Als ik een dichtersgeest bezat buitelden vast fleurige en vrolijke woorden over dit blad maar ik ik heb geen dichtersgeest maar een gebroken moederhart dus geen gebuitel en jolijt t gaat alleen over haar die ik mis tot mijn spijt.
Het vriest, baby s warm ingestopt in hun wieg de mijne koud en kil onder de grond baby s warm geknuffeld en gekust denkend aan de mijne alleen en eenzaam op het donkere kerkhof geeft me geen rust.
Hoelang ga je door met dichten over je pijn en je gemis, we weten nu wel hoe dat is. denk je dat echt, echt waar? dan weet je ook dat het niet overgaat nooit meer.
Ik kan duizenden gedichten maken over jou missen hoe dat voelt maar alleen wie het heeft meegemaakt zal echt weten wat er word bedoeld zal voelen de pijn en het verlangen naar het kind dat niet mocht zijn.
Zie ik je ooit weer op een keer en zul jij me dan direct herkennen en vol vreugde naar me toe komen rennen of is alles voorgoed voorbij en ben en blijf jij een verloren droom voor mij.
Boven zijn brieven staat aan de weledelgeleerde heer dat kan in deze tijd toch niet meer ik zou het willen roepen van elke toren zodat ieder het kan horen hij een weledelgeleerde heer? door hem leeft mijn dochter niet meer.
Wat zal het worden hoe zal het zijn en wanneer gaat het komen dat waren onze dromen maar niks zal het worden en niks zal het zijn en dat doet ontzettend pijn.
De golven van verdriet je overleefd ze bijna niet losgeslagen van alle zekerheden eenzaam en moegestreden eeuwig treurend naar een teken van jou speurend.
Hoelang heb ik jou gezien? een paar minuten misschien wat had ik je graag leren kennen en je eindeloos verwennen je lief gezichtje willen zoenen en je mijn dochter noemen.
Je bent gegaan zoals je bent gekomen lief klein meisje uit mijn dromen je bent niet levend aangekomen dus bleef je het lief klein meisje uit mijn dromen.
Je vader kijkt mij verwijtend aan weer een prettig gesprek naar de maan als ze vragen hoeveel kinderen we hebben kan ik niet zwijgen en vertel over het kleine meisje dat we niet levend mochten krijgen.