Een jonge man zag, alle wijsheid ten spijt, in de prinses die hij van nabij leerde kennen, eventjes enkel de vrouw. Het meisje dat hij hevig beminde en begeerde en niet haar eigen persoonlijkheid, geschiedenis en toekomst.
De prinses verlangde even sterk naar hem, maar had haar maagdelijkheid te verdedigen en alles wat daarmee samenhangt. De deed ze in de volgende poëtische ontboezemingen: Ik ben een parel die leeft in de diepste oceaan; Heb jij ooit een duiker ontmoet die mij gevonden heeft? En ze vervolgde haar betoog: Daarom, laten we elkaar langzaam beminnen en niet te vlug gaan. Laten we geen stappen overslaan, zodat ons niet hetzelfde ongeluk treft dat de kalief van de dynastie van de Abbassides overkwam.
Op een dag vertrok de kalief op jacht. Samen met zijn gevolg reed hij naar het bos dat de Eufraatrivier omzoomde in de voorstad van Bagdad. Zoals gewoonlijk werd hij vergezeld van zijn lievelingsvalk, een geschenk van zijn vader bij het begin van zijn ambtstermijn.
Na een tijd gejaagd te hebben in de drukkende warmte werden de mannen moe. De waterkruiken waren leeg en vooral de kalief had grote dorst.
Ze verlieten het bos en liepen door een uitgestrekte, dorre vlakte waar maar één boom stond. Het was een johannesbroodboom. De kalief legde zich te rusten n de schaduw van die boom.
Opeens voelde hij enkele waterdruppel op zijn huid vallen.
De kalief dacht dat de bladeren van de johannesbroodboom de morgendauw hadden bewaard en dat ze die nu loslieten. Omdat er geen drank meer voorradig was, wou hij de dauwdruppels in een beker vangen. Toen de beker bijna vol was en de kalief wilde drinken vloog de valk tegen de beker zodat die omviel en het vocht op de grond terechtkwam.
Dat verwonderde de kalief en hij deed een tweede poging om de druppels te bemachtigen. Maar weer kwam de vogel tussenbeide zodat de kalief niet kon drinken.
Nu werd de kalief heel boos en toen de valk hem de derde keer belette zijn dorst te lessen, verloor hij zijn geduld. Hij nam zijn zwaard en doodde de valk.
Toen de kalief daarna de boom inspecteerde, in de hoop dat er nog wat dauwdruppels over waren, deed hij een vreselijke ontdekking. Het water kwam niet uit de bladeren maar uit de muil van een cobraslang die haar venijn naar beneden spuwde.
De trouwe vogel had dit reeds eerder gemerkt en wilde niet dat zijn meester vergiftigd zou worden. Omdat de kalief te vlug gehandeld had, werd de valk gedood. De kalief had een fout gemaakt. In zijn onbeheerstheid had hij een stap overgeslagen. Daardoor verloor hij zijn beste vriend.
Dat mag niet met ons gebeuren, besloot de prinses, daarmee de jonge man en ons aanmanend tot geduld in de liefde.
Soms laat ik jonge ouders verschieten bij het doopsel van hun kindje. Ik vraag hen: Jullie kind heeft ze toch alle vijf? Niet dat ik twijfel aan de verstandelijke vermogens van hun kind, maar door ze op het verkeerde been te zetten, scherp ik hun aandacht voor het prachtig ritueel dat wij effata noemen: de zalving van de vijf zintuigen. Als één van de vijf ontbreekt zijn wij gehandicapt. Effata zeggen wij met Jezus: Ga open! Wie wil weten waartoe wij gedoopt worden, raden wij aan eens te mediteren over de zalving of zegening van de vijf zintuigen. God wil dat wij zij open gaan, ont- plooide mensen worden.
Vorige zondag werd Marcus 7, 31 37 voorgelezen. Uit dit evangelie komt het woord van Jezus: Effata!, Ga open! Ik werd zondag getroffen door het begin van het evangelie: En zij brengen een dove bij Hem, die ook moeilijk kon spreken.( ) En Hij nam hem terzijde, weg van de menigte apart. Er zijn veel mensen die moeilijk kunnen spreken. Soms worden mensen onbekwaam gemaakt om zich te uiten. Aan vele jongeren die van hun ouders het spreken geleerd hebben, wordt later door dezelfde ouders het zwijgen opgelegd. En zo worden ze stom. En achteraf ook nog doof, uit wraak,. Ze worden stomdoof, in plaats van doofstom. Wie nooit mag spreken, wreekt zich door niet meer te luisteren. Wie stom gemaakt wordt, wreekt zich door doof te worden. Dat gebeurt ook tussen volwassenen, in het gezin, op het werk, in de maatschappij, in groepen.
