Zoals dit bij iedereen het geval is, is ook jouw leven een opeenvolging van gelukkige, voldoening gevende, maar ook onaangename, soms pijnlijke gebeurtenissen. Het is noodzakelijk om ze te leren kennen en er rekening mee te houden. Zo kan je beter de gevolgen ervan inschatten om in de volgende lijst de verliezen die je het diepst raken, te onderscheiden van alle andere.
De kleine verliezen en de dagdagelijkse zorgen
Zo zijn er allereerst de kleine verliezen en de dagdagelijkse zorgen, de teleurstellingen die je geduld op de proef stellen. Hoe onbenullig deze moeilijkheden ook lijken, toch zijn ze niet zo onschuldig. Het gaat zowel om materiële als om psychische vormen van verlies die de gemoedstoestand raken en diverse gevoelens aanspreken:
Een gemiste aankoop
De vaststelling van een aangetaste tand
Het wegkwijnen van je meest geliefde plant, geplaagd door insecten
Niemand, ook jij niet, kan ontsnappen aan de pijn van verlieservaringen die het leven met zich meebrengt: onvoorspelbaar of onverwacht verlies, verlies dat je jezelf oplegt om te kunnen groeien als mens of dat jou tegen je wil wordt opgelegd.
Toch is het zo dat elke vorm van verlies kan worden omgevormd tot winst dankzij je innerlijke houding. Geen enkel verlies is onvruchtbaar, omdat het in zich reeds de kiem draagt van nieuw leven. Je hoeft trouwens maar om je heen te kijken om te zien dat de bestaansreden van de dood er in bestaat om plaats te maken voor het leven. Het is niet mogelijk verlies en lijden te ontvluchten en toch te groeien als mens. Dit maakt deel uit van cyclus van het leven.
De knop barst open en schenkt de bloem.
De bloem verwelkt en schenkt het zaad.
Het zaad in de aarde verlangt te ontkiemen.
Een onophoudelijke beweging van dood en leven, van duisternis en licht.
Deze beweging naar nieuw leven is meer of minder diepgaand naargelang te soort verlies. Het is om die reden dat ik , samen met jou, de vele vormen van verlies die een mens kan meemaken in het leven op een rij wil zetten. Terwijl we deze inventaris opmaken, mag je nooit vergeten dat elk van deze verlieservaringen een bron kan zijn van groei.
BREDA (KerkNet/KatholiekNederland) - De Nederlandse bisschop Muskens van Breda hoopt dat ook vrouwen zich in de toekomst tot diaken kunnen laten wijden. "Dat streven moeten we levend houden. Vroeg of laat zal dat idee doorbreken en ook theologisch aanvaard worden", aldus Mgr. Muskens afgelopen zaterdag tijdens de eerste grote ontmoetingsdag voor vrouwelijke bestuurders in zijn bisdom. "Zo'n dag is goed om de moed erin te houden. Vrouwen zullen steeds meer erkenning krijgen in de katholieke Kerk. Hoe voorzichtig ook, je ziet vrouwen vaker doorstoten naar bestuurlijke functies in bisdommen en zelfs in de Romeinse Curie. De erkenning van de positie van de vrouw zit er aan te komen." Volgens de Bredase bisschop is het nog te vaak zo dat mannen de kerk besturen, ook aan de basis, "terwijl vrouwen het werk doen".
Bisdom Breda Voor zover vrouwen doordringen tot de leiding van parochies is dat meestal in de rol van secretaris. Van de secretarissen van parochies in West-Brabant en Zeeland is de helft vrouw. Van de penningmeesters één op de drie en van de vice-voorzitters één op de vier. Het vice-voorzitterschap is echter vooralsnog aan mannen voorbehouden. Toch constateerden de ongeveer zeventig in Rilland bijeengekomen vrouwelijke bestuurders dat hun invloed toeneemt. Bisschop Muskens was van oktober 2004 tot oktober 2005 lid van het Ambassadeursnetwerk Besturen. Dit netwerk is een initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op voorstel van minister De Geus. De leden van dit netwerk verplichten zich om binnen hun organisatie de invloed van vrouwen binnen de diverse besturen te bevorderen.
