| 
 
 
 OP DE GROTE STILLE HEIDE Op de groote, stille heidedwaalt de herder eenzaam rond
 wijl de witgewolde kudde
 trouw bewaakt wordt door den hond.
 En, al dwalend ginds en her,
 denkt de herder: "Och, hoe ver,
 hoe ver is mijn heide,
 hoe ver is mijn heide, mijn heide!"
 
 Op de groote, stille heide
 bloeien bloempjes lief en teer
 pralend in de zonnestralen
 als een bloemhof heinde en veer.
 En, tevreên met een karig loon,
 roept de herder: "O, hoe schoon,
 hoe schoon is mijn heide,
 hoe schoon is mijn heide, mijn heide!"
 
 Op de groote, stille heide
 rust het al bij maneschijn
 als de schaapjes en de bloemen
 vredig ingeslapen zijn.
 En, terugziende op zijn pad,
 juicht de herder: "Welk een schat,
 hoe rijk is mijn heide,
 hoe rijk is mijn heide, mijn heide!"
 Schilder Anton Mauve 
 
 
 |