Er wordt nog steeds hitte verwacht. Vroeg vertrekken, dat hebben we gisterenavond unaniem beslist. Om 8 h 00 verlaten we Hostal Fuente zonder ontbijten.
Met veel spijt vertrekken we uit Cordoba, er is hier nog zoveel te zien, zoveel te bezoeken. We zijn het met elkaar eens, Cordoba is een van de meest sfeervolle steden die we ooit bezocht hebben.
Cordoba, hier wil ik nog terugkomen!
We verlaten het historisch stadsgedeelte via de Puente de Miraflores. Nog een laatste stop met zicht op de oude Romeinse brug, het is grandioos. Wat een stad, wat een zicht, magnifiek! Nu rijden we op het schiereiland gevormd door de Guadalquivir. Via de Calle Rinconada naar Puente de Arenal.
Nergens een eetgelegenheid open, het zal de stad verlaten zijn zonder te eten vrezen we. In een van de laatste straatjes vóór we de autostrade kruisen ,vinden we toch een winkel die al open is. Bananos, magdalenas y agua mineral, meer kunnen we hier niet bemachtigen.
Dan maar een paar bananen en koekjes uit het vuistje zeker! Dit is compleet tegen onze culinaire principes .allé vooruit voor één keer.
Volgens ons roadboek moeten we door een relatief onbekend, maar toch aantrekkelijk gevarieerd binnenland. Het is onmiddellijk bergop, en geen klein beetje. Het is een paar kilometer erg steil kronkelend uit het rivierdal kruipen. En erger nog ..de CP 158 ligt er zeer slecht bij. Een echte carretera de merde, met erg ruwe versleten asfalt vol putten. We vorderen van geen meter!
Het blijft een geaccidenteerd parcours, het loopt meer op dan neer door het hart van Andalusië. Hier zullen we niet veel toeristen tegenkomen, menen we. In de verste verten zijn er noch dorpen noch huizen te bespeuren. We blijven dicht bij elkaar en overzien onze dagen tot nu toe. Wat een mooie tocht was het, we vinden het heel spijtig dat we niet meer dagen uittrokken om steden zoals Cordoba grondiger te kunnen bezoeken.
We zijn al meer dan 20km ver en hebben, och arme 5 autos en enkele vrachtwagens tegengekomen. We rijden op een soort plateau met een heuvelachtig parcours. Het is een boomloos landschap met veel graanvelden. Heel mooi zijn de bloemen en kruiden in de bermen.Het is een fascinerend landschap.
Volgens onze reiswegaanduidingen zouden we Cubas en Lope Amargo voorbij moeten. We hebben er echt niks van gemerkt! Zouden het misschien haciëndas of boerderijen kunnen zijn? We maken een duik naar beneden en laten ons gaan ..Maar twee bochten verder is er plots geen asfalt meer. De straat is weggespoeld en er is een los aarden pad door een droogstaande rivier. Verbouwereerd staan we alle vier vast in het zand, gelukkig is er niemand gevallen. We moeten enkele honderden meters te voet verder, eerst naar beneden en dan omhoog tot waar het asfalt opnieuw begint. Dit is werkelijk onverantwoord gevaarlijk. Hoe kan dat nu toch zonder enige aankondiging?
We komen aan een Y splitsing, er staat 42km op ons tellertje. Gelukkig vinden we een oud verweerd kilometerpaaltje. Daarop kunnen we A309 richting Castro del Rio ontwaren. We krijgen moed, eindelijk weten we dat we binnen een 10-tal kilometer opnieuw in de bewoonde wereld zullen komen. We houden een korte stop en verorberen onze laatste koekjes en delen onze bananen.
Het landschap is totaal gewijzigd.We rijden tussen olijfgaarden en er zijn zelfs hier en daar druivenstruiken. We zien van ver een dorp. Het is op een heuvel gelegen aan de rivier Guadajoz. Castro del Rio heeft twee kerken, stadsmuren en enkele oliefabrieken. Op het rondpunt zien we zelfs een oude olijfoliemolen opgesteld. We ruiken zelfs de zure olielucht.
We zijn dolblij wanneer we door kleine straatjes rijden. Het is ondertussen 12 h 00 en we hebben al 50km. Hoog tijd om te aperitieven, na deze bewogen rit onder de brandende zon.
Het dorp geeft een doodse indruk, per toeval kunnen we aan enkele señoras vragen waar zich een bar bevind. Onder veel gekwetter worden we begeleid naar een pleintje waar we inderdaad een café vinden.
Hoog tijd om onze dorst te lessen op een binnenpatio in de schaduw van citroenenbomen. We kunnen de patroon overhalen om voor ons een bocadillo con jámon klaar te maken. We genieten van deze deugddoende rustpauze met enkele broodjes en een fris wijntje. We nemen later nog een toetje en zelfs een koffie voor we verder trekken.
We kruisen de N 432 en nemen de CP 160 een rustig baantje richting Baena.
De weg blijft omhoog lopen iets meer dan vals plat, onder de brandende zon is het heel veel zweet afdrogen. We rijden nu kilometers aan een stuk tussen olijfbomen. In de verte zien we op een heuvel de stad Baena liggen. Het is precies een wit dorp, een beetje zoals Olvera of Ronda.
Het zal ook hier zoeken worden vermoeden we. Pol geeft ons veel moed, hij plaagt Hugo en meent dat we heel hoog moeten tot aan het kerktorentje. Uiteindelijk is het ook zo, we worden in het dorp, de bijna onmogelijk te befietsen straatjes ingestuurd. Heel traag en op ons kleinste verzet kunnen we nog juist recht blijven. Het is een half uur klimmen tot bij de albergue op de Rute Caifato.
Grote verwondering wanneer we aankomen op het hoogste gedeelte van Baena. We bellen aan bij een van de mooiste Albergues ooit. Met een fabelachtig uitzicht op de ganse omgeving. We krijgen twee splinternieuw ingerichte kamers, met elk een badkamer met alles erop en eraan. Grote verwondering wanneer we slechts 74 voor ons vier voor één nacht met inbegrip van ontbijt moeten betalen. De señorita geeft ons nog een hele uitleg over de culturele vereniging van de Rutas del Caifatos.
Deze route is een historische weg tussen Córdoba en Granada van in de tijd van Al-Andalus. De camino blijkt tot het historisch erfgoed van Andalusië te behoren. Het was in de middeleeuwen een van de drukste koopliedenwegen van het Iberisch schiereiland.
Baena ligt midden in het belangrijkste olijfolieproductiegebied van Andalusië. Er zijn heel wat olijfoliepersfabrieken vlakbij de benedenstad.
De Almendina, het hooggelegen gedeelte van Baena, waar wij nu verblijven, is feitelijk een oude Moorse stadswijk.
Men is bezig met een voormalige oude moskee met minaret, aan het renoveren.
Nu is het een kerk geworden.
Voor we ons aan een stadswandeling wagen, willen we ons wat verfrissen en hebben nood aan een siësta. We zijn dit nu stilaan gewoon
Het is 18 h 00 en nog steeds bloedheet en nergens is er schaduw. Toch wagen we het om een stadswandeling te doen. Maar ikzelf heb een beetje andere zorgen sinds enkele dagen heb ik een bloedrode uitslag op mijn enkels en nu staan ze ook heel dik. Wanneer we de benedenstad bereiken loop ik onmiddellijk een apotheek binnen en krijg een zalf tegen zonneslag of zoiets. De apotheker raad mij aan de enkels te beschermen tegen het zonlicht.
Dus terug en sokken aandoen .Wat een zicht zeg!
De stad is het bezoeken waard, in het bijzonder de Plaza de la Constucion met het stadhuis. Er staat een standbeeld met een trommellaar. Het is jaarlijkse traditie, waarbij er hier in Baena met Pasen een ontmoeting is van groepen van verschillende steden uit Spanje. Het blijkt een diepgewortelde traditie waarbij met trommelgeroffel rondwandelend, regen zou afgesmeekt worden! Zo heeft hier is Andalusië elk dorp zijn eigen fiëstagewoonten! We dalen nog lager tot dat we in een park en in het lommer op een terras aan enkele frisse SanMiguels geraken.