Kan dat zwijgen genezen worden? Je beleeft het op school. Het schooljaar is net begonnen. Een kind wordt door de groep naar achter geduwd, uitgestoten, beschuldigd. Het kijkt angstig of vol haat, en het zwijgt. Ondervraag het. Het blijft zwijgen. Maar de meester neemt het apart. Hij legt het kind de hand op de schouder en zegt: kom, vertel eens. En dan komt alles naar boven, soms onder tranen, veel meer dan wat er die dag gebeurd is, veel dingen van vroeger komen uit zijn hartje.
Bij volwassenen gebeurt dat ook. Je moet elkaar eens apart nemen: dan pas worden de echte woorden gesproken. Jezus doet dat ook. Viel u dat op bij de lezing? (Je kan het nalezen in de speciale aflevering met de lezingen van vier zondagen!) Hij neemt de doofstomme apart. Er staat eigenlijk niet dat hij stom was, maar dat hij moeilijk kon spreken. Velen kunnen moeilijk spreken, omdat niemand luistert. Omdat er geen vertrouwen is. Ik las ergens: als men luistert met een hart, dan wordt er gesproken. Is het jullie nog niet opgevallen dat als men een hart tekent, het bestaat uit twee gespitste luisterende oren!
Ieder mens is als een eiland. Je moet er enkele keren rondvaren om te weten waar de beste landingsplaats is, waar het eiland zich opent. Bij de mens moet je soms lang zoeken vóór hij zijn landingsplaats blootgeeft, voor hij zichzelf blootgeeft en zich uitspreekt.
Brief aan de diakens tijdens het jaar van de priesters!
Brief aan de diakens tijdens het jaar van de priesters!
CONGREGATIE VOOR DE CLERUS
Brief aan de permanente diakens 10 augustus 2009-08-26
Beminde permanente diakens,
Steeds meer ontdekt de Kerk de onschatbare rijkdom van het permanente diaconaat. Wanneer de bisschoppen de Congregatie voor de Clerus bezoeken, ter gelegenheid van hun bezoeken ad limina,wordt over het thema van het permanent diaconaat, naast andere zaken, meestal een en ander gezegd. En de prelaten zijn over het algemeen meer dan tevreden en vol hoop ten aanzien van jullie, permanente diakens. Dat vervult ons allen met vreugde. De Kerk dankt jullie, en is erkentelijk voor jullie toewijding en jullie gekwalificeerd ambtelijk werk. Tegelijkertijd wil zij jullie aanmoedigen op de weg van de persoonlijke heiliging, jullie gebedsleven en diaconale spiritualiteit. Op jullie kan men eveneens toepassen wat de paus aan de priesters heeft gezegd, ter gelegenheid van het Jaar van de priesters, te weten: het is noodzakelijk aan te moedigen dat de priesters zich richten op de geestelijke volmaaktheid, waarvan de vruchtbaarheid van hun ambt bovenal afhangt (disc. Van 16.3.09)."
Vandaag, op het feest van de heilige Laurentius, diaken en martelaar, wil ik jullie uitnodigen tot twee overwegingen. De ene over uw dienst van het Woord en de andere over uw dienst van de naastenliefde.
Wij herinneren ons nog steeds met dankbaarheid de Synode over het Woord van God, die wij vierden in oktober van vorig jaar. Wij, de gewijde ambtsdragers, hebben van de Heer, door de bemiddeling van de kerk, de opdracht ontvangen om het Woord van God te prediken tot aan de uiteinden van de aarde, om aan alle schepselen de persoon van Jezus Christus te verkondigen die gestorven en verrezen is, zijn Woord en zijn Koninkrijk. Dat Woord heeft, zoals werd bevestigd door de slotboodschap van de Synode, een eigen stem, de Openbaring, een eigen gezicht, Jezus Christus, en een eigen weg, de zending. De Openbaring kennen, onvoorwaardelijk toebehoren aan Jezus Christus, zoals een gefascineerde en van liefde brandende leerling, op weg gaan vanuit Jezus en met Hem voor de zending, dat is wat men verwacht van een permanent diaken,vastberaden, en zich helemaal gevend zonder enige terughoudendheid. Uit een goede leerling wordt een goede gezondene geboren.
