Gewoon een foto van de Kerstman
De kerstman, de in een rood kabouterpak met witte biezen gestoken grijsaard, is een bekende en geliefde verschijning aan het einde van het jaar. Men zegt dat hij op kerstavond in een door rendieren getrokken arrenslee door de lucht vliegt en cadeautjes in klaar gehangen kerstsokken stopt. Er bestaat echter geen historisch bewijs dat de kerstman heeft bestaan. Waarschijnlijk is hij een verchristelijkte versie van verschillende heidense zeegoden zoals bijvoorbeeld Poseidon of Neptunes. Of hij zou gestolen kunnen zijn uit de oude Duitse mythologie. Zo was Thor (de god van de donder maar eveneens de god die voor bescherming, gezondheid en landbouw stond) een bejaarde man, joviaal en vriendelijk, gedrongen, met een lange witte baard die in een wagen reed en in noordelijke streken zou wonen. Hij was zeer geliefd en eigenlijk de god van de gewone mens. Zijn element was vuur, zijn kleur rood. De open haard in elk huis was aan hem gewijd en naar verluidt, daalde hij erin af via de schoorsteen.
Men gist dus naar de afkomst van de kerstman. Komt hij niet van de Noordpool? Heeft hij geen vestiging in Finland? Of is hij gewoon verzonnen door Walt Disney? Wel, of de kerstman van de Noordpool komt is niet te achterhalen. Voor zover bekend heeft niemand daar ooit sporen van ontdekt. Volgens de Finnen heeft de kerstman zelfs een officiële vestiging in hun land. En is Disney pas veel later "Santa Claus" gaan gebruiken in hun strips en films.
Hoe het waarschijnlijk begon
Uiteindelijk lijkt het er wel op dat de kerstman uit Nederland komt. Toen de Nederlanders naar Amerika emigreerden, stichtten zij in 1611 de vestiging Nieuw Amsterdam. Deze vestiging werd nog geen veertig jaar later verkocht voor een appel en een ei en is nu over de hele wereld bekend als New York. De Nederlanders brachten Sint Nicolaas mee (onze Sinterklaas dus) en hebben de Amerikanen hem geadopteerd. Hij werd zelfs de beschermheilige van New York.
Van St. er Klaas naar St. A Claus
Sint Nicolaas werd rond 1773 als eerst door de media vernoemd als St. A Claus (St. er Klaas). Langzaamaan veranderde zijn oorspronkelijke look, door toevoeging van elementen uit allerlei culturen (rendieren, arrenslee en elfjes) en het duurde nog ruim twee eeuwen voor de Santa Claus ontstond zoals wij die allemaal kennen.
De schrijver Washington Irving, alias Diedrich Knickerbocker, vermeldde St. Nicholaas in zijn boek "A History of New York". St. Nicholaas wordt omschreven als een persoon die door de stad rijdt op een paard. Irving herzag echter zijn boek. Hij veranderde het paard in een karretje.
Dat werd de basis voor een populair gedicht over "Santeclaus" geschreven door Clement Moore in 1821: "Twas the night before Christmas". Het ging over een roodwangige in bont geklede St. Nick die met een arrenslee reed getrokken door acht vliegende rendieren en die zich door de schoorsteen wrong en de kousen van de kinderen vulde met speelgoed. Hij deed Santa Claus ook lachen en gaf hem allerlei trekjes en snuiten mee.

In 1822 kregen de rendieren namen: Blitzen, Comet, Cupid, Dancer, Dasher, Donner, Prancer en Vixen. Rudolf was er toen nog niet bij.
Dat de kerstman de schoorsteen beklimt zou ook uit 1841 kunnen komen. In dat jaar huurde J.W. Parkinson een man in die de schoorsteen beklom van zijn winkel.
|