Stilaan begint de plaatselijke bevolking aan hun dagelijks flaneerritueel. De gehele familie, van grootouders tot kleinkinderen wandelen luid kwetterend door de straatjes. Rond 21 h 00 begint het eindelijk wat af te koelen, we krijgen honger en stappen een van de schaarse restaurants aan de hoofdstraat binnen.
Zoals gebruikelijk worden we met veel zwier ontvangen en moeten in sneltempo onze keuze maken. We willen een koud voorgerecht en een flink stuk vlees als hoofdgerecht. Heel tevreden nemen we nog een dessert. We hebben uitstekend gegeten en gedronken. Met een dikke buik willen we nog een wandeling maken, het is ondertussen pikdonker en we hebben aandacht voor de mooie sterrenhemel.
Het wordt een klauterpartij naar onze albergue. Alle bezienswaardigheden op het hoger gelegen gedeelte van de stad zijn verlicht.
De jeugd is nog volop bezig met musiceren ..We blijven nog een uurtje luisteren tot we eindelijk om middernacht doodmoe onze bedjes opzoeken.
Als we zo verder doen worden we nog echte Spanjaarden!
17-12-2010 om 11:17
geschreven door Via de la Plata
21-12-2010
13 dag 11 Baena - Montefrio vrijdag 21/05/2010
Gelukkig weten de Andalusiërs hoe ze met felle zon en warmte moeten omgaan. In deze albergue zijn de muren heel dik en witgeschilderd. Er zijn kleine ramen die steeds verduisterd blijven. We hebben de airconditionerring maar even moeten opzetten.
Om 8 h 30 staan we klaar en kunnen we ontbijten in een sfeervolle eetzaal.
Het ontbijt is eenvoudig, nochtans zullen we de eerste uren geen honger hebben. Wanneer we vertrekken, begint de zon al te branden en het is nog maar 9 h. We schatten dat het nu al 25°C is. Vóór we het dorp verlaten moeten we ons goed met water bevoorraden. Door kronkelende en enge straatjes dalen we naar de N432. We zullen deze weg ongeveer 8 km volgen om dan rechtsaf te slaan richting Luque.
Het wordt opnieuw klimwerk en we verwachten er nog meer vandaag! Het is een lastige passage door een smalle doorgang tussen steile rotsformaties. We rijden op de rand van het ruige Sierra Subbeticas natural Park. Dit beschermd gebied ligt echt in het hart van Andalusïe. Er leven wel 70 soorten vogels en de verscheidenheid aan wilde bloemen is enorm. We komen voorbij de ruïnes van een oud kasteel met versterkte muren.
Voorbij Luque volgen we de richting naar Morellana. Soms moeten we heel steil omhoog tussen grillige kalkrotsen. Het is zwaar, afzien, traagjes, wiel in wiel en veel zweten.
Eenmaal boven, duiken we door een soort méditerraans bos richting Fuente Alhama. We dachten in een dorp terecht te komen, maar er staan ocharme 4 huizen. Na de afdaling wachten we elkaar op en drogen ons zweet naast een bron. We moeten naar Priego de Córdoba en we volgen een eindje de snel kabbelende rivier Rio Salado.
Na een poosje is het opnieuw over een kronkelende weg naar omhoog.
Soms wordt het zeer steil met vlakke tussenstukken. Het is een heel lastige brok.Dit onregelmatig klimwerk is serieus afmattend. Gelukkig komen we na de hoogste top in een open landschap. We zien van ver Priego liggen.
Priego de Córdoba is ook een olijfoliecentra. Andalusië levert zeer veel aceite de oliva.Volgens enkele gegevens zelfs de helft van de Spaanse productie. Blijkbaar wordt het aanplanten van olijfbomen gesubsidieerd, misschien wel met Europees geld. We zien heel veel jonge aanplantingen tussen eeuwenoude bomen.
De olijvenoogst is van oktober tot eind december. In het begin zijn de olijven groen op het einde van de oogst zwart. Een volwassen boom kan wel 20 liter olie leveren. Ook bij het binnenrijden van Priego de Córdoba staat er een olijfpers op een rond punt. Nu is het een sierfontein geworden. Het stadje ligt op een hoogte, het is puffen en blazen om in het drukke centrum te geraken.
Eerst willen we inkopen doen om deze middag te picknicken. In de hoofdstraat vinden we een grootwarenhuis met een variatie aan groenten, fruit, brood en beleg. Het is aperitieftime en de brandende zon doet iedereen binnenkruipen. In een overvolle bar geraken we aan enkele Cruzcampos. Blijkbaar is dit nu het nummer één van de Spaanse bieren. We houden het niet lang vol tussen de uitbundige, schel kwetterende gasten en de twee zinloos te luidspelende tvs.
Priego is een stad met veel historische bezienswaardigheden. De oude stad is gebouwd rond een Arabisch kasteel. Er staan een reeks kerken of zijn het verbouwde tempels? We rijden ook nog door een oude woonwijk met witgekalkte huizen waarvan de gevels met duizenden geraniums versierd zijn. Alle deuren en ramen zijn groen geschilderd. Autos kunnen hier niet in de doolhof van smalle geplaveide straatjes. Deze wijk noemen ze Barrio de la Villa.
Met moeite vinden we de juiste weg naar Almedinilla. Het is heel druk en we moeten enkele keren de weg vragen. Een vriendelijke guardia civil doet ons de verkeersstroom volgen om uit het stadje te geraken. Wanneer we de A339 vinden zijn we terug op de goede weg. Vóór we het dorp binnenrijden stoppen we bij een bar. We mogen nadat we enkele frisdrankjes besteld hebben, op het terras onze picknick nemen. Ondertussen horen we een groepje senioren luidruchtig kaart spelen. Wat kunnen die mannen kabaal maken zeg!
Schaduw is er niet, iedereen is aan het zweten bij de korte maar steile beklimmingen. Het is de moeite, de vergezichten zijn fenomenaal mooi. We moeten naar Brácana en vandaar naar Venta Valero. Gelukkig heeft Hugo een verroest wegwijzertje gezien richting Lojilla. We moeten naar dit gehucht langs een smal weggetje met een stijgingspercentage welke ons op de allerkleinste versnelling dwingt.
Lojilla bestaat uit enkele boerderijen waar we middendoor rijden. Uiteindelijk moeten we afstappen, een boer met tractor dwingt ons in de zijberm. De laatste 100m naar de heuveltop kunnen we onmogelijk al rijdend doen, zo steil hebben we het nog nooit gehad! Op een uitwijkplaats, waar we een drankpauze nemen zien we in de verte Montefrio liggen. Nog 6 à 7km schatten we en laten ons naar beneden donderen.
Volgens mijn tellertje moet de max. snelheid 64 km/h geweest zijn. Het baantje is overzichtelijk. Het zijn mooie lange bochten. Maar ineens staan we op een T-kruispunt. Terwijl we elkaar opwachten, vraag ik aan een vrachtwagenchauffeur, die juist van een parking komt, de weg. De man verwijst me naar de nabijgelegen bar. Met luid geblaf komen er twee honden op ons af met daarbij gelukkig hun baasje.
Wanneer ik hem de weg wil vragen, moeten we meekomen op zijn achterliggend terras. Cristobal is de patroon van de bar, het is zijn sluitingsdag en toch krijgen we onmiddellijk elk een frisse San Miguel. De man denkt dat we Duitsers zijn en wil weten waar we heen moeten.
Wanneer ik hem duidelijk maak dat we Belgen zijn, zegt hij, dat hij Belgische vrienden heeft. Zij komen regelmatig bij hem eten en drinken. De vrouw heet Nathalie en zij en haar man hebben een Cortijo +/- 2km richting Lojilla waar wij vandaan komen. Wanneer ik hem het adres van Cortijo Montefristy toon, Beweert hij dat we terugmoeten. We staan er wat beteuterd bij, eigenlijk hebben we geluk.
