Bij het zien van zoveel wiegjes, zei mijn zoontje blij daar is vast wel eentje voor ons bij. En de schrik van die jonge moeders was groot, als hij vroeg of hij hun baby mocht zien en zei, die van ons is dood.
Wat heb jij een vreselijke strijd gestreden toen. En ik, ik kon niks voor je doen. Geen dokter die naar me luisterde toen. Daarom moest jij sterven gaan. Liet mij met lege handen staan.
In mijn droom ging de bel en jij 'stond daar. Je zei moeder ik leef, hier ben ik. Maar alleen in mijn dromen leef jij maar. En ik werd wakker met een snik.
Mijn lichaam heeft gefaald, dat heb jij met je kostbaar leven betaald. Het deed niet zoals het hoort en heeft jou toen langzaam vermoord. Ik heb gefaald, dat heb jij duur betaald.
En leven lang pijn, omdat jij er niet mocht zijn. Het raakt nooit versleten, ik had zo graag de kleur van je oogjes geweten. Het geluid van je stemmetje willen horen, maar ik heb je voorgoed verloren.