Een slanke dolfijn doorklieft het heldere water van de diep blauwe zee o kon ik maar met hem mee naar waar de zeemeerminnen wonen dan kon ik je ook daar gaan zoeken mijn kind.
Ik zag in een van mijn dromen een rij baby engeltjes voor bij komen giechelend trokken zij aan mijn ogen voorbij ik kon je niet vinden... maar jij was vast ook daarbij.
Ben je die ster daar hoog in de lucht ben je die vogel in vrolijke vlucht ben je die geurige uitbundig bloeiende bloem ben je het huppelende lammetje daar in de wei toe zeg het mij of ben je alleen maar in mijn hart.
Ach nee daar is dat mens weer met haar dode kind loop door voor ze er weer over begint het is altijd hetzelfde liedje over haar verloren dochter Grietje.
Hoog aan de zomerse blauwe hemel verwoord een vogel mijn verdriet Griet o Griet o Griet misschien dat jij hem deze zomer ook eens hoort de vogel met mijn lied Griet o Griet o Griet.
Alles van jou wat ze hadden weggehaald heb ik terug gevonden maar in de wieg lag ongeloof aan je kleertjes zat verdriet aan je knuffels verloren vertrouwen en pijn alles was terug gevonden maar het zou nooit meer hetzelfde zijn.