We zouden normaal nog 5 km doorfietsen naar de dorpskern om daar te beseffen dat we minstens 7 km terug moeten en dit met enkele niet onaardige beklimmingen.
We bestellen nog een cerveza, trakteren onze nieuwe vriend en gaan op zoek naar onze B&B. 10 minuten later worden we met veel enthousiasme ontvangen door Nathalie en Guy en de honden. Onmiddellijk krijgen wij een lekker fris welkomstdrankje. We voelen ons meteen thuis en kunnen ons hier in onze eigen taal verstaanbaar maken. Al moeten we ons plat West-Vlaams soms wel een beetje bijschaven ..
Guy toont ons fier de twee gastenkamers en we willen vlug elk een douche nemen. We voelen ons na die slopende rit niet meer te genieten. Nathalie zal tegen 19 h 30 het avondmaal klaarmaken. Het blijft lekker warm. We kunnen op het schaduwrijke terras de uitzonderlijk lekkere maaltijd van de gastvrouw ten volle waarderen. Alles flink overgoten met enkele flessen vino tinto.
Achteraf hebben we nog een uiterst gezellige avond met het gastgezin. Ze genieten van onze jarenlange fietservaringen en trektochtenverhalen.
Ook Guy en Nathalie hebben ons veel te vertellen. Zij zijn twee enthousiaste Antwerpenaars die na hun huwelijk een heel nieuw leven gestart zijn in Andalusië. Ze gingen op zoek naar een oude boerderij of een geschikte woning voor een B&B. Uiteindelijk zijn ze hier beland, de cortijo staat op een heel groot stuk grond met fruitbomen tussen de olijfgaarden.
Het gastenverblijf in dit zonnige zuiden ligt op enkele kilometers van het dorp. Zowel ontbijt als souper kan meestal op het heel ruime terras genomen worden. Ze hebben eigen kippen en eendjes en twee hondjes. Werkelijk een aardparadijs. Fier leiden ze ons rond op hun landgoed. Nadien blijven we nog tot heel laat napraten. Wanneer we over onze woorden beginnen te struikelen, wordt het hoogtijd om onze bedjes op te zoeken. Er zal ongetwijfeld gesnurkt worden.
21-12-2010 om 11:36
geschreven door Via de la Plata
27-12-2010
14 dag 12 Montefrio - Granada zaterdag 22/05/2010
14 dag 12 Montefrio Granada zaterdag 22/05/2010
Cortijo Montefristy is een waar paradijs van rust. Na onze lastige rit van gisteren hebben we prima geslapen. De zon piept door de raamverduistering. Nathalie en Guy zijn al volop de ontbijttafel aan het dekken. Het is nog maar 8 h 00 wanneer we reeds aanschuiven. We worden hier verwend, het gastgezin legt ons in de watten. Met alles erop en eraan genieten we van een hoogst uitzonderlijk gevarieerd ontbijt.
Een dikke pluim voor wat Nathalie hier allemaal, zowel nu als gisterenavond op tafel tovert. Wij vermoeden dat onze nieuwe vrienden zich ook dik geamuseerd hebben met ons gezelschap. Zij komen nog met graagte bijzitten om te babbelen. We overlopen samen met een laatste kopje koffie ons roadboek. Guy meent te weten dat de voorziene weg op het gebied van klimwerk kan tellen. We beslissen het wat gemakkelijker te nemen. Er zijn veel minder hoogteverschillen via de grotere wegen. We zouden zo vlug mogelijk op de N432, de hoofdweg naar Granada, moeten kunnen geraken.
Met veel spijt nemen we afscheid van Nathalie en Guy. Jullie zijn echte joviale en bekommerde mensen. Er zijn geen superlatieven genoeg om jullie te bedanken voor dit prachtig amicaal verblijf hier, een echte aanrader.
Na een laatste foto, worden we heel lang uitgewuifd. De honden lopen nog mee tot we uit het oog verdwijnen na een brugje over de uitgedroogde rivier.
We moeten naar Montefriodorp, een zware dobber na ons overvloedig ontbijt. Het is 7 km klimmen in de nu al brandende zon. Op het rond punt met zicht op het dorp houden we onze eerste stop . Het is nu al zweet afdrogen. Montefrio ligt tussen heuvels met olijfgaarden aan de voet van de Sierra de la Parapanda. We bewonderen de eigenaardige ronde Iglesia de la Encarnación. Van op afstand lijkt het een van die pittoreske witte dorpjes met kleine smalle straatjes. Blijkbaar zijn er enkele kilometer verder goed bewaarde graftombes gevonden. De archeologische site Las Peñas de los Gitanos bevat graven van een Romeinse nederzetting. Er zijn ook ruïnes van een Moors kasteel.
Na Montefrio hebben we een lange overzichtelijke afdaling naar Tocón. We mogen boffen dat we de tegengestelde richting niet moeten opklimmen, het zou heel zeker op de trappers lopen zijn. Na La Loma komen we in Alomartes, vanaf hier wordt het improviseren. Het is elke keer een risico om andere wegen te nemen dan deze welke beschreven zijn in ons roadboek.
We staan op een kruispunt zonder wegwijzers. Ik moet een terreinwagen tegenhouden om aanwijzingen te kunnen krijgen hoe we op de N432 kunnen geraken. We moeten richting Illora langs een eerder drukke weg tussen de olijfvelden en rotspartijen. De weg is relatief vlak. Op een rijtje koersen we naar Illora. Het is nevelig en toch menen we in de verte de besneeuwde Sierra Nevada te bespeuren.
Van Illora rijden we in dalende lijn langs een groen afgezoomde baan naar de grote weg richting Granada. We zien steeds nadrukkelijker de besneeuwde bergketen van de Sierra Nevada.
Net vóór we op de N432 rijden, stoppen we aan een eenzame bar aan de rand van een industriezone. Enkele frisse cervezas met een uitgebreid assortiment aan tapas, doen ons een verdiende aperitiefpauze houden.
Op de grote weg richting Pinos Puente is het heel onaangenaam rijden. Het achteropkomend zwaar verkeer doet ons enkele keren huiveren. We krijgen telkens een windstoot wanneer de vrachtwagens ons heel dicht voorbij razen. In Pinos Puente houden we een korte stop om te overleggen. Rijden langs een grote rechte en drukke verkeersweg is helemaal niet voor ons. We hebben dan liever enkele beklimmingen dan dit gevaarlijke verkeersgedruis. Maar voorlopig moeten we noodgedwongen nog 10km deze weg volgen tot Granada.
Op deze drukke N432 moeten we enkele keren onder autostrades en belanden in een gevaarlijke verkeersheksenketel. Na enkele ronde punten blijven we steeds rechtdoor rijden tot we toch plots een wegwijzer naar het centrum opmerken. Het is bang één na één elkaar goed blijven volgen. Als bij wonder zien we een bende wielertoeristen net vóór ons op een terras neerstrijken. Het is bijna middag, waarom zouden we niet hetzelfde doen. Natuurlijk komen de mannen onze fietsen inspecteren en zijn ze benieuwd wat wij hier komen uitspoken. Een van de mannen is Franstalig, we kunnen hem alles uitleggen. Hij tekent ons een plannetje hoe we op een gemakkelijke wijze bij ons hotel kunnen geraken.
Na het verrassend vlugge menu del dia spoeden we ons op weg naar onze hostal Nuevas Nationes. We rijden met veel gemak door de statige groene Avenida de la Constitution tot op een groot rond punt. Rechts duiken we de Calle San Juan de Dios in en vinden bijna blindelings het hostal op Placeta de Treviño. Op het plaatsje staan de autos zodanig geparkeerd dat we onmogelijk met de fietsen bij de inkom kunnen komen. Wanneer ik aanbel en onze bende aankondig, word ik als bij wonder in het Nederlands aangesproken.
We moeten naar de eerste verdieping en onze fietsen meebrengen. Het wordt een hele onderneming eer we alle vier bij de receptie geraken. Marjanne, een jeugdige Nederlandse, ontvangt ons met veel enthousiasme en laat ons de fietsen in een rommelige patio bergen.