Het leven van Thérèse (1873-1897), karmelietes te Lisieux, werd in de vorige aflevering van dit tijdschrift reeds geschetst. Wat zij geschreven heeft, schreef ze uit gehoorzaamheid aan haar oversten (jeugdherinneringen, kloosterleven) of uit beleefdheid en naastenliefde (vooral: brieven aan familieleden en clerici, notas en gedichten voor medezusters). De bekende Franse priester, Jean-François Six hij schreef ooit een scherpzinnig boek over Charles de Foucauld heeft meermaals herinnerd aan de oorsprong en de aard van Thérèses geschriften. Zij heeft namelijk nooit een boek of autobiografie naar de regels geschreven. Alles is trouwens postuum verschenen.
Een recente Franse uitgave, in drie delen, van alles wat van de hand van Thérèse zelf is, mag hier niet onvermeld blijven:
Thérèse par elle-même. Présentation de J.-F. Six (uitgever: Grasset / Desclée de Brouwer, 1997).
Ondanks de (onvermijdelijke) slordigheden heeft deze uitgave drie grote pluspunten:
1/ Alle teksten zijn chronologisch afgedrukt, zodat de geestelijke evolutie van Thérèse en vele andere dingen duidelijker worden (o.a. dat zij nooit een boek heeft geschreven).
2/ Een korte situering bij afzonderlijke teksten helpt de draagwijdte ervan verstaan (o.a. de relaties van Thérèse, in het bijzonder met haar zussen en oversten).
3/ De inleiding op het eerste deel geeft een overzicht van de bijna dramatische geschiedenis van de kritische tekstuitgave (o.a. de pijnlijke ervaringen van Mgr. A. Combes en J.-F. Six zelf met het karmelietessenklooster te Lisieux).
Begin juli 1897, ruim twee maand voor haar pijnlijke dood, schrijft Thérèse voor haar geliefde overste Marie de Gonzague het geheim van haar leven neer. Ze is de uitputting nabij, en sinds meer dan een jaar in de nacht van de geest ondergedompeld (ze gelooft nog, omdat ze wil geloven; of zoals een Frans priester haar ervaring paradoxaal uitdrukte: Hoe heerlijk is het te rusten in de armen van een God die niet bestaat!). Zij schrijft hier al biddend, en het sterke is dat ze in haar heel persoonlijk liefdesavontuur met God, met Jezus, de haar gegeven mensen (hen die U mij gegeven hebt) intens betrekt, met Jezus eigen woorden trouwens.
U weet het, mijn God, het enige wat ik verlangde was U te beminnen. Ik streef niet naar andere roem. Uw liefde was mij sinds mijn kindertijd vóór en is met mij meegegroeid; nu is zij een afgrond waarvan ik de diepte niet meer peilen kan. Liefde wekt liefde op en zo gaat de mijne uit naar U, Jezus. Ze zou de afgrond willen vullen waardoor ze aangetrokken wordt. Maar mijn liefde is jammer genoeg slechts een dauwdruppeltje, verloren in de oceaan! Om U lief te hebben zoals U mij liefheeft, zou ik uw eigen liefde moeten lenen; dan alleen zal ik rust vinden.
O Jezus, misschien is het een illusie, maar ik denk dat U een ziel niet met meer liefde zou kunnen overladen dan U met de mijne gedaan hebt. En daarom durf ik U vragen hen die U mij gegeven hebt, lief te hebben zoals U mij hebt liefgehad. Als ik op een dag in de hemel zou ontdekken dat U hen meer liefheeft dan mij, dan zal ik me daarover verheugen. Ik erken nu al dat die zielen uw liefde meer waardig zijn dan mijn ziel. Maar hierbeneden kan ik me geen grotere liefde voorstellen dan die onmetelijke liefde die U mij om niet en in overvloed hebt willen schenken, zonder enige verdienste van mijn kant.
(Volgens de vertaling door Drs. Pauline Kortekaas: Thérèse van Lisieux, Mijn Levensverhaal. Carmel-EdiT 2001, p. 266).