Obernai, geboortestad van de 'Heilige Odilia' (patroonheilige van de Elzas) en nog steeds omringd door een stadsmuur. Langsheen de 1.5 km, bewandelbare, stadsmuur zijn er nog steeds 30 torens zichtbaar. Het middelpunt van de stad is het marktplein. Hier bevindt zich ook het stadhuis, La halle aux blés, en de Kappellturm (klokketoren van een oude kapel).  Iets verderop komt men via de waterput met de 6 emmertjes 'Le Puits à Six Seaux' aan de kerk, gewijd aan Saint Pierre et Saint Paul. (Klik op de foto voor slideshow)

Rosheim, een klein niet zo toeristisch plaatsje, maar toch bekend door zijn historie. Het stadje werd door een brand vernietigd en terug opgebouwd in 1132. De kerk, gewijd aan Saint Pierre et Saint Paul en het Heidehuss (het oudste Romeinse huis van de Elzas).  Je komt het dorpje binnen via één van de twee stadspoorten (Tour de l'horloge et la Porte de l'hôpital).
(Klik op de foto voor slideshow)

Saverne, gelegen op de grens van Lorraine en Elzas is een kleine stad met interessante gebouwen.  Zoals o.a. het immense 'Château des Rohan' met een facade van 140 m. In vroeger tijden deed het dienst als kazerne en asiel en werd nu ingericht voor evenementen. Een gedeelte is ook te bezichtigen. Het château ligt in het midden van de stad en langs het Canal de la Marne au Rhin. Via La Grand Rue komt men aan de kerk 'Notre Dame' met een toren uit de 12de eeuw. Verder langsheen de Rue des Murs is het 'Couvent des Récollets', gesticht in 1303, met een prachtige zuilengang. (Klik op de foto voor slideshow)

Onze terugweg gaat via Saarbrucken. In het midden van het rivierenlandschap van de Saar ligt het middeleeuwse Saarburg, een wijnstad en een stad van klokkengieters.  De waterval van de Leukbeek werd vroeger naar de stad verlegd, in eerste instantie om tijdens eventuele branden direct bluswater voorhanden te hebben. Hierdoor ontstond een 20 meter hoge waterval, waarlangs weldra  watermolens werden gebouwd. Zodoende vormde het water in de middeleeuwen een belangrijke vorm van energieopwekking. Nu is zij de hoofdattractie van het stadje.

Echternach, gelegen aan de Sûre, is nog steeds het meest gekende stadje van het Groot Hertogdom Luxemburg en niet alleen door zijn Springprocessie op Pinksterdinsdag. Overal komt de geschiedenis u tegemoet. De Sint-Peter en Sint-Paul kerk, gebouwd op een heuvel in het centrum van de stad, de abdij met museum en de 'Denzelt', het raadhuis met zijn oude bogengaanderij. Ook zijn er de mooie nauwe steegjes, die ons leiden langs patriciërshuizen, of de stadswallen, waarvan enkele torens verbouwd zijn tot vakantiewoningen.

Diekirch, tevens gelegen aan de oever van de "Sûre" is een kleine stad en heeft een oud stadsgedeelte met voetgangerszone en winkels.  De oude St. Laurentiuskerk is geklasseerd als historisch monument en rust op de overblijfselen van een belangrijke villa. Ook een bezoek aan het "Nationaal Museum van de Militaire Geschiedenis", welk met behulp van diorama's de Slag om de Ardennen 1944-1945 weergeeft en het "Nationaal conservatorium voor historieke voertuigen" zijn de moeite waard.

Aan de rand van de stad ligt het park met het museum en het  'Gedenkteken van de Mardasson'. Dit Memorial, in stervorm met vijf armen, is in 1950 ontworpen om de herinnering aan de 76.890 Amerikaanse soldaten, die tijdens de Slag om de Ardennen gewond, vermist of om het leven kwamen, levendig te houden.  Op de muren kan men de namen lezen van de bijzonderste eenheden die eraan deelnamen. Op de kroon van het gedenkteken staan in brons de namen van de 48 Staten. Een crypte met drie altaren (een katholiek, een protestants en een joods) is voorzien waar de families zich kunnen terugtrekken om de gesneuvelden te herdenken. Bij het buitenrijden van het park komt men langs de laatste kilometerpaal van "de weg van de vrijheid" die General Patton aflegde van St.-Mère-Eglise tot Bastogne.

              Veel groetjes en nog veel reisgenot aan alle motorhome reizigers