Onmiddellijk krijgen we de kamersleutel, een eerder verouderde en ietsje te kleine kamer voor ons vier. Het is maar voor één nacht, ach we zullen het wel overleven zeker! Nadat we één na één ons lekker gedoucht hebben. Nemen we nog een korte siësta. Ondertussen wil ik van Marjanne weten hoe we best onze namiddag vullen. Volgens haar is een bezoek aan het Alhambra nu niet aan te raden.
De tijd is tekort en we zouden in een lange wachtrij kunnen terechtkomen nu het zaterdagavond is. We krijgen een stadsplan en worden aangeraden het Alhambra te bewonderen van op Mirador de San Nicolás. Het zou een van de beste uitzichtenpunten van Granada zijn Mijn vrienden zijn onmiddellijk akkoord!
Daar gaan we dan!
We starten onze toeristische wandeling aan de Basilica San Juan de Dios en van daar volgen we de wandelstroom naar de Kathedraal. Op de Plaza Nueva kunnen we het niet laten om een terrasje te doen en tapas te proeven. We wandelen verder naast de rivier Darro aan de voet van de rots waarop het Alhambra gebouwd is.
Eenmaal voorbij El Baños Arabes moeten we door kleine straatjes met trappen omhoog klimmen.
Zodra we het overvolle plein San Nicolas betreden krijgen wij het overweldigend uitzicht op het Alhambra, het Palacios Nazaries en de Generalife. Rechts van ons hebben we een zicht op de gehele stad Granada. Wat een drukte, honderden toeristen verdringen zich om toch maar en onvergetelijk kiekje te nemen, ook wij dus!
Tegen het kerkje zitten groepjes Spaanse gitaar te spelen. We ervaren eens temeer het bruisende Andalusië. Wel allemaal onder het wakend oog van overal tussen patrouillerende guardia civil. Al dat gewoel doet ons honger en dorst krijgen. We slenteren naar beneden tot op een pleintje iets verder. Het is genieten van een gezellig souper, tussen vele kwetterende Spanjaarden.
De woelige drukte van de flanerende plaatselijke bevolking is telkens een zalig schouwspel. De barhouder doet het rustig, we moeten geduld oefenen en meer dan één aperitiefje nemen. Maar het is de moeite waard lang te wachten we worden goed verzorgd. We krijgen een fris voorgerecht en nadien een ferm stuk vlees met veel groenten. Ook de vino tino is heel lekker, we kraken meer dan één flesje.
Het wordt stilaan donker wanneer we terug beneden geraken. Door de gezellige winkelstraatjes belanden we uiteindelijk in de omgeving van ons hotel. Het is nog steeds warm, een laatste slaapmutsje zal na deze lange late wandeling deugd doen. Heel moe, maar voldaan, kruipen we in onze bedjes.
27-12-2010 om 11:58
geschreven door Via de la Plata
02-01-2011
15 dag 13 Granada - Alhama de Granada zondag 23/05/2010
15 dag 13 Granada Alhama de Granada zondag 23/05/2010
Eén na één maken wij gebruik van de badkamer. In stilte trachten we onze fietsen en fietstassen beneden te krijgen. De kamersleutel kunnen wij in een bus deponeren. Maar oh ramp wanneer we de voordeur van de hostal opendoen. Autos versperren de uitgang. Ze staan tot vlak tegen de deur geparkeerd als sardientjes zo dicht tegen elkaar dat we er niet tussen kunnen. Gelukkig zijn we met vier en kunnen we onze fietsen één na één aan elkaar doorgeven. Die vervloekte autobestuurders, zijn ze hier nu kompleet gek geworden!
Na deze onverwachte ochtendkarwei moeten we op zoek naar een ontbijtmogelijkheid. Na wat rondtoeren, vinden we nergens iets open Dan maar in een bakkerij een dozijn koffiekoeken kopen. Een beetje verderop maken we gebruik van het parkmeubilair om te ontbijten.
Het is al 9 h 00 en blijkbaar slapen onze Spaanse vrienden nog. Er is niemand te bespeuren om de juiste richting te vragen.
Dus, op goed geluk starten we richting Malaga. We halen een wat minder jonge wielertoerist in. Ik tracht hem de weg te vragen richting Alhama de Granada. Volg mij maar, zegt hij, ik zet jullie wel op het juiste pad. Hij schakelt echter een versnelling hoger en we moeten ons reppen om hem te kunnen volgen. Straat in straat uit blijven wij in het wiel van onze vriend. We vinden het heel eigenaardig, wanneer we na enkele viaducten, precies op de toegangsweg van gisteren rijden.
Wanneer ik onze gids er attent op maak, negeert hij het en beweert dat de beste weg naar onze bestemming deze is welke we nu volgen. In Sierra Elvira zijn we 100% zeker dat deze richting niet de juiste kan zijn. De wielertoerist stopt aan een bar en weet het ook niet meer, vermoeden we! We nodigen hem uit om een koffie te drinken met ons. Blijkbaar schaamt hij zich en verdwijnt.
We laten ons niet uit het lood slaan. We stappen de bar binnen, bestellen koffie en krijgen van de patroon te horen dat we enkele kilometer verkeerd zijn. Rij terug en sla af bij het dorp Fuente Vaqueros, raadt hij ons aan. Gelukkig blijft het nog vlak en vorderen we goed. In Vaqueros heeft de beroemde schrijver-dichter Federico Garcia Lorca gewoond. We rijden voorbij een gedenkteken ter herinnering aan hun vermoorde inwoner.
Nu richting Santa Fé tot we aan een soort snelweg komen en een ventweg kunnen volgen. Wanneer dit weggetje ophoudt moeten we noodgedwongen door een wegel over een fietsbrugje naar de andere zijde van de snelweg. Naast een vliegveld kunnen we verder over een bijna onmogelijk te befietsen slechte wegstrook richting Romilla la Nueva.
We krijgen, tot onze grote verbazing, een nieuwe rustige weg met een fietspad ernaast voor de wielen. We volgen deze weg richting Chimeneas, door een woest landschap. Rechts van ons krijgen we een laag rotslandschap en links vlakke graanvelden.
Eenmaal in het dorp Chimeneas is het gedaan met de mooie nieuwe weg. We maken een grote bocht rond de bewoning en krijgen onze eerste echte beklimming van de dag. Eenmaal op de top, zien we een groener landschap met bomen en iets verder zelfs opnieuw olijfgaarden. We vermoeden dat we zelfs tussen amandelbomen rijden met massas klaprozen eronder.
Om in het volgende dorp Ventas de Huelma te geraken is het kilometers lang stevig klimmen. Het wordt warmer en we beslissen het eerste het beste terras op te zoeken. Wanneer we het dorp bijna voorbij zijn kunnen we toch aan iemand vragen waar we een bar zouden kunnen vinden. De man doet ons nog 100m doorrijden. Op een pleintje links van de weg hebben we prijs.
Van ver horen we al het gejoel en gekwetter van een overvol terras onder schaduwrijke bomen. Er is geen tafeltje meer vrij. De señora doet ons in de grote gelagzaal plaats nemen. Aperitieftime is al voorbij en wanneer we na enkele San Miguels vragen naar het menu del dia, moeten we wat geduld oefenen. Dat doen we dan maar, er is geen andere keuze! Het is zondag, iedereen moet nemen wat ze klaarmaken.
Met een dik buikje vertrekken we. Het is onmiddellijk een zware beklimming naar Agrón. Gelukkig staat er een beetje wind en is het minder warm dan de vorige dagen. De weg is smal en we horen de gedisciplineerde automobilisten, achter ons, blijven ronken. Op de top, waar we afgescheiden toekomen en elkaar opwachten, schuiven de autos ons luid aanmoedigend voorbij.