De dienst van het Woord, die, op bijzondere wijze voor de diakens, een groot model vindt in de heilige Stefanus, diaken en martelaar, vereist van de gewijde bedienaars een volgehouden inspanning om dat Woord te bestuderen en het zich eigen te maken, gelijktijdig met het verkondigen aan anderen. De meditatie, volgens de methode van de lectio divina, dat wil zeggen, de biddende lezing, is een weg die vandaag steeds meer wordt bewandeld, en zij wordt aangeraden om het Woord van Gods steeds beter te begrijpen, zich eigen te maken en te beleven. Tegelijkertijd is de intellectuele, theologische en pastorale vorming een uitdaging die het hele leven duurt. Een gekwalificeerde en steeds bijgewerkte dienst van het Woord hangt in hoge mate af van deze verdiepende vorming.
Wij verwachten ook in de nabije toekomst het document van de heilige Vader over de besluiten van de geciteerde Synode. Dit dient ontvangen te worden met openheid van hart en vervolgens met een inspanning om er zich in te verdiepen.
De tweede overweging betreft de dienst van de caritas/naastenliefde, met als grote voorbeeld de heilige Laurentius, diaken en martelaar. Het diaconaat heeft zijn wortels in de kerkelijke organisatie van de caritas, in de vroege Kerk. Te Rome verscheen in de derde eeuw, periode van de grote vervolgingen van de christenen, de buitengewone figuur van de heilige Laurentius, aartsdiaken van de heilige paus Sixtus II en zijn vertrouwenspersoon in het beheer van de kerkelijke goederen. Van de heilige Laurentius zegt onze geliefde paus Benedictus XVI: Zijn zorg voor de armen, de genereuze diensten die hij bewees aan de Kerk van Rome op het gebied van bijstand en liefdadigheid, zijn trouw aan de paus, die hij op het punt stond te willen volgen in de ultieme test van het martelaarschap en de heroïsche getuigenis van zijn bloed, dat slechts een paar dagen later ook werd vergoten, dat alles werd wereldwijd bekend (homilie in de basiliek van de heilige Laurentius, op 30.11.08). Van de heilige Laurentius is ook de uitspraak bekend: De rijkdom van de Kerk zijn de armen. Hij stond hen bij met grote vrijgevigheid. In hem aanschouw je een nog altijd actueel voorbeeld voor de permanente diakens. De armen moeten wij liefhebben met een voorkeursliefde, zoals Jezus Christus. Solidair zijn met hen. Wij moeten proberen een rechtvaardige, broederlijke en vreedzame maatschappij op te bouwen. De recente encycliek van Benedictus XVI, Caritas in Veritate(liefde in waarheid), moge daarin onze hedendaagse gids zijn. In deze encycliek bevestigt de heilige Vader als fundamenteel principe: De liefde is de Koninklijke weg van de sociale leer van de Kerk (n°2). De diakens identificeren zich op heel bijzondere wijze met de caritas. De armen maken deel uit van hun dagelijkse omgeving en vormen het voorwerp van hun onvermoeibare bekommernis. Het zou niet te begrijpen zijn dat een diaken zich niet in eigen persoon onderdompelt in de caritas en in de solidariteit naar de armen toe, die vandaag opnieuw talrijker worden.
Geliefde permanente diakens, God zegene jullie met al zijn liefde en moge jullie gelukkig maken in uw roeping en zending! De echtgenotes en kinderen van degenen onder u die gehuwd zijn, groet ik met respect en bewondering. De Kerk is hen dankbaar voor de steun en de vele vormen van medewerking die zij verlenen aan hun respectievelijke echtgenoten en vaders in de uitoefening van hun diaconaal ambt. Bovendien is het Jaar van het priesterschap een uitnodiging om onze waardering voor onze geliefde priesters uit te drukken, en met hen en voor hen te bidden.
Vaticaanstad, 10 augustus 2009 (Feest van de heilige Laurentius, diaken en martelaar).