Nu volgt er een lange mooie afdaling tussen de sparrenbomen naar Embalse los Bermejales een groot stuwmeer. We vliegen door het minidorp Pantano tot op de stuwdam. Vanaf de brug kunnen we in de rotskloof van de Rio Cacin kijken; wat een diepte zeg! Een rust- en fruitpauze zijn meer dan welkom. We bewonderen de elektriciteitcentrale, heel diep onder ons.
Op gedenkpanelen kunnen we lezen dat dit enorme kunstwerk dateert van in de tijd van Franco. Wanneer we vertrekken weten we het! Klimmen geblazen, hoe kan het ook anders. Toch kunnen we in een bolleke bij elkaar blijven en sluipen we traagjes uit het dal. De natuur is ongelooflijk mooi en weids. We rijden heel dicht tegen grillige lichtbruine rotsen.
Deze rotsformatie is precies een diepe grillige scheur in een golvend landschap.
Wanneer we achterom kijken zien we nog heel lang, tussen de sparrenbomen, het meer liggen ..We kunnen het niet laten en doen op de volgende top nog een stop om deze prachtige natuur te bewonderen.
We maken een weidse bocht rond de bergtoppen en zien hoog boven ons een dorp liggen.
Dit moet onze bestemming voor vandaag zijn! Met een laatste stevige inspanning belanden we eindelijk in Alhama de Granada. We moeten niet lang zoeken naar onze Hostal Ana op de carretera de Granada.
Er is geen levende ziel op straat, het lijkt wel een spookdorp. We vermoeden dat er een algemene siësta gehouden wordt. Ook ons hotel is niet open.
Geen paniek, zoals in elk Spaans dorp kan je aan het luide gekwetter wel horen waar zich een bar bevindt. Ook hier is dat zo. Achter de hoek hebben we prijs.
Terwijl we enkele cervezas drinken, blijven de dorstige dorpsbewoners ons wat achterdochtig negeren. Een señora komt met veel lawaai binnen.Ze moet ons gade geslagen hebben. Ze tracht ons in haar brabbeltaaltje uit te leggen, dat we moeten telefoneren naar de hostaluitbater. Terwijl mijn vrienden hun dorst lessen, moet ik met haar mee. Er hangt inderdaad een kaartje aan de inkomdeur met enkele telefoonnummers. Wanneer ik echter het nummer op mijn gsm ingeef krijg ik de kans niet om te spreken. De vrouw ritst mijn telefoon uit de hand en begint heftig te discuteren. Met veel gebaren en luide stem begrijp ik dat de eigenaar ons zal komen halen in de bar .Wat een belevenis wat een gedoe .en toch! Enkele minuten later komen de hoteliers het café binnen en kunnen we mee naar ons verblijf. We mogen onze fietsen in een aangrenzende winkel stallen. De man houdt daar een Immokantoor én wijnhandel open. Antoine wil een fles wijn kopen, maar de baas geeft hem er onmiddellijk één cadeau.
De señora bezorgt ons de 2 sleutels van de op de 1° verdieping gelegen kamers. We zijn echt opgetogen, het zijn grote nette kamers met alles erop en eraan. De achterste kamer heeft zelfs een ruim binnenterras. Na onze was en plasbeurt, proeven we de wijn als aperitiefje op het terras. Eens iets anders dan een siësta, menen we!
Wanneer we echter om 19 h 00 onze hostal verlaten, zijn we precies in een ander dorp! Was het deze namiddag doods, dan is het nu meer dan springlevend. Overal zien we flanerende families, rondsnorrende brommers en claxonerende autos. We wandelen, neen het is ook flaneren naar het hoger gelegen deel van het stadje langs steile smalle straatjes.
Op het levendige marktplein staan er heel statige herenhuizen, er zijn enkele bars en restaurants. Natuurlijk kunnen we zon gezellig barterras niet voorbij ..
We genieten van enkele tapas bij een frisse cerveza.We worden zelfs in het Nederlands bediend door een vriendelijke, hier wonende, Hollandse.
Iets verder komen we aan een goed bewaarde middeleeuwse kerk met ernaast een museum. Wanneer we achter het kerkgebouw doorlopen kunnen we onze ogen niet geloven. Een indrukwekkende kloof loopt dwars door het landschap. We vinden deze rotsige diepe kloof zeker zo overweldigend als deze in Ronda.
Wat een adembenemend zicht, wat een natuur.
Waarom is dit dorp bijna niet gekend?
Blijkbaar zijn er ook thermale warmwaterbronnen uit de Romeinse tijd .We geraken niet uitgekeken op dit alles! De naam Alhama de Granada zou zelfs afkomstig zijn van het Arabisch Al-hamman wat warmwaterbron zou betekenen. Het blijft warm en dorstig en ja we krijgen langzaamaan honger.
Wanneer we een bakkerij voorbij wandelen, spreken we af met de panadera om morgenvroeg te komen ontbijten.
Iets verder vinden we een overvol café-restaurant met veel ambiance. Hier moeten we zijn, menen we. We vinden een klein rond tafeltje en krijgen onmiddellijk elk een San Miguel met uiteraard tapas. Wanneer we naar eten vragen, kan het maar we zullen geduld moeten hebben .Het is nog te vroeg volgens hun normen!
Later genieten we van een typische tapasmaaltijd. Brood met hesp, kaas, plakjes lamsvlees, gambas, inktvis olijven en nog veel meer.
Na nog enkele flessen Vino wandelen we voorzichtig naar onze hostal. Het zal lastig zijn morgen!
02-01-2011 om 11:49
geschreven door Via de la Plata
06-01-2011
16 dag 14 Alhama de Granada - Colmenar maandag 24/05/2010
16 dag 14 Alhama de Granada - Colmenar maandag 24/05/2010
Om 8 h 00 staan we klaar met onze fietstassen. De Hostal uitbaters zijn echter nog niet aanwezig. We zijn verwonderd van ons eigen, hoe we na 14 dagen Andalusië met lastige bergritten en lange avonden steeds meer de vorm te pakken krijgen. We voelen ons heel wat beter dan de eerste dagen. We vragen ons af, wat verschaft uiteindelijk deze aangename kracht: de zon, de mooie natuur, de ambiance of onze dagelijkse siësta? Wie zal het zeggen
Een halfuurtje later komt de señora, we geraken aan onze fietsen. Afrekenen, een foto en daar gaan we dan voor onze 14° dag Andalucia. We moeten langs het kleine smalle straatje naar boven klauteren om op het marktplein bij de bakkerij te geraken. De winkeljuffrouw in de panaderia weet dat we gaan komen Zeis wel heel erg verwonderd bij de keuze van ons ontbijt. Broodjes met kaas, hesp en héél véél koffie, zo vroeg op de morgen ze wordt er duizelig van. Wanneer we willen afrekenen moeten we de rekening zelf maken, is ze wel helemaal wakker?
Van op Plaza Constitución duiken we naar beneden en moeten na 500 m steil klimmen richting Ventas de Zafarraya. Vanaf een uitkijkparking op de grens van Alhama, bewonderen we nog eens het achter ons liggend prachtige bergdorp. Wat er nu volgt is niet van de poes.We moeten naar de op 1200m liggende top van El Navazzo. Het is een beklimming welke ons trapsgewijs in korte rukken naar omhoog brengt. Dat kan tellen als begin van onze huidige dagrit!
Op de top is het elkaar opwachten ,om dan met veel zwier de afdaling aan te vatten langs de rio Arroyo de la Madre tot Pilas de Algaida. In dit gehucht moeten we rechts af en rijden nu op een soort hoogvlakte, een heel eigenaardig landschap. Links en rechts zijn er akkers waar men groenten kweekt. De vallei is slechts enkele honderden meter breed en langs beide zijden zijn er steile bergwanden.
Op deze vruchtbare grond is er grote bedrijvigheid. Overal is men op de velden bezig. We veronderstellen dat de artisjokken, sla, courgettes en tomaten bestemd zijn voor de Costa del Sol. In het dorp Ventas de Zafarraya willen we onze aperitiefpauze houden. Er is heel wat verkeer in dit dorpje. Kleine vrachtwagens rijden aan en af met verse groenten.
We ontwaren ook enkele trosjes donker gekleurde gastarbeiders. Wanneer we een bar binnenstappen, ondervinden we dat er hier weldegelijk zaken gedaan worden We spreken zelfs met iemand die een tijdje in het Antwerpse werkzaam geweest is. Hij demonstreert het door enkele woorden Vlaams te brabbelen!
Enkele honderden meter doorrijden is nu de boodschap. We komen aan een voormalige spoorwegviaduct en als we naar boven klauteren is er een uitzichtpunt. Op een hoogte van 915m worden we getrakteerd op een fenomenaal uitzicht ..bij helder weer kan men zelfs de Middellandse zee zien.
Spijtig dat deze oude spoorweg geen Via Verde is, wat zou het genieten zijn van het machtige panorama! Noodgedwongen moeten we terug naar het dorpje en op het kruispunt in Ventas richting Loja. De weg stijgt stevig het is blazen en puffen. We komen in een enig mooi rotslandschap terecht. Het uitzicht kunnen we vergelijken met de bergstreek in Noord Spanje op onze Camino Francés.
Het gaat voordurend op en neer door een stenig groen landschap naar de grens van de provincie Malaga. Op de top Puerto de los Alazores moeten we toch even halt houden en op adem komen. Nadien is de weg wat meer bergaf en van uitstekende kwaliteit. Het uitzicht wordt weer weidser.
Het is 13 h 30, honger en dorst drijven ons bij een afslag in de richting van Alfarnatejo. Een pittoresk dorpje, een klein pleintje met een 15-tal huizen en één bar. We laten ons neerploffen op het mini terras en willen onmiddellijk frisse San Miguel. We bestellen raciones de tapas, de patroon blijft ons van alles brengen we genieten lang van dit heerlijk tapasmaal. Zoiets hebben we in de grotere steden echt gemist hier krijgen we raciones tot we niks meer kunnen binnen krijgen, uitzonderlijk lekker en voor slechts enkele euros. We moeten een eindje terug naar de A4152 met juist vóór Colmenar nog een echt flinke beklimming. De Alto de Colmenar is niet echt steil maar sneller dan 10km/h gaat het toch niet. Eenmaal over de top zien we een wegwijzer met richting Colmenar.
We nemen geen risico.In dit heuvelachtig landschap is elke beklimming door een wegvergissing er één teveel. Ik telefoneer naar de B&B om de kortste weg te vragen. We moeten door het dorp en daar de richting Riogordo volgen wordt mij geantwoord. We haasten ons het dorpje in maar een wegwijzertje naar Riogordo is er nergens te bespeuren ..
Bij het volgende telefoontje krijg ik een duidelijke beschrijving. Vanaf de apotheek in het centrum: Rijdt het dorp uit en je ziet het dal van La Colmena Famosa. Blijft nu deze weg nog +/-3km volgen. 1km voorbij km-paal 27 vindt je links La Colmena Famosa. De inrit van het terrein wordt gemarkeerd door een poort bestaande uit 4 pilaren met grote witte bollen erop. In duikvlucht zijn we al enkele minuten later ter plaatse.
Wat een uitbundige ontvangst door het gastgezin Klaasjan en Jan. We worden onmiddellijk naar hun achter liggend terras geloodst en moeten onze dorst lessen. Wat een pracht, wat een panorama ..we moeten bekomen en bewonderen! Het is opnieuw snikheet.We kunnen gerust meer dan één biertje verdragen bij de eerste babbel.
Beide mannen hebben hun, zo te horen goede baan in Nederland, rond hun 50° vaarwel gezegd en hebben hun toekomst een compleet nieuwe wending gegeven.
Klaasjan werkte in het speciaal onderwijs, spraak en logopedie, in een instituut voor doven.
Zijn hobbys zijn klassieke zang en cultuurgeschiedenis. Klaasjan is hier de tuinier. Jan was bedrijfsmakelaar en wilde al heel lang een B&B beginnen, zijn hobbys zijn keramische kunst en koken. Jan is dan ook de kunstenaar en de kok in dit huis.
Zo vertelt Klaasjan als een echte woordkunstenaar heel enthousiast waar de naam van hun prachtig domein vandaan komt. Colmena Famosa is het Spaans voor: De Beroemde Bijenkorf. Bijenkorf, omdat het huis bruist van de activiteiten. Daarnaast slaat de naam ook op het dorp waar ze bijhoren, Colmenar, een authentiek Spaans pueblo blanco ontstaan in de Moorse periode.
In FAMOsa zitten de eerste letters van onze achternamen verstopt nl.: FAber en MOonen; SA staat voor Samen voor elkaar. We zitten er een beetje versuft naar te luisteren. Eenmaal ons zweet is opgedroogd en onze dorst gelest, willen we absoluut eerst een douche nemen. De mannen tonen onze prachtige kamers. We staan versteld , zon luxe hebben we helemaal niet verwacht.
Na een zalige douchebeurt en een korte siësta, willen we genieten van een koel wijntje. Verzameling geblazen op een van de knusse terrasjes vóór onze kamers.
We moeten het volmondig toegeven zon prachtige B&B hebben we in al onze jaren nog nooit gehad. Ons verblijf is een perfecte combinatie van een vakantiehuis en een B&B, Met Hollandse
Uitbundigheid en gastvrijheid.
Samen met de gastheren en andere gasten kunnen we om 20 h 00 aan tafel. Het wordt een geestige boel. Jan is echt een uitstekende kok en presenteert ons een driegangen menu om U tegen te zeggen. We worden hier echt verwend met het beste wat de Spaanse keuken te bieden heeft, alles rijkelijk overgoten met heel veel, zowel witte als rode wijn.
We blijven nog tot heel laat nagenieten, in gezelschap van het West-Vlaamse, in Luxemburg wonend gezin van Rik en Kristel en hun twee jongens.
We geraken niet uitverteld over de vele belevenissen op onze fietstochten. Ook onze Hollandse vrienden hangen aan onze lippen en willen alles weten over onze avonturen. Soms moeten wij ons dialecttaaltje heel erg bijpassen.
Na het te veel aan wijntjes, beginnen we over onze woorden te struikelen. Hoog tijd om de bedjes op te zoeken. Eens temeer is onze dag veel tekort.
Wanneer je nog één dag van het mooie Andalusïe wilt genieten, moet je nu opstaan Dat heb ik dan ook maar gedaan ook al was het nog maar 7 h 00. Een zalige douche en daarna een wandeling in de nog eerder frisse buitenlucht. Heerlijk om de longen te laten vollopen met zoet bloemenparfum.
Het B&B domein biedt zoveel knusse bloemenhoekjes met verdoken kunstwerken, dat ik wel één uur rondsnuffel. Een rustige klassieke aria nodigt mij uit naar het terras waar de Jannen opnieuw een feestmaal aan het voorbereiden zijn. Kort nadien zijn mijn vrienden, de Vlaams-Luxemburgse familie en één Nederlands koppel er ook.
Het is nog maar 8 h 30 en de zon maakt iedereen blij. We maken er een gezellige boel van. De mannen hebben voor ons spek met eieren klaargemaakt. Ze weten werkelijk hun gasten te vertroetelen. Jan heeft ondertussen voor ons een hotel gereserveerd in Torremolinos dicht bij het vliegveld van Málaga. Bedankt Jan, wat een service zeg!
Na dit ontbijtfestijn, waar we nog lang zullen aan denken, moeten we noodgedwongen en met spijt afscheid nemen van dit fameuze domein. Iedereen loopt nog een eindje mee op de oprit. Ook de jongens Florian en Mathis hun ouders Kristel en Rik willen ons samen met Klaasjan en Jan uitwuiven. Heren Faber en Moonen bedankt, we zullen jullie nooit meer vergeten.
Dat we uit het dal van Colmena Famosa moeten klimmen, dat was ons bekend. Maar dat we het zo lastig zouden krijgen, hadden we helemaal niet verwacht. In het dorp Colmenar moeten we even op elkaar wachten. Het zweet loopt al in de ogen en we zijn nog niet eens 5 km ver. Toch willen we nog vlug eens het dorpje binnenrijden. We moeten ons bevoorraden, kopen fruit en halen geld uit de muur.
Met veel moed starten we uit het pittoreske dorpje, we weten dat het onze laatste Andalucia beklimming wordt. Toch zijn we er niet gerust in, we moeten naar de Puerto del Léon het is minstens 14 km klimwerk. We worden luidruchtig aangemoedigd vanuit een auto, het Nederlandse stel uit de B&B rijdt ons voorbij dat doet deugd zeg!
Elk op zijn eigen ritme klauteren we traagjes naar boven met een indrukwekkend zicht op de groen beboste valleien van het Parque Natural de Montes de Málaga. We nemen een fruitpauze vóór we de duizelingwekkende afdaling starten. De top ligt op 900m en Málaga op zeeniveau dat zal wat worden vermoeden we! Toch spreken we af om te stoppen bij de eerste de beste bar om aperitiefpauze te houden.
Het wegdek is prefect, maar de bochten, weerhouden ons om een grote snelheid te ontwikkelen. Mijn tellertje toont als max snelheid 65 km/h. Toch heel snel op twee wielen met een zwaar beladen fiets, menen we! Regelmatig moeten we de naar boven klauterende wielertoeristen aanmoedigen ..We hebben geluk dat we onze Andalusiëtocht niet langs hier gestart zijn!
Na 5 km zwierig afdalen komen we op een parking bij een uitnodigend terras. We kunnen er niet voorbij. We moeten fotos nemen van de onder ons liggende stad Málaga. Wat een indrukwekkend zicht op de stad ..en voor het eerst in lange tijd zien we de zee. Een verademing voor ons kustjongens! We blijven genieten van het machtige uitzicht met enkele San Miguels en een paar schaarse olijfjes.
We schatten dat we nog een 10 tal kilometer verder moeten. Nu komt er een enige sensatie .. driemaal moeten we onder onze eigen weg draaien ..door tunnels. We maken in dalende lijn drie volle 360° bochten. We weten niet wat we meemaken we zitten precies op een bobsleebaan! Enkele minuten later vliegen we Málaga binnen. We moeten door de oude stad. Groot is onze verwondering.
Malaga de hoofdstad van de Costa del Sol lijkt een onbekende, miskende stad. Toch zien we overal rijke overblijfselen van verschillende culturen. Geboeid door de vele statige monumenten rijden we zonder nadenken door de straatjes en steegjes. Uiteindelijk belanden we aan het park bij de haven. We beleven hier een bruisende bedrijvigheid. Wat een geluk dat we elkaar niet uit het oog verloren hebben door het labyrint van eenrichtingsverkeerstraatjes.
We zijn blij dat we op de kustboulevard het fietspad vinden, ook al moeten we hier erg opletten, fietsers zijn hier tegenover wandelaars een grote uitzondering! Op de goede afloop van het doorkuisen van deze rumoerig drukke stad genieten we na op een strandterrasje. Zalig lekker in de zon met een verfrissend briesje.
Terwijl we uitrusten met een aperitiefverfrissing houden we overleg hoe we de dag verder zullen doorbrengen.
Eerst en vooral willen we naar Aeropuerto de Málaga, om vandaar de weg naar ons hotel in Torremolinos te kennen. We moeten morgenvroeg deze uitgestippelde weg gemakkelijk en in sneltempo kunnen doen.
We volgen de strandboulevard tot deze plots ophoudt en we vóór onmogelijk te befietsen duinen staan.
Het vliegveld ligt rechts van ons, na enkele hachelijke passages over drukke wegen komen we aan de autosnelweg. Deze kunnen we als bij toeval kruisen langs een voetgangersbrugje. Plots staan we bij Easyparking de plaats waar we onze fietsdozen gestald hebben. De patroon herkent ons en bezorgt ons een uitbundige ontvangst! Hij denkt dat we nu al onze dozen komen ophalen ..
Wanneer we uitleggen wat onze verdere bedoelingen zijn, maakt hij een tekening waaruit blijkt dat de enige veilige weg voor fietsers om bij ons hotel in Torremolinos te geraken, de kustweg langs het golfterrein is. Zijn beschrijving stuurt ons door een industriezone. Het is ondertussen 14 h 00, een menu del dia zou welkom zijn.
Wanneer we haastige arbeiders en bedienden in trosjes een bar zien binnenvluchten, hebben we prijs. Tussen het uitbundige volkje geraken we aan een smakelijk middagmaal. Het geluk is met ons, menen we. Het is hier fris, de bediening en het eten is van uitstekende kwaliteit. De zwierige camarero brengt ons in sneltempo gazpacho, filet con patatas fritas, helado y vino tinto!
We blijven nog een fris biertje als toetje drinken. De ober is erg nieuwsgierig en wil absoluut weten waar we vandaan komen. Wanneer we hem ons Andalucia avontuur trachten uit te leggen blijft hij maar ratelen en is zijn werk blijkbaar gedaan. We vertrekken en belanden iets verder op een bouwwerf. Men is hier volop bezig met een overbrugging van de drukke E15 verkeersweg Malaga Cadiz. Over een voorlopige brug komen we aan het golfterrein van Torremolinos-Malaga. Na enkele omwegen en straatjes zijn we uiteindelijk opnieuw aan de zee.
Het wordt zoeken naar ons hotel. Gelukkig vinden we op een stadsplan waar we moeten zijn. Wanneer we tussen afschuwelijke flatgebouwen door het slaapgedeelte van de stad rijden, staan we plots opnieuw aan de drukke zesbaans autoweg. We moeten over deze weg, om aan ons hotel te geraken, maar waar en hoe als fietsers is een waar probleem. We merken enkele meters verder een cuardia civiljeep op met 2 jonge agenten. In bijna perfect Engels leggen ze uit hoe we deze drukke verkeersweg kunnen kruisen.
Wanneer ik hen vraag hoe we van hieruit het best aan het vliegveld geraak, geven ze de raad voorzichtig op de pechstrook van de autobaan te rijden tot bij de afslag naar Aeropuerto de Málaga. Het is absoluut toegelaten per fiets, bevestigen ze ons met klem. Méér dan 6km is het zeker niet knikken ze beiden. We bedanken de mannen van de wet en staan enkele minuten later glunderend bij ons verblijf.
Zoals we een beetje verwacht hadden krijgen we een eerder koele zakelijke ontvangst. We ontvangen de sleutels van de twee kamers, met de fietsen moeten we ons plan trekken. Meenemen op de kamer, raadt de receptieman aan. Toch zijn we onder de indruk van de luxe in de kamers. Het hotel heeft zelfs een eigen zwembad met een ligweide. We zijn uitermate tevreden met Jan zijn keuze, 35 per kamer zonder ontbijt is voor hier, echt niet veel.
Na onze douche en siëstapauze willen we toch eens Torremolinos bezoeken. Eens zien wat deze Costa del sol badstad à la Blankenberge echt te bieden heeft. Eerst en vooral willen we naar de wandelboulevard om daar met zicht op zee, in een strandpaviljoen van enkele San Miguels te genieten. Nadien slenteren we naar het oude gedeelte van de stad.
Zoals we verwacht hebben wordt hier meer Engels en ja zelfs meer Nederlands dan Spaans gesproken. Vele cafés schenken onze Belgische bieren .. Antoine wil absoluut enkele Duvels, wij houden het bij blonde Leffes. Tapas bij de drank, daar hebben ze hier nog nooit van gehoord vermoeden we! Wanneer we souperen, zijn we ook nog eens teleurgesteld. We krijgen helemaal niet wat er besteld is. Ook hier vagen ze er gewoon hun voeten aan .Ze laten duidelijk voelen dat het hen niks kan schelen, ben je tevreden goed, ben je niet tevreden wel dan is het ook goed voor hen. Je bent toerist en komt toch maar één keer. En .aan toeristen hebben ze hier blijkbaar toch geen gebrek! Geef ons maar een van de Pueblo Blancos. We hebben er nu al heimwee naar
Na nog een laatste Andaluciaslaapmutsje sloffen we, het is dan al donker, naar het hotel. Het zal een korte nacht worden .Hugo maakt onze nachtrust nog korter! Om 4h30 bonkt hij ons allemaal wakker! Het duurt een tijdje tot we hem kunnen overtuigen dat hij een uur te vroeg is, onze afspraak was 5h30 opstaan en om 6 h 00 vertrekken. We zijn blij dat we allemaal nog een uurtje kunnen doorslapen!
Met een bang hart starten we om 6 h 00. We blijven mooi achter elkaar met hoge snelheid op de zesbaans weg. Na 20 minuten komen we aan de afslag Aeropuerto. Zonder enig probleem brengt de parkingwachter van Easyparking onze fietsdozen naar het depart. Het inpakken van onze fietsen gaat in sneltempo.
We hebben nog een zee van tijd eer we kunnen inchecken bij de Jetairbalie. Tussen de vele rood verbrande zonnekloppers kunnen we onze dozen kwijt op een naastgelegen scantoestel. De vliegreis verloop zoals voorzien. We landen in Zaventem op het voorziene uur. Nog even wachten op onze dozen, de fietsen in elkaar knutselen en naar huis. Antoine wil van hieruit per fiets naar Beveren. Hugo, Pol en Bob nemen de trein. Eind goed al goed, we zijn terug op onze vertrouwde stek. Tot volgend jaar jongens ..dan gaan we bij leven en welzijn naar Rome. Nu volgt nog de Epiloog.
11-01-2011 om 12:19
geschreven door Via de la Plata
13-01-2011
18 Epiloog
18 Epiloog
Vrienden, Hugo, Antoine en Pol bedankt, jullie zijn sublieme fietsmaten. We vormen een hechte groep van tevreden compagnons de route. Het klikt in de bende, jullie waardering voor al mijn voorbereidingen doen deugd!
Onze 6° grote tocht was mijn voorstel, mijn droom, Andalusië is mijn favoriete bestemming. Ik vond het schitterend dat iedereen onmiddellijk bereid was om mee te gaan.
Voor de eerste maal hebben we een gesloten tour gedaan, starten en aankomen op de zelfde plaats Malaga maakte er een echte Vuelta Andalucia van.
Deze rondrit was een ontdekkingstocht dwars door Andalusïe waarbij we 5 van de 8 Spaanse provincies aandeden. We hebben genoten van totaal onbekende streken, natuurparken, historisch erfgoed en niet te vergeten de gastronomie.
Op onze rit hebben we, gelukkig maar, op dit tijdstip de massa toeristen vermeden. Tot onze grote verwondering is het fietsonvriendelijke Spanje hier toch al bij al meegevallen. We ondervonden zelfs een zeker ontzag in de bergen waar de autos gedisciplineerde achter ons bleven. Het klimwerk was zeer zwaar, het was geen hooggebergte maar de kort op elkaar volgende beklimmingen waren soms heel steil. Gelukkig waren er enkele relatief vlakke dagen tussen Sevilla en Cordoba.
We bewaren de beste herinneringen aan:
Onze eerste dag met de EasyParking, de fietsdozen perikelen en ons verblijf met de babbel bij Erica en Rik in de B&B Casa El Naranjo in Alora.
De rit voorbij de Garganta del Chorro, de raciones in het bergdorp Ardales. Het onvergetelijke avontuur bij onze B&B man Juan in El Burgo, die onze komst vergeten was en waar we zelf onze bedjes moesten maken.......
De uiterst zware en frisse bergrit naar Ronda, het verblijf in het schattige B&B Boabdil Guesthouse bij Fleur en de afdaling in de kloof van Ronda.
Onze koninginnenrit vanaf Ronda naar het spookachtige grottendorp Sentenil de las Bodegas. De vele Pueblos Blancos met als uitschieter Olvera.
De tot nu toe indrukwekkendste fietskilometers ooit op de Via Verde de la Sierra met de gierenkolonie bij Zaframagon.
Het Fiesta de Caballos feestgedruis met onze belevenissen in bar-hostal Bobys bij Antonio in Montellano. Deze avond zal levenslang in ons geheugen gegrift blijven.
De rit naar en de vrije dag in mijn favoriete stad Sevilla met al het mooie wat deze hoofdstad van Andalusïe te bieden heeft. De plotse gevreesde warmte in deze stad die van ons echte siëstaliefhebbers maakte. De oververmoeide slenterpartijen en ons Sevilliaanse middagmaal samen met de luidruchtige Andalusische families.
De ontmoeting met de El Rocio woonwagens op de rit naar Lora del Rio.
De bijna vlakke rit naar Posadas met het verblijf op de Finca El Junca bij Marian en Jan. De lange late avond met de Hollandse vrienden op het terras aan het zwembad en de virtuoze flamenco gitarist Claudio Benito.
De rit naar Cordoba langs de Via Verde del Campiña en het veel te korte verblijf in stad van de Mezquita, Cordoba. De honderden bloemenpatios.
De terrasjes langs de rivier en het laatavond jazzfestival op de Corredera.
De lastige bergrit naar Baena, met de kilometerlange passages door olijfgaarden. Onze bocadillo con jamonmaaltijd in Castro del Rio.
De steile klim naar de enig mooie Albergue op de Ruta del Caifato in Baena.
De bloedhete bergrit door de Sierra Subbeticas langs Priego de Cordoba. De toevallige ontmoeting met Cristobal, wanneer we voorbij ons verblijf in Montefrio gevlogen waren. De enthousiaste ontvangst door het Antwerpse gastgezin Nathalie en Guy in de B&B Cortijo Montefristy in Montefrio. De zalige gezamenlijke maaltijd. De rondgang op het domein en de schop van Antoine die het vreemde hondje bijna deed verdrinken in het zwembad. De late zware praatavond op het warme bloementerras.
Ons veel te kort verblijf in de betoverende stad Granada, waar we spijt hadden dat we het Alhambra niet konden bezoeken en een volle dag tekort kwamen. Het enig mooie uitzicht van op de Mirador de San Nicolas op het machtige Alhambra en het Sierra Nevada gebergte.
De dolle rit om Granada te verlaten met de wielertoerist die ons op de verkeerde weg plaatste. De passage door Santa Fé, het zoeken naar een drank- en eetgelegenheid na de beklimmingen in Ventas de Huelma. De enig mooie afdaling met hemelse uitzichten op de Embalse los Bermejales. De zwarte señora die met veel lawaai onze hoteliers telefoneerde. De rotsige diepe kloof van Alhama de Granada. Onze schitterende souper in de volksbar.
Onze laatste blik op Alhama de Granada na de steile beklimming van de El Navazzo. Het winderige uitkijkpunt op de Middellandse zee in Ventas de Zafarraya. Onze laatste smulpartij met raciones de tapas in het mini dorp Alfarnatejo. Ons keizerlijk verlijf bij Klaasjan en Jan met de praatavond in het bloemen en eetpaleis La Colmena Famosa.
De laatste zware klim naar de Puerto del Léon, de afdaling naar Malaga met de bobsleebochten. Onze laatste menu del dia in de industriezone bij het vliegveld.
Het tegenvallende Torremolinos en de smetloze terugvlucht.
We hebben Andalusïe ervaren als een raakpunt tussen Europa en Afrika.
Wat een afwisseling van landschappen, scherpe bergen, vlakten en steden en dorpen met monumentale rijkdommen.
Het klimaat was ons gunstig gezind met de eerste dagen een aangepaste koelte, later dragelijke hitte maar steeds schitterende zon. We waren hier heel graag, het was een enige wondermooie culturele natuurtocht met culinaire verrassingen.
Het was heerlijk jongens ze kunnen het ons niet meer afnemen.
Bij leven en welzijn verlangen we al naar volgend jaar.
De voorbereidingen Venetië Rome zijn al volop bezig.
December 2010
Bob
13-01-2011 om 14:57
geschreven door Via de